‘Hoe durf je dat te zeggen?’ Met fonkelende ogen keek ze hem aan. ‘Dat zou ik nooit doen. Het is echt jouw baby en dat kun je beter geloven. Laat dat geld maar zitten. Ik zie nu dat het een vergissing was om je om hulp te vragen.’
Toen hij een combinatie van woede en wanhoop op haar gezicht zag, voelde hij zich om de een of andere reden vreselijk onbehaaglijk. Hij zou haar uit zijn leven moeten schoppen. In plaats daarvan deed hij haar een voorstel.
‘Ik geef je het geld, maar op één voorwaarde. Je komt bij mij wonen.’ Misschien was het een krankzinnig voorstel, maar hij kon haar niet afwijzen. Hoe teleurgesteld hij ook was over haar opportunisme, ze betekende meer voor hem dan alle andere vrouwen met wie hij was omgegaan. Hij was ervan overtuigd dat er iets anders aan de hand was en was vastbesloten om het tot op de bodem uit te zoeken. Waarom had ze zoveel geld nodig? Daar kon hij maar op één manier achter komen: door bij haar in de buurt te blijven.
‘Bij jou wonen?’ Heel even leefde haar hoop op. Had ze dat niet de hele tijd gewild? Met Blake samenwonen? Een toekomst met hem opbouwen? Uit zijn koude blik maakte ze echter op dat hij haar geen toekomst bood, maar een gevangenis. In ruil voor het geld zou ze zijn eigendom zijn. Zouden mannen dan altijd de leiding hebben over haar leven? Eerst haar vader, daarna de woekeraar en nu Blake. Als ze Blakes geld aannam, zou ze bevrijd zijn van de ene keten, maar die werd eenvoudig vervangen door een andere. ‘Dat kan ik niet, Blake,’ zei ze dus.
Haar antwoord bracht hem zo in verwarring, dat hij even moest nadenken. Als ze bij hem introk, kreeg ze het soort leven dat ze wilde: een leven dat hemelsbreed verschilde van het leven dat ze nu leidde. Waarom sloeg ze zijn voorstel dan af? Had ze het geld nodig voor iets anders dan een luxeleventje? Wat verzweeg ze voor hem?
Onwillekeurig vroeg hij zich af of haar moeder ook in het complot zat. ‘Weet je moeder dat je me geld vraagt? Heeft zij het soms voorgesteld?’ Toen Kara ineenkromp, haar ogen afwendde en rood werd, wist hij genoeg.
Hij was zo teleurgesteld, dat hij het gevoel had dat iemand een mes in zijn hart had gestoken en het in tweeën had gesneden. De vroeger zo onschuldige Kara, zijn assistente die kalm en efficiënt haar werk deed, was opeens niet anders meer dan alle andere vrouwen met wie hij een verhouding had gehad.
Als ze niet zwanger van hem was geweest, had hij haar op staande voet ontslagen. Maar al kon men veel op hem aanmerken, zo wreed was hij niet. Hij zou haar echter vertellen dat ze geen cent meer van hem loskreeg dan nodig was voor de opvoeding van zijn kind. Althans, niet tot hij precies had uitgevonden waarom ze zoveel geld wilde.
‘Het spijt me dat ik het heb gevraagd.’ Kara had zich nog nooit in haar leven zo vernederd gevoeld als nu. Blake keek haar zo minachtend aan, dat ze wilde vluchten om hem nooit meer onder ogen te hoeven komen. Ze had van meet af aan geweten dat het een slecht idee was hem om geld te vragen, maar dom genoeg had ze nooit verwacht dat het zo zou aflopen. Naïef als ze was, had ze gehoopt dat Blake haar gewoon het geld zou overhandigen zonder vragen te stellen. Maar dit was Blake Benedict, zakenman bij uitstek! Opnieuw besefte ze hoe verkeerd ze zijn gevoelens voor haar had beoordeeld.
‘Mij ook.’ Zijn kalmte was dodelijker dan woede. ‘Zullen we dan nu aan het werk gaan?’
Het liefst was ze ervandoor gegaan. Ze had zich verlaagd voor niets. Ze wilde weggaan en Blake nooit meer zien. Maar dan was ze haar baan kwijt, en dat kon ze zich niet permitteren. Zeker nu niet. Maar ze vroeg zich af hoe ze de dag moest doorkomen. Gelukkig was het vrijdag, dus ze had het hele weekend om over haar vernedering heen te komen.
De sfeer was zo ijzig, dat ze blij was dat Blake vroeg werd weggeroepen.
Na haar werk ging ze direct naar huis. Ze vertelde haar moeder dat Blake had geweigerd om hun het geld te lenen en ze vermeldde er expres niet bij dat hij had voorgesteld dat ze bij hem introk.
Lynne barstte in tranen uit. ‘Wat moeten we nu?’
Bezorgd sloeg Kara haar armen om haar moeder heen. ‘Laten we er even niet aan denken. Ik ga theezetten en we gaan tv-kijken en zetten Blake en de woekeraar uit onze gedachten.’
Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar in ieder geval werd Lynne kalmer.
Zaterdag stelde Kara voor om te gaan winkelen. Daar knapte haar moeder altijd van op. ‘Zelfs als we alleen maar etalages kijken, zal het je goeddoen om er even uit te zijn.’
Ze hadden een fijne dag, en het lukte Kara zelfs om niet aan Blake te denken. Ze had de hele nacht liggen woelen, steeds opnieuw belevend hoezeer hij haar had vernederd. Diep in haar hart wist ze echter dat ze het hem niet kwalijk kon nemen dat hij had geweigerd om haar het geld te geven. Per slot van rekening had ze hem niet verteld waarvoor ze het nodig had. Het was belachelijk dat ze had verwacht dat hij zou geloven dat het allemaal voor de baby was.