Chris vloekte binnensmonds. Met ziekmakende helderheid zag hij weer het moment, nu vijftien jaar geleden, waarop hij Nans lichaam had gevonden.
Een receptioniste tikte op de half openstaande deur. ‘Een meneer Cizek van de FBI zegt dat u hem verwacht,’ zei ze tegen Nona.
Nona knikte. ‘Laat hem maar binnen.’
Bij zijn binnenkomst wilde Cizek de omvangrijke gastenlijst voor het toneelschrijversgala uit een uitpuilende bruine envelop trekken, maar de lijst bleef steken. Toen hij het met een harde ruk probeerde, schoot de paperclip eraf en vielen de vellen papier her en der op de grond. Nona en dr. Weiss hielpen bij het oprapen.
Vince zag dat Chris telkens weer zijn handen tot vuisten balde. ‘We hebben twee hoofdverdachten,’ zei hij tegen Chris, ‘en we laten beiden schaduwen.’
Dr. Weiss bekeek een van de pagina’s die hij had opgeraapt en zei, alsof hij hardop dacht: ‘Ik dacht dat hij het te druk had met zijn contactadvertenties om naar feestjes te gaan.’
Vince keek vlug op. ‘Over wie heeft u het?’
Weiss leek zich te generen. ‘Over dr. Michael Nash. Neem me niet kwalijk. Dat was geen fatsoenlijke opmerking.’
‘Fatsoen telt hier niet,’ zei Vince scherp. ‘Het zou heel belangrijk kunnen zijn dat dr. Nash bij dat benefietgala aanwezig was. Zo te horen mag u hem niet. Waarom niet?’
Alle ogen waren gericht op Martin Weiss. Hij leek met zichzelf te overleggen en zei toen: ‘Dit moet onder ons blijven. Een van Nash’ ex-patiëntes, die nu bij mij in behandeling is, zag hem in een restaurant met een jonge vrouw die ze kende. Tijdens haar volgende ontmoeting met die vrouw plaagde ze haar daarmee.’
Vince voelde zijn zenuwen tintelen zoals dat altijd gebeurde wanneer hij een doorbraak in een zaak bespeurde. ‘Ga verder, dokter.’
Weiss keek alsof hij zich niet op zijn gemak voelde. ‘De jonge vriendin van mijn patiënte zei dat ze de man had ontmoet nadat ze op zijn contactadvertentie had gereageerd en niet verbaasd was geweest toen ze ontdekte dat hij had gelogen over zijn naam en achtergrond. Ze voelde zich heel onbehaaglijk in zijn gezelschap.’
Vince merkte dat dr. Weiss zijn woorden voorzichtig koos. ‘Dokter,’ zei hij, ‘u weet waar we mee bezig zijn. U moet eerlijk tegen me zijn. Hoe denkt u persoonlijk over dr. Michael Nash?’
‘Ik vind het immoreel dat hij onder valse voorwendsels research doet voor een professioneel boek,’ antwoordde Weiss behoedzaam.
‘U draait eromheen,’ zei Vince. ‘Als u in de getuigenbank stond, hoe zou u hem dan beschrijven?’
Weiss wendde zijn ogen af. ‘Als een eenzelvig mens,’ zei hij kortaf. ‘Verdrongen persoonlijkheid. Uiterlijk innemend, maar in wezen asociaal. Heeft vermoedelijk diepgewortelde problemen, die zich in zijn jeugd begonnen te manifesteren. Hij is echter een geboren huichelaar en wist de meeste deskundigen om de tuin te leiden.’
Chris voelde het bloed kloppen in zijn slapen. ‘Heeft Darcy deze man ontmoet?’
‘Ja,’ fluisterde Nona.
‘Dokter,’ vervolgde Vince vlug, ‘ik wil onmiddellijk met die jonge vrouw praten en te weten zien te komen wat voor advertentie hij plaatste.’
‘Mijn patiënte bracht hem mee om het me te laten lezen,’ zei Weiss. ‘Hij ligt in mijn spreekkamer.’
‘Kunt u zich herinneren of het begon met “Houdt van muziek, houdt van dansen”?’ vroeg Vince.
Op het moment dat Weiss zei: ‘Nu u het zegt... ja, dat was het,’ ging Vince’ pieper. Hij greep de telefoon, draaide een nummer en snauwde zijn naam.
Nona, Chris, dr. Weiss en Ernie wachtten in doodse stilte terwijl ze zagen dat de rimpels op Vince’ voorhoofd zich verdiepten. Met de hoorn nog in zijn hand liet hij hen weten: ‘Die geschifte Len Parker heeft zojuist gebeld. Hij was Darcy gevolgd. Ze kwam uit die bar en stapte in dezelfde stationcar waarin Erin Kelley wegreed op de avond van haar verdwijning.’ Hij zweeg en zei toen kortaf: ‘Het gaat om een zwarte Mercedes, geregistreerd op naam van dr. Michael Nash uit Bridgewater, New Jersey.’
‘Je hebt een andere auto.’
‘Deze gebruik ik meestal voor buiten de stad.’
‘Je was vroeg terug van dat congres.’
‘De spreker die ik moest vervangen voelde zich goed genoeg om toch nog te komen.’
‘Ik begrijp het. Michael, je bent een schat, maar ik ga vanavond net zo lief naar huis.’
‘Wat heb je gisteravond gegeten?’ Darcy glimlachte. ‘Soep uit blik.’
‘Leg je hoofd tegen de leuning en rust uit. Ga slapen, als je dat kunt. Mevrouw Hughes zorgt voor een brandend haardvuur en een heerlijk diner. Daarna kun je de hele weg naar huis slapen.’ Hij stak zijn hand uit en streelde zacht haar haar. ‘Doktersvoorschrift, Darcy. Je weet dat ik graag voor je zorg.’