Home>>read Nacht in Parijs free online

Nacht in Parijs(102)

By:Michael Berg


‘Gaat het?’ vraagt de Albanees.

‘Het gaat,’ houdt Milos zich op de vlakte.

‘Pijn?’

‘Valt wel mee.’

Hij hoort de Albanees grommen. De sfeer is beladen. Na Milos’ noodtelefoontje hebben ze afgesproken op een bovenetage in het dure 16e arrondissement. Grote kamers met hoge plafonds. Het appartement is gestoffeerd, maar meubels staan er nauwelijks. Alleen het allernoodzakelijkste, als in een geïmproviseerd commandocentrum dat ieder moment weer ontruimd kan worden. De tafel staat in het midden van de kamer. De omlaag gerichte studeerkamerlamp verspreidt een indirect licht, waardoor ze in het halfduister zitten. Een fles whisky en twee glazen. Een laptop. Er is een tweede man, die Milos nooit heeft ontmoet, die tegen de muur leunt, zijn handen op zijn rug, en doet alsof hij er niet is. Bij binnenkomst heeft hij Milos gefouilleerd en zijn Glock afgenomen. Straks krijgt hij hem terug. Straks, zei de man met een vals glimlachje.

Terwijl Milos het gevoel heeft dat iedereen tegen hem liegt en hij het appartement niet levend zal verlaten, doet hij zijn verslag. Het slechte nieuws is dat de journaliste is ontkomen, samen met een jongeman met halflang donker haar die met zijn linkerbeen trekt. Het goede nieuws is dat de harddisk de botsing heeft overleefd. De Albanees rookt de ene na de andere sigaret. Ondertussen leest hij de documenten die Milos van de computer van de journaliste heeft gehaald. Het maakt de sfeer er niet beter op. Nog meer grommen. Op de hoek van de tafel ligt een grote gele envelop waar de opdrachtgever af en toe zenuwachtig met zijn vingers over roffelt.

‘Je hebt de boel verknald, Milos,’ klinkt het na een poosje.

Milos knikt. De analyse is correct. Hij heeft prutswerk afgeleverd. ‘Misschien moet je iemand anders vragen om het karwei af te maken.’

‘Je wilt er tussenuit knijpen?’ Het cynische toontje valt niet te missen.

‘Nee,’ haast Milos zich te zeggen. ‘Ik twijfel alleen of ik de juiste man ben. Ik maak fouten die ik vroeger niet maakte.’

‘Jij bent de beste man die ik ken.’ De Albanees werpt hem een glimlach toe, schenkt de glazen bij en neemt een slok, waarbij zijn adamsappel zichtbaar beweegt. ‘Laten we het erop houden dat je een beetje pech hebt gehad.’

In gedachten stelt Milos zich de actie voor. Eén karateslag tegen de adamsappel, één trap tegen de tweede man. Wanneer hij de spierpijn door zijn rug voelt trekken, realiseert hij zich dat in zijn huidige toestand iedere actie tot mislukken gedoemd is.

‘Ondertussen is de zaak er niet eenvoudiger op geworden.’ De opdrachtgever heeft een nieuwe sigaret opgestoken en blaast de rook in Milos’ gezicht. ‘Die jonge zigeuner die je met de vrouw uit het huis hebt zien komen, moet ook worden uitgeschakeld.’

‘Pardon?’

‘Als de journaliste met de zigeuner gaat praten, is de ramp niet te overzien.’ ‘Maar…’

‘Hoeveel moet je erbij hebben?’

Milos schudt zijn hoofd. ‘Daar gaat het niet om. Ik eh…’ Hij heeft het gevoel dat hij ieder moment kan gaan janken, zo moe is hij, doodmoe. ‘Ik wil ermee stoppen.’

‘Is dit een bedreiging?’ klinkt het na een korte stilte.

‘Nee, een simpele mededeling.’

De Albanees begint te grijnzen. ‘Ik kan begrijpen dat je er een beetje doorheen zit. Een dipje. Hebben we daar niet allemaal wel eens last van?’

Achter zijn rug hoort Milos de andere man grinniken.

‘Misschien…’ De opdrachtgever buigt zich over de tafel waardoor Milos de knoflookwalm niet kan ontwijken. ‘Misschien heb je een beetje morele steun nodig,’ zegt de Albanees treiterend. ‘Een opkikkertje. Wat dacht je daarvan?’

‘Hoe bedoel je?’

Uit de binnenzak van zijn colbert haalt hij een papiertje dat hij grijnzend naar de overkant van de tafel schuift. ‘Misschien wil je haar bellen. Je Snoepje.’

Zodra Milos het telefoonnummer ziet, barst hij uit: ‘Smeerlap!’ Voor zijn ogen vormt zich een vlek. De spierpijn wordt verdrongen door een blinde woede. ‘Wat heb je met haar gedaan?’ Nog voor hij kan opstaan, voelt hij het pistool in zijn rug.

‘Relax, Milos.’ De opdrachtgever lacht zijn veel te witte tanden bloot. ‘Met Nadja gaat alles goed. Hier. Overtuig jezelf.’ Hij haalt de foto’s uit de envelop en smijt die een voor een voor Milos’ neus.

Het zijn typisch de foto’s van een paparazzo. De telelens is zo scherp dat Milos ieder plooitje en vlekje op haar huid bij wijze van spreken kan aanraken. Arme Nadja. Ze heeft niet in de gaten hoe ze wordt geobserveerd. Hij ziet het aan de manier waarop ze de flat verlaat, hoe ze in haar gammele tweedehandsauto stapt, de personeelsingang van de Carrefour binnengaat en achter de kassa zit.