Ze voelde zich alsof hij haar in het meer had gegooid en liet verdrinken. Zojuist had hij haar vermoeden bevestigd dat dit voor hem niet meer dan een tijdelijke verhouding was. Een vakantieromance! Iets wat zij zich de rest van haar leven zou herinneren, maar hij niet.
Hoe het haar lukte om de schijn op te houden dat er niets aan de hand was, begreep ze zelf niet. Ze keek op haar horloge en deed alsof ze verbaasd was dat het al zo laat was. ‘We moeten terug.’
Ondanks zijn woorden was ze echter nog steeds in de ban van hem. Als hij het wilde, dan zou ze opnieuw de liefde met hem bedrijven. Hij had haar betoverd; ze wilde hem niet kwijt. Hij was een deel van haar en zij een deel van hem.
Hoofdstuk 6
Na het avondeten zaten Kara en Blake buiten op het terras te kijken naar de zon, die langzaam achter de bergen zakte. Het was hier volmaakt, dacht ze. Ze was een beetje bedroefd omdat ze nog maar één dag bleven.
Ze dacht erover om Blake te vragen of ze een paar dagen langer konden blijven, maar het volgende moment herinnerde ze zich hoeveel bezwaar ze al tegen deze twee dagen had gemaakt. En natuurlijk verwachtte haar moeder haar terug! Ze schoot rechtovereind. Hoe had ze haar moeder kunnen vergeten? Hoe was het mogelijk dat ze de hele dag niet één keer aan haar had gedacht?
‘Wat is er?’
‘Ik dacht aan mijn moeder, vroeg me af hoe het met haar ging. Ik voel me nu schuldig dat ik plezier heb gehad.’ Plezier was een te zwak woord voor de gevoelens die haar lichaam hadden doen gloeien. ‘Zevende hemel’ of ‘paradijs’ waren betere benamingen. Ze was blij dat haar blos in het afnemende licht niet te zien was.
‘Bel haar dan op,’ zei hij, haar zijn mobieltje gevend.
Hij had het nog niet gezegd of haar eigen telefoon ging. Zodra ze haar moeders paniekerige stem hoorde, wist Kara dat er iets heel erg mis was. Ze stond op en liep een eindje bij Blake vandaan om te voorkomen dat hij hoorde wat ze zei.
‘Je moet naar huis komen,’ zei Lynne dringend. ‘Hij heeft ontdekt waar ik ben. Hij kwam hier net om geld vragen. Ik ben bang, Kara. Hij was vreselijk gemeen. Veel erger dan anders.’
Het werd Kara koud om het hart. Zo ongerust als nu had ze haar moeder nog nooit horen praten. Meestal berustte ze in haar lot. Maar hoewel Kara zelf ook bijna in paniek raakte, wist ze haar stem kalm te houden. ‘Natuurlijk kom ik naar huis. Probeer rustig te blijven. Ik zal met Blake praten. Ik kom zo gauw mogelijk.’
Ze praatte nog even met haar moeder in een poging haar te kalmeren. Omdat Lynne een zwak hart had, was het riskant als ze zich zo opwond. Zelf moest Kara een paar keer diep ademhalen voordat ze weer naast Blake ging zitten. Haar hart klopte in haar keel.
‘Wat is er?’ vroeg hij. ‘Je bent lijkbleek.’
‘Mijn moeder voelt zich niet goed. Ik moet naar huis.’ Ze hield zich op de vlakte. Ze vond het veel te gênant om te bekennen dat haar vader hen zo schaamteloos had opgelicht. En Blake kennende zou hij er misschien iets aan willen doen. Dan zouden ze bij hem in het krijt staan. Wilde ze dat?
Nee, absoluut niet. Bovendien zou hun persoonlijke relatie voorbij zijn zodra ze terug waren in Engeland. Daar was ze van overtuigd. Hij had haar niets beloofd. Integendeel zelfs. Hij zou niet willen dat zijn personeel op de hoogte kwam van hun verhouding en zou er meteen bij terugkomst een streep onder zetten. Hun relatie zou weer puur zakelijk zijn. Het zou dus een enorme vergissing zijn om hem over hun schuld te vertellen!
De afgelopen dagen kon ze beter beschouwen als een aangenaam intermezzo. Een geweldig intermezzo! Eigenlijk meer dan geweldig, maar ze kon geen andere superlatieven bedenken om te beschrijven wat haar was overkomen. In ieder geval zou ze de herinneringen eraan hebben. Verbazingwekkende herinneringen die ze de rest van haar leven zou koesteren.
‘Dat spijt me. Natuurlijk moet je dan naar huis.’ Onder het praten had hij al een nummer ingetoetst op zijn telefoon, en in minder dan geen tijd waren ze op weg naar het vliegveld.
Het voordeel van Blake was dat hij veel dingen voor elkaar kreeg, dacht Kara. Geld was macht.
‘Wat is er met je moeder gebeurd?’ vroeg hij oprecht bezorgd. ‘Ligt ze in het ziekenhuis?’
Kara schudde haar hoofd, zich niet bewust van haar sombere blik en haar lijkbleke gezicht. ‘Ze heeft een zwak hart en lijdt onder andere aan paniekaanvallen – heel ernstige. Een erfenis van mijn vader, vrees ik.’ Daar was niets van gelogen. ‘Ze heeft me nodig. Ik had niet weg moeten gaan. Ik neem het mezelf kwalijk. Ik –’
‘Kara!’ Blake pakte haar ijskoude hand. ‘Je hebt jezelf niets te verwijten. Iedereen moet er af en toe eens tussenuit. Kun je niet beter iemand inhuren om te helpen met je moeder? Ik zou met plezier –’