Misschien zou hij wel geld aanbieden om het te laten wegmaken. Het idee alleen al vervulde haar met afgrijzen. Toen schudde ze haar hoofd. Nee, dat zou hij niet willen. En zij ook niet, hoe moeilijk het ook werd.
Ze kon beter gaan bedenken hoe ze hun financiële problemen moest oplossen zodra ze niet meer kon werken. De enige uitweg was verhuizen, naar een plaats waar de woekeraar hen niet kon vinden. Zolang hij hen uitzoog, kon ze onmogelijk voor een baby zorgen.
Huilend keek ze naar het bewijs. Kon haar blik de uitslag maar veranderen. Maar dat was onmogelijk. Ze moest onder ogen zien dat ze moeder werd, met alle complicaties van dien.
Hoe moest ze het trouwens aan haar moeder vertellen? Haar bekennen dat ze hen nog dieper in de nesten had gewerkt? De toekomst zag er somber uit. Zelfs als ze verhuisden en ontsnapten uit de klauwen van de geldschieter, dan hadden ze nog geen spaargeld om op terug te vallen. Er stond hun weinig goeds te wachten.
Ze wachtte tot vrijdag voordat ze Blake het nieuws vertelde. Het was een gewoonte geworden dat ze vrijdag bij hem thuis ging eten. Hoewel hij haar steevast probeerde over te halen om het weekend te blijven, deed ze dat nooit omdat ze haar moeder niet zo lang alleen wilde laten. Uiteindelijk gingen ze altijd met elkaar naar bed en kwam ze erg laat thuis.
Deze vrijdagavond was Kara zo nerveus, dat ze geen hap door haar keel kon krijgen. Blake zou niet blij zijn. Ze wist zeker dat hij haar niet als een permanent deel van zijn leven zag. Moest ze weggaan zonder het te vertellen? Maar over een paar maanden zou hij het toch merken. Ze zou niet kunnen verbergen dat ze zwanger was.
‘Is er iets?’ vroeg Blake bezorgd fronsend. ‘Je schuift dat stukje kip nu al vijf minuten rond op je bord. Voel je je niet lekker?’ Hij pakte haar hand. ‘Je ziet de hele week al een beetje bleek. Je wordt toch niet ziek?’
Ten slotte keek ze hem met een geforceerd lachje aan. Ze vermande zich en probeerde er zo ongedwongen en blij mogelijk uit te zien. Als zij blij keek, zou hij misschien ook blij zijn. ‘Ik moet je iets vertellen.’
‘Wat dan?’ vroeg hij benieuwd.
Het was nu of nooit. ‘Ik ben… zwanger. Van jou.’
Maar hij keek niet blij. Ze had te veel gehoopt. Er kwam een trek van puur ongeloof op zijn gezicht, en hij keek haar zo strak aan, dat ze begon te trillen. ‘Dat kan niet.’
‘Ik weet toch zelf wel of ik zwanger ben of niet.’ Ze deed haar best om zijn reactie te negeren. Het was een schok voor hem, net zoals het voor haar was geweest. Hij had alleen even nodig om het te laten bezinken – dat hoopte ze tenminste. ‘Ik ben echt zwanger van je, Blake.’
Met bonzend hart wachtte ze op zijn reactie, en wat ze zag, beviel haar niet. Hij fronste zijn wenkbrauwen, kneep zijn ogen samen en keek haar aan alsof ze een volkomen vreemde was die hem iets vertelde wat hij niet wilde horen. Er was niets meer over van het medeleven en de warmte van zo-even. Alleen nog maar ijskoud ongeloof.
‘Zeg dat het niet waar is.’ Zijn hele lichaam was strak, zijn spieren waren gespannen en in zijn ogen lag een onheilspellende blik.
Haar maag draaide zich om. Het was bijna alsof hij zei dat hij hun kind niet wilde. Dat was zo wreed, dat ze er zelfs niet over wílde nadenken. Ze wist dat hij in het verleden was gekwetst, bedrogen door zijn vrouw, maar zelfs dan…
‘Ik heb een test gedaan,’ zei ze kalm, maar resoluut. Ze keek hem recht in de ogen. ‘Ik ben echt zwanger.’
Kara hoorde hem sissend uitademen voordat hij zich omdraaide om uit het raam te kijken. Toen ze zijn stramme schouders zag, wist ze dat ze iets moest zeggen om de spanning weg te nemen. Hij had tijd nodig om het nieuws te verwerken. Maar dat deed niets af aan het feit dat ze zijn kind droeg. Daar konden ze geen van beiden iets aan veranderen.
‘Weet je zeker dat het van mij is?’ Met fonkelende ogen draaide hij zich om.
‘Natuurlijk.’ Ze keek hem geschokt en ongelovig aan. ‘Hoe kun je zelfs maar denken dat ik met een andere man naar bed ben geweest? Jij hebt me alles geleerd wat ik weet over relaties, over vertrouwen, over het bedrijven van de liefde.’
‘Liefde?’ zei hij smalend. ‘Ik geloof niet meer in liefde. Het was seks, erg goede seks.’
Hoewel Kara wist hoe hij daarbij kwam, deed zijn harde opmerking toch pijn. ‘Ik ben niet als Melanie, Blake,’ zei ze, met moeite haar stem in bedwang houdend. ‘Ik zweer dat ik niet met een andere man naar bed ben geweest.’
‘Ik heb je gezien in de armen van een andere man,’ zei hij zo scherp, dat er een rilling over haar rug liep.
‘En ik heb je verteld wie hij was. Waarom zou ik een andere man willen als ik jou heb?’ Hoe kon hij denken dat ze hem zou bedriegen? Ze was niet zoals zijn ex-vrouw. Ze zou nooit iets achterbaks doen. Dat moest hij toch weten? Inmiddels kende hij haar toch goed genoeg?