‘Het gaat me natuurlijk niet aan, maar volgens mij is daar iets speciaals gebeurd. Je ziet eruit alsof je verliefd bent, Kara!’
Verliefd! Blozend schudde ze haar hoofd. ‘Ik ben niet verliefd, mama. En dat zal ik ook nooit worden.’
‘Maar er is daar iets gebeurd, hè?’
Ze kon er niet omheen. Hoewel het feitelijk alles voor haar had betekend, haalde ze achteloos haar schouders op. ‘Ik heb een… romance gehad.’
Het was lang geleden dat haar moeder er zo gelukkig had uitgezien als nu. ‘Ik wist het,’ zei ze glimlachend. ‘Met wie? Zie je hem terug?’
Wetend dat haar moeder niet zou rusten voor ze de waarheid kende, zuchtte Kara diep. ‘Met mijn baas.’
‘Blake Benedict?’ vroeg haar moeder geschokt. ‘Was dat wel verstandig, schat? Heeft hij niet een vreselijk slechte reputatie?’
‘Ja.’
‘En ga je ermee door?’
‘Natuurlijk niet,’ zei Kara. ‘Ik wil niet dat het hele kantoor ervan weet. Het was maar… een vakantieromance. Een avontuurtje.’
‘Dat is niets voor jou, Kara,’ zei haar moeder stellig. ‘Ik hoop dat hij je geen verdriet doet.’
‘Zo is Blake niet,’ verklaarde ze zorgeloos. ‘We zijn het met elkaar eens.’
Dat nam ze tenminste aan. Hoewel ze het er niet over hadden gehad, was ze ervan overtuigd dat Blake hier in Engeland niets van een verhouding zou willen weten. Het was opwindend geweest zolang het duurde, een intense seksuele ervaring. Maar ze had erin berust dat het verder niets voor hem betekende.
Nadat ze het weekend thuis had doorgebracht, ging ze maandagochtend met angst en beven naar kantoor.
Blake keek zowel verrast als blij toen ze binnenkwam.
‘Hoe gaat het met je moeder?’ vroeg hij meteen. ‘Ik was er niet zeker van of je vandaag zou komen.’
‘Stukken beter.’ En met haar ook, nu ze hem zag! Eén blik op zijn gezicht en ze voelde zich weer een echte vrouw. Ze zou het fijn hebben gevonden als hij zijn armen om haar heen had geslagen en haar tegen zijn sterke borst had gedrukt.
‘Weet je het zeker?’
‘Heel zeker. Zodra we thuis waren, ging het al beter.’
‘Als ik had geweten dat jullie weer thuis waren, was ik langsgekomen. Ik had geen idee waar je was. Ik was vreselijk ongerust, Kara.’
‘Dat is erg aardig van u, Mr. Benedict.’
‘U? Mr. Benedict?’ vroeg hij met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Wat krijgen we nou?’ Toen klaarde zijn gezicht op. ‘Dat zeg je omdat we op het werk zijn, hè? Om de schijn op te houden. Denk je dat dat lukt? Laat die onzin maar achterwege, in ieder geval zolang we alleen zijn.’
‘Ik wist niet eens of ik nog wel een baan had. U, eh… je zei wel dat je me niet kwijt wilde, maar –’
‘Kara!’ riep hij met grote ogen. ‘Hoe kom je erbij? Ik zou me geen raad weten zonder jou.’
Onwillekeurig had ze gedacht aan de roddelpraatjes die op kantoor de ronde deden. Iedereen wist dat zijn relaties met vrouwen van korte duur waren!
Waarschijnlijk had hij haar gedachten van haar gezicht gelezen, want hij zei: ‘Aha! Laat me raden. Je hebt gehoord dat mijn twee vorige assistentes zijn weggegaan nadat ze mee waren geweest naar een conferentie. En in je onschuld telde je net als iedereen een en een bij elkaar op, en toen kwam je tot de slotsom dat ik met ze naar bed was geweest en ze daarna had ontslagen. Ik vond het gerucht vermakelijk, maar ze hebben ontslag genomen omdat ze niet tegen de werkdruk konden. Jij, daarentegen, kunt álles aan.’
Kara voelde dat ze bloosde.
‘En zelfs in die vreselijke kleren ben je nog sexy. Het zal me moeite kosten van je af te blijven. Je bent tegelijkertijd preuts en begerenswaardig.’
‘Ik voel me gevleid.’ Zoals altijd op kantoor had ze een donker pakje en platte schoenen aan. Ze droeg haar haar in een staartje en had geen make-up op. ‘Maar wat er in Italië tussen ons is gebeurd, moeten we vergeten. Ik werk voor je. Laten we het daarbij houden.’ Hoe moeilijk het ook was dat te zeggen, ze geloofde echt dat het het beste was. ‘Zullen we nu dan maar aan het werk gaan?’
Als ze buiten het werk met Blake bleef omgaan, dan moest ze hem deelgenoot maken van haar familieleven, en dat wilde ze voor geen prijs. Ze wilde haar privéleven en haar werk strikt gescheiden houden.
In zijn ogen stond duidelijk te lezen dat hij het niet geloofde en dat haar woorden hem allesbehalve bevielen. ‘Durf je met je hand op je hart te zeggen dat je naar me kunt kijken zonder iets te voelen? Dat je niet net zo naar mij verlangt als ik naar jou?’
Kara haalde diep adem. ‘Natuurlijk niet. Maar ik wíl niet naar je verlangen. En daardoor gaat het over.’