‘Hoe bedoel je?’ vroeg Chantal om tijd te winnen. Ondertussen keek ze waar Saimir was gebleven. Een paar meter achter de plek waar de Peugeot had gestaan, stond nu een andere auto. Een grijze metallic Audi met sportvelgen. Op de passagiersstoel zat een vrouw met halflang grijs haar in een olijfgroen jasje en een witte zijden blouse. Isabelle Lavillier. Chantal herkende haar aan het klassieke kapsel. De vrouw droeg een grote zonnebril en keek strak voor zich uit.
‘Hoe bedoel je?’ herhaalde Romy. ‘Mens, je had actrice moeten worden. Dacht je soms dat ik gaga ben en hem niet herkend had? Ik lees ook kranten. Bovendien, zijn foto was gisteren nog op televisie.’
‘Saimir heeft je vader niet vermoord.’
‘Saimir…’ Er volgde een schamper lachje, waarbij ze de rook recht in Chantals gezicht blies. ‘Zoals je z’n naam uitspreekt, ben je behoorlijk dol op die knaap. Ik moet het toegeven: het is een aantrekkelijke knul. Zelfs met die pleisters op zijn gezicht.’
‘Saimir heeft je vader echt niet vermoord,’ zei Chantal zo kalm mogelijk.
‘O nee? Wie was het dan?’
‘Dat ben ik aan het uitzoeken.’
‘En wat hebben die oudjes ermee te maken?’ vroeg Romy wijzend op de boerderij.
‘De moord op je vader heeft iets met vroeger te maken.’ Hopend op een reactie zei Chantal het zo luid dat Isabelle Lavillier het in de auto zou kunnen horen. Guy Lavilliers echtgenote moest toch iets gemerkt hebben van de chantage. Of hadden de twee zo langs elkaar heen geleefd dat thuis nergens meer over werd gesproken? Waarschijnlijk het laatste. Met al zijn avontuurtjes was Guy Lavillier natuurlijk nooit thuis. In ieder geval zo min mogelijk. ‘Daarom wilde ik de Girauds spreken,’ zei Chantal terwijl ze vanuit haar ooghoek de vrouw in de gaten hield, die onveranderd strak voor zich uit bleef kijken. ‘Omdat het over het verleden gaat.’
‘Het verleden!’ herhaalde Romy theatraal. ‘Je moet niet zoveel detectiveboekjes lezen. De moord op mijn vader heeft alles te maken met nu. Het is een politieke moord. Hij wordt gestraft door de mensen die hij zelf met zijn idiote maatregelen wilde straffen. Misschien is het wel een geluk bij een ongeluk. Persoonlijk vind ik het helemaal niet erg dat mijn vader zijn politiek niet kan voortzetten. Wat dat betreft zou ik die vriend van jou om de hals moeten vallen. Wat ik erg vind, nee…’ – ze trapte de half opgebrande sigaret uit – ‘… wat ik walgelijk vind, is hoe je het lef hebt om mijn moeder voor het hoofd te stoten.’
‘Het laatste wat ik wil is…’
‘Ach, schei toch uit. Ik dacht dat ik je kon vertrouwen, maar je bent geen haar beter dan het journaille dat in Saint-Denis verdekt staat opgesteld om een foto te maken van de weduwe. Waarom denk je dat wij hier zijn? Om te ontsnappen aan die jakhalzen en een paar dagen de hectiek te ontvluchten. En dan sta jij hier, samen met de moordenaar. Als dat geen gotspe is.’ Romy stak een nieuwe sigaret op.
‘Saimir is geen moordenaar,’ zei Chantal voor de derde keer terwijl ze zich afvroeg hoeveel ze moest vertellen. Alles? Misschien niet alles, maar dan toch wel het belangrijkste. ‘Ik heb bewijzen dat je vader gechanteerd werd,’ zei ze opnieuw zo hard dat Isabelle Lavillier het zou moeten kunnen horen. ‘En de persoon die jouw vader chanteerde, heeft gedreigd hem te vermoorden. Te vergiftigen.’ Ze wierp een blik op de auto, maar Isabelle Lavillier bleef als een wassen beeld voor zich uit staren. ‘Vervolgens is iemand met het lichaam gaan slepen en heeft geprobeerd een politieke moord te ensceneren om La Nouvelle France op de kaart te zetten.’
‘Bedoel je te zeggen dat die Grenoult erachter zit?’ riep Romy.
‘In ieder geval iemand van de stichting Formosa.’
‘Formosa?’
‘De stichting waar je vader in het bestuur zat. Formosa is een dekmantel om de partijkas van La Nouvelle France te spekken. Ik heb materiaal gezien waaruit blijkt dat…’
‘Ik heb de laatste jaren een hoop complottheorieën gehoord, maar dit slaat werkelijk alles.’
‘Laat me met je moeder spreken.’
‘Onder geen voorwaarde,’ reageerde Romy terwijl ze zich tussen de auto en Chantal posteerde. ‘Mijn moeder is een zenuwinzinking nabij. Als je het waagt haar één vraag te stellen, breek ik je nek.’
Het klonk eerder hysterisch dan bedreigend. Chantal kon zich niet voorstellen dat de broodmagere Romy tot een dergelijke krachtsinspanning in staat zou zijn. Het leek er eerder op dat Lavilliers dochter ieder moment zelf een zenuwinzinking kon krijgen. Haar ogen met de grote opgezette pupillen draaiden rond. Een bleke, zieke huid. Ze hield haar buik vast, alsof ze bang was over haar nek te gaan. Onwillekeurig zette Chantal een stap achteruit. ‘Weet je of het lichaam van je vader is onderzocht op gif?’