‘Oké.’
Hij draaide de auto, zette haar bij het hotel af en reed verder. Ze begon de weg af te lopen, af en toe een blik werpend op de niet onaardige optrekjes die tussen het hotel en de villa van de Lavilliers lagen. Grote vrijstaande huizen met oplopende voortuinen en terrassen aan de rivierzijde. De meeste luiken stonden open. Wie zo mooi woonde, had blijkbaar geen behoefte aan vakantie, tenminste niet in augustus. Op een terras zaten twee oudere mensen te ontbijten. Ze stak haar hand op en werd op dezelfde wijze terug gegroet. Ze had het laatste huis in de rij bereikt. Voor ze de oprit opliep, wierp ze nog snel een blik om zich heen. Niemand. Alleen een paar eenden die als stuntvliegers vlak achter elkaar op het water neerstreken. Ergens klonk klassieke muziek. Terwijl ze de oprit opliep, nam het volume van de muziek langzaam toe zonder echt hard te worden. Ze meende Mozart te herkennen. Het leek erop alsof de muziek van de eerste etage kwam, maar ze kon geen open raam ontdekken. Er was dus wel degelijk iemand thuis. Misschien een huishoudster die geen telefoon mocht aannemen. Alhoewel… huishoudsters reden geen Jaguar.
Ze belde aan en hoorde binnen een elektronische gong slaan. Inwendig telde ze tot twintig. Geen reactie. Nadat ze nogmaals gebeld had en er weer geen reactie was gekomen, liep ze tussen de bodembedekkers naar het terras en wierp door de schuifpui een blik in de woonkamer. Een zwartleren zithoek, een open haard, een eettafel die uitkeek op de achtertuin. Ze klopte op het glas. Geen reactie. Vanaf de eerste etage klonk applaus. U hebt geluisterd naar… De gedragen stem van een radiopresentator. Ze keek over haar schouder en sloeg de hoek om, naar de zijkant van het huis. Over de volle breedte liep een balkon. Het stuk bestaat uit vier delen: allegro, romanze andante, menuetto en… Nadat ze een paar stappen naar achteren gezet had, zag ze aan het bewegen van de vitrage dat de balkondeur openstond.
‘Hallo!’ riep Chantal gebruikmakend van het feit dat er even geen muziek te horen was. ‘Meneer Lavillier, bent u daar?’
Geen reactie.
‘Hallo? Meneer Lavillier?’
Ze liep verder, naar de achtertuin. Een gemillimeterd gazon keek uit op de velden. Een gereedschapsschuur, een composthoop en borders met bloeiende hortensia’s en rozen. Tegen de achterzijde en de grens met de buren was een hoge coniferenhaag. Ze hoefde zich geen zorgen te maken dat iemand haar zou opmerken. Waarom nam niemand de telefoon op? Waren ze al te laat? Ze probeerde de schuifdeur van de eetkamer open te duwen, maar de deur zat potdicht. Dan de keukendeur. Ook op slot. Ze drukte haar neus tegen het deurraam en tuurde naar binnen. Rechts stond een eettafel die slechts voor één persoon was gedekt. Een bord, een koffiekopje, een eierdopje, zout en peper, een jampotje, een schaaltje met croissants. Links was het aanrecht. Ze zag het rode lampje van een koffiezetapparaat, de koffiekan voor minstens de helft gevuld. In haar maag vormde zich een knoop. Iets klopte er niet. Ze nam de gsm en drukte de toets in waaronder ze het nummer van de andere gsm had opgeslagen. Toen achter haar rug een telefoon overging, schrok ze zich lam.
‘Waar blijf je nou?’ Saimir, die kennelijk niet het geduld had gehad om in de auto te blijven wachten, haastte zich om zijn gsm uit te zetten.
Ze wees naar boven. ‘De balkondeur staat open, de radio speelt…’ – haar vinger ging naar het keukenraam –‘… het ontbijt staat klaar, maar eh…’
Saimir fronste zijn wenkbrauwen. Daarna liep hij linea recta naar de gereedschapsschuur om terug te komen met een ladder die hij tegen het balkon plaatste. Vastberaden klom hij naar boven.
Het zijn dezelfde geluiden als gisteravond. Eerst het keffende hondje bij de buren en daarna, bij het openen van de deur, het dichtklappen van het kattenluikje, vervolgens de stilte van een verlaten appartement. Voor de zekerheid maakt Milos toch nog een rondje langs de kamers. De journaliste is niet teruggekomen. De kastdeuren in een van de slaapkamers staan open, als bewijs van de haast waarmee ze gisteren is vertrokken. Waarom is ze met een gewapende zigeuner meegegaan? Heeft hij haar gedwongen?
Milos denkt aan het echtpaar Brunes, de beheerders van Les Ages, die hij zojuist gebeld heeft in de hoop dat de twee misschien iets meer zouden weten over het lot van Nadja. Dag meneer Gilles, hoe gaat het met u? Met de honden gaat alles prima. Nee, sinds u weg bent hebben wij niets van Nadja vernomen. Er is toch niets mis? O, gelukkig maar. Trouwens, weet u al wanneer u terugkomt? De pianostemmer belde wanneer het schikt om de vleugel te stemmen. De Brunes weten duidelijk van niets.
Milos loopt de woonkamer binnen. De deur naar het dakterras is dicht. Verder ziet alles er hetzelfde uit als gisteren. Op tafel de laptop met daarnaast de stapel papieren. Het woord zoemt nog steeds door zijn hoofd. Hij weet zeker dat hij het gisteren ergens heeft gelezen. Met twee handen begint hij de stapel te doorzoeken. Namen, telefoonnummers, adressen van websites en andere aantekeningen. Ortola = Rama staat er op een papier. Milos zou er nog van alles aan kunnen toevoegen, maar hij zoekt verder, blaadje voor blaadje, tot zijn oog op het velletje met het afwijkende handschrift valt.