‘Het leek me praktischer.’
Kara hoorde nauwelijks wat hij zei. Ze staarde nog steeds naar zijn borst, die indrukwekkend gespierd was. Deed hij aan conditietraining? In een besloten sportschool misschien? Of had hij thuis een sportzaaltje? Eigenlijk wist ze niets over Blake, realiseerde ze zich. Ze was nooit in hem geïnteresseerd geweest. Maar nu kwamen er allerlei vragen bij haar op. Nu zag ze niet haar werkgever, maar een man. Haar hart ging een beetje sneller kloppen.
‘Het is niet meer dan logisch,’ zei hij nu. ‘Je bent mijn rechterhand. Jij zorgt dat deze conferentie gladjes verloopt. We moeten vast het een en ander bespreken. Je moet dicht bij me zijn.’
Je moet dicht bij me zijn! Alleen die woorden drongen door tot haar benevelde brein. Dicht bij hem!
Toen knipperde ze met haar ogen en kwam weer tot zichzelf. ‘Daar ben ik het niet mee eens, Mr. Benedict. We hoeven niet –’
Hij viel haar abrupt in de rede. ‘Miss Redman, Kara, er is nu niets meer aan te doen. Het hotel zit vol.’ Hij keek haar aan alsof hij vond dat ze van een mug een olifant maakte. ‘Maar als het je geruststelt, dan beloof ik je nu dat ik geen inbreuk zal maken op je privacy.’
Kara bloosde tot achter haar oren. Dacht hij werkelijk dat ze daaraan had gedacht? Ze wierp hem een verontwaardigde blik toe waarna ze zich omdraaide en terugbeende naar haar eigen kamer. Na haar eerste bezorgdheid had ze zich verheugd op het reisje. Ze had gehoopt iets van Milaan te kunnen zien, maar nu werd ze bang. Waar was de barrière gebleven die ze zogenaamd had opgetrokken? Na één blik op een heel klein stukje van zijn blote borst was ze bezweken. Was dat niet dom? Ze gedroeg zich als een tiener in plaats van als een vrouw van zesentwintig.
Helaas zag ze Blake Benedict nu in een volkomen ander licht. Dat kon de hele conferentie bederven, tenzij ze zich in de hand hield. Zelfs met zijn overhemd dicht en een das om, zijn jasje over zijn indrukwekkende borst, dan nog zou ze zich herinneren wat ze had gezien. Het zou door haar hoofd blijven spoken. Ze zou zijn borst dolgraag nog een keer willen zien, hem misschien zelfs aanraken! Lieve hemel, dit was krankzinnig. Ze veranderde in iemand die ze niet herkende.
Ze moest voorzichtig zijn. Blakes houding tegenover haar was ook veranderd. Eerder had hij nooit moeite gedaan om haar te leren kennen. Ze was een onopvallende vrouw geweest die rustig en efficiënt zijn kantoor draaiende hield. Maar tijdens de vlucht naar Italië was er iets gebeurd. Hij had haar beter bekeken en had een veranderde vrouw gezien. En als ze mocht afgaan op haar instinct was hij nu echt in haar geïnteresseerd.
Misschien maakte ze echter inderdaad van een mug een olifant. Misschien zag ze spoken. Opnieuw bloosde ze van schaamte. Was ze maar niet naar zijn kamer gegaan. Ze had hem pas op de vingers moeten tikken als hij te ver was gegaan. Nu zou het vreselijk onaangenaam zijn om hem weer onder ogen te komen. Ze zou al haar moed nodig hebben om hem met opgeheven hoofd tegemoet te treden en te doen alsof er niets aan de hand was.
Nadat ze haar koffer had uitgepakt, ging ze zich douchen. Die avond werd er een diner gegeven om de mensen die de conferentie bijwoonden kennis met elkaar te laten maken. Een zogezegd ontspannen avondje voordat ze serieus aan het werk gingen. Het probleem was dat ze zich onbehaaglijk bleef voelen over het feit dat Blake Benedict zich aan de andere kant van die deur bevond.
Stond hij zich ook te douchen? Naakt? Was al die prachtige gebruinde huid te zien? Ze raakte er helemaal opgewonden van. Hoewel ze zich bleef voorhouden dat ze zich alles verbeeldde, kon ze hem niet uit haar gedachten zetten.
Wat natuurlijk belachelijk was. Ze werkte al bijna een jaar voor hem en was nog nooit geïnteresseerd in hem geweest. Waarom nu dan wel? Kwam het omdat ze hem voor het eerst als mens zag, in plaats van als een man die volkomen opging in zijn werk? Of was het juist andersom? Kwam het doordat hij belangstelling leek te tonen voor haar?
Was dat het? Viel ze voor hem? En zo ja, kwam het doordat hij de eerste man was die belangstelling voor haar toonde? Laat me alsjeblieft niet zo zwak zijn dat ik voor hem val, bad ze. Laat me alsjeblieft niet zo zijn als al die andere vrouwen.
Toen het tijd was om zich aan te kleden, twijfelde ze tussen een van de mantelpakjes die ze altijd naar haar werk droeg en een zwarte jurk die ze ooit had gekocht voor een nieuwjaarsfeestje waar ze uiteindelijk niet heen was gegaan. Haar vader was pas een paar maanden daarvoor overleden en ze had haar moeder niet alleen willen laten. Maar was de jurk niet te gekleed voor die avond? Kon ze hem niet beter bewaren voor het afscheidsdiner?
Omdat ze nooit uitging, stond ze nog in tweestrijd toen er hard op de deur werd geklopt. ‘Kara, ben je klaar?’
Ze kreunde inwendig. ‘Bijna! Ik kom zo.’