‘Wat wil je vanavond eten?’
‘Biefstuk.’
‘Ik ook. Wat zijn je plannen voor het weekend?’
‘Er is mooi weer voorspeld. Ik had me voorgenomen naar de Hamptons te rijden. Na de afgelopen paar weken heb ik behoefte om de zee weer eens te zien.’
‘Je hebt daar een huis.’
‘Ja. Ik denk dat ik Matt toch maar uitkoop. Ik ben dol op mijn huis en hij is eigenlijk niet belangrijk. Zin om mee te gaan?’
‘Graag!’
Chris bracht een antieke wandelstok voor Darcy mee, die ze kon gebruiken zolang haar verstuikte enkel nog niet genezen was.
‘Hij is prachtig,’ liet ze hem weten.
Chris sloeg zijn armen om haar heen. ‘Heb je alles geregeld? Waar zijn je spullen?’
‘Ik heb alleen die tas.’ Greta had gebeld en erop aangedrongen dat Chris Darcy meenam voor een lang weekend in Darien. De telefoon rinkelde.
‘Ik neem niet op,’ zei Darcy. ‘Of wacht... Ik heb geprobeerd mijn ouwelui in Australië te bereiken. Misschien heeft de telefoniste hen eindelijk te pakken kunnen krijgen.’
Het waren inderdaad haar ouders, die beiden aan de lijn kwamen.
‘Er is echt niets met me aan de hand. Ik wilde alleen even zeggen...’ Ze aarzelde. ‘... dat ik jullie erg mis. Ik... ik hou van jullie...’ Darcy lachte. ‘Waarom zou ik iemand ontmoet hebben?’
Ze gaf Chris een knipoogje. ‘Om eerlijk te zijn... ik heb een aardige jongeman leren kennen. Hij heet Chris Sheridan. Jullie zullen er wel mee instemmen. Hij doet hetzelfde werk als ik, maar dan in de betere kringen. Hij is eigenaar van een antiekzaak. Hij is knap, sympathiek en weet er te zijn als je hem nodig hebt... Hoe ik hem heb ontmoet?’
Alleen Erin, dacht ze, zou de ironie van haar antwoord echt kunnen waarderen. ‘Geloof het of niet, maar ik heb hem leren kennen via contactadvertenties.’
Ze keek op naar Chris en hun ogen ontmoetten elkaar. Hij glimlachte. Ik heb het mis, dacht ze. Chris begrijpt het ook.