‘Ik denk dat het uit is tussen Blake en mij.’
Lynne wachtte wijselijk zonder iets te zeggen tot haar dochter het toelichtte.
Bij het zien van haar moeders meelevende blik verloor Kara haar laatste restje zelfbeheersing. ‘Hij heeft me naar huis gestuurd,’ zei ze huilend.
In plaats van iets te zeggen, spreidde haar moeder haar armen. Kara stortte zich erin en voelde zich weer een kind. Toen ze klein was, hadden haar moeders kussen de situatie altijd beter gemaakt. Maar ditmaal konden ze dat niet. Niets kon de situatie beter maken.
‘Ik ben zwanger van hem, en daar is hij niet blij mee.’
‘Ben je zwanger?’ vroeg haar moeder ontzet.
Kara knikte. Van haar gezicht was af te lezen hoe ongelukkig ze was. ‘Bekritiseer me alsjeblieft niet. Het was niet mijn bedoeling. We zijn altijd voorzichtig geweest. Ik heb geen idee hoe het is gebeurd.’
Lynne streelde haar dochters haar en keek haar verdrietig aan. ‘Natuurlijk is het een schok voor me, maar het is niet het einde van de wereld, schat. Blake is vast net zo geschokt als ik. Hij heeft tijd nodig om het te verwerken. Maar hij trekt wel bij. Hij is een goede man.’
‘Ik wilde dat ik daar net zo zeker van was als jij.’
‘Je weet toch dat mannen vreemde wezens zijn,’ zei haar moeder. ‘Kijk maar naar je vader.’
Kara wilde zelfs niet aan haar vader denken. ‘Ik dacht dat Blake anders was.’ Ze maakte zich los uit haar moeders armen en liep naar de overkant van de kamer. ‘Hij is de enige man bij wie ik me ooit op mijn gemak heb gevoeld, de enige man die ik ooit heb vertrouwd. Hij heeft me tot leven gebracht. Hij heeft me een goed gevoel over mezelf gegeven. Maar als puntje bij paaltje komt, is hij net als de rest, mama.’
‘Dat geloof ik niet. Volgens mij legt hij zich binnen een paar dagen neer bij het onvermijdelijke. Hij kan je niet in de steek laten. Niet als hij de vader is.’
‘Hij betwijfelde zelfs of hij dat was.’ Ze kon net zo goed de hele waarheid vertellen.
Lynne fronste ongelovig haar wenkbrauwen. ‘Maar als je niet uit bent met hem, dan ben je altijd thuis. Waarom denkt hij dan dat hij de vader niet is?’
‘Hij heeft me een keer met een andere man gezien,’ bekende Kara met een wrang lachje.
‘Met wie dan?’ vroeg haar moeder verbijsterd. ‘Een collega van je?’
Zonder antwoord te geven, schudde Kara haar hoofd, maar haar moeder liet het er niet bij zitten. ‘Met wie dan?’
‘De woekeraar.’
‘De woekeraar?’
‘Ja. Op een avond buiten het huis. Hij bedreigde me. Ik heb het je niet verteld omdat ik je niet ongerust wilde maken. Blake zag hem van een afstand en dacht dat we elkaar kusten. Ik… Mama!’ Ze sprong naar haar moeder toe toen die op haar stoel in elkaar zakte.
Wat daarna kwam, was een nachtmerrie. De ambulance. Het ziekenhuis. Wachten. Ze gaf zichzelf de schuld. Ze had die vreselijke man niet ter sprake moeten brengen. Hij was de grootste vijand van haar moeder. Die man was erg slecht. De nagel aan hun doodkist.
Doodongerust bracht ze de nacht door in het ziekenhuis. Pas toen haar werd verteld dat haar moeder buiten levensgevaar was, voelde ze zich wat beter. Haar moeder had geen hartaanval gehad, maar moest rusten en mocht zich niet opwinden.
Een dag later mocht Lynne naar huis. Hoewel ze nog erg bleek zag en moest rusten, stond ze erop dat Kara geen vrij nam. ‘Ik red me wel. Als je niet naar je werk gaat, denkt Blake dat je wegblijft vanwege hem, omdat je bang bent.’
‘Bang voor Blake? Nooit!’ zei ze heftig. Ze was banger voor haar moeders gezondheid. Niettemin had haar moeder gelijk. Ze moest gaan werken.
Ze spraken geen van beiden over de oplichter die op hun geld uit was, maar Kara zag haar moeder soms diep in gedachten wegzinken. Haar eigen gedachten waren verward. Steeds opnieuw wenste ze dat ze die man niet ter sprake had gebracht. Meer dan ooit besefte ze hoeveel effect de hele situatie had op haar moeder. Hoe moesten ze in vredesnaam rondkomen wanneer de baby er was? Ze zag de toekomst somber in.
Ze vroeg een buurvrouw om maandag op haar moeder te letten, terwijl zij op haar werk was.
Tot haar opluchting was Blake afwezig. Ze wist echter dat hij eerder die ochtend op kantoor was geweest, aangezien hij een hele lijst instructies voor haar had achtergelaten. Haar hart, dat had gebonsd van paniek bij de gedachte dat ze hem weer onder ogen moest komen, klopte algauw weer normaal.
De dag was al bijna om toen hij terugkwam, en hij riep haar meteen naar zijn kantoor. Hoewel haar hart sneller klopte, keek ze hem met opgeheven hoofd aan.
‘Ga zitten,’ zei hij nors toen ze voor zijn bureau bleef staan.
Kara ging zitten. Ze was blij dat ze dat kon doen, aangezien ze bijna door haar knieën zakte. Iets in Blakes gezichtsuitdrukking deed de rillingen over haar rug lopen. Een paar weken geleden, zelfs één week geleden, zou ze nooit hebben gedacht dat hun relatie gevaar liep. Ze was zo gelukkig geweest als nooit tevoren. En nu had ze geen idee meer wat de toekomst voor haar in petto had.