Ze werden niet uitgenodigd om te gaan zitten.
‘Vertel me eens, mevrouw Durkin, wat vindt u van Gus Boxer?’ Een beschaafd gesnuif. ‘Die? Geloof me, dit is een van de weinige flats waar hij niet binnenvalt om naar een van zijn beruchte lekkages te zoeken. En hier is een lekkage. Ik mag die man niet. Ik snap niet waarom de directie hem in dienst houdt. Dat loopt maar rond in die walgelijke kleren. Nors. Het enige dat ik kan bedenken, is dat hij goedkoop voor hen is. Een week voordat Erin Kelley verdween, hoorde ik haar tegen hem zeggen dat ze de politie zou waarschuwen als ze hem weer in haar flat aantrof.’
‘Zei Erin dat tegen hem?’
‘Nou en of! En ze had gelijk.’
‘Wist Gus Boxer met hoeveel juwelen Erin Kelley omging?’
‘Gus Boxer weet alles wat er in dit gebouw gebeurt.’
‘Mevrouw Durkin, u heeft ons heel goed geholpen. Is er nog meer dat u ons kunt vertellen?’
Ze aarzelde. ‘Gedurende een paar weken voor Erins verdwijning hing er vaak een jonge vent rond, aan de overkant van de straat. Altijd wanneer het donker werd, zodat je hem niet duidelijk kon zien. Ik weet niet wat hij in zijn schild voerde. Op de dinsdagavond dat Erin hier voor de laatste keer vertrok, zag ik dat ze alleen was en die grote schoudertas droeg. Mijn bril was beslagen en ik weet niet zeker of het dezelfde kerel was die aan de overkant van de straat stond. Ik denk het wel. Toen Erin voor de flat langs liep, verdween hij in dezelfde richting.’
‘Op die avond kon u hem niet goed zien, maar andere keren wel. Hoe zag hij eruit, mevrouw Durkin?’
‘Broodmager. Kraag omhoog. Handen in zijn zakken, net alsof hij zijn armen dicht tegen zijn lichaam hield. Smal gezicht. Donker, slordig haar.’
Len Parker, dacht Vince. Hij keek snel naar Ernie, die kennelijk hetzelfde idee had.
‘Ik heb me hierop verheugd.’ Darcy leunde achterover in de passagiersstoel van de Mercedes en glimlachte tegen Michael. ‘Het was een drukke week.’
‘Dat dacht ik al,’ zei hij droog. ‘Ik kon je thuis en op kantoor nauwelijks te pakken krijgen.’
‘Dat weet ik. Het spijt me.’
‘Je hoeft nergens spijt van te hebben. Het is een heerlijke dag voor een ritje, hè?’
Ze reden op Route 202 en naderden Bridgewater. ‘Ik heb nooit veel van New Jersey geweten,’ merkte Darcy op.
‘Behalve de grappen die komieken erover maken. Iedereen beoordeelt het op dat stuk snelweg met al die raffinaderijen. Geloof het of niet, maar het heeft een langere kustlijn dan de meeste andere staten langs de oostkust en het aantal paarden per hoofd van de bevolking is hier hoger dan overal elders in het land.’
‘En wat dan nog?’ Darcy lachte.
‘En wat dan nog? Wie weet, misschien bekeer ik je nog wel met mijn zendingsijver.’
Mevrouw Hughes was een en al glimlach. ‘O, juffrouw Scott, ik heb een verrukkelijk diner samengesteld omdat de dokter zei dat u zou komen.’
‘Wat lief van u.’
‘De logeerkamer boven aan de trap is al klaar. Daar kunt u zich na het rijden even opfrissen.’
‘Fijn.’
Het weer was minstens zo perfect als de afgelopen zondag. Koel, zonnig en met een zweem van lente in de lucht. Darcy slaagde erin zich volledig over te geven aan het plezier van de rustige galop.
Toen ze halt hielden om de paarden te laten rusten, zei Michael: ‘Ik hoef niet te vragen of je geniet... Dat is wel te zien.’
Aan het einde van de middag werd het een stuk kouder. In Michaels studeerkamer was een haardvuur aangelegd. Er stond een sterke trek in de schoorsteen, waardoor de vlammen omhoogschoten.
Michael schonk wijn voor haar in, maakte een cocktail met whisky voor zichzelf en ging naast haar op de comfortabele leren bank zitten. Hij legde zijn voeten op de salontafel en zijn arm op de rugleuning van de bank.
‘Weet je,’ zei hij, ‘ik heb van de week nog eens nagedacht over wat je me vertelde. Het is vreselijk dat een terloopse opmerking een kind zo kan kwetsen, maar wees eens eerlijk, Darcy... Vind je jezelf soms niet heel aantrekkelijk als je in de spiegel kijkt?’
‘Beslist niet.’ Darcy aarzelde. ‘Ik ben echt niet uit op een gratis consult, maar ik was van plan daar eens met je over te praten... Nee, laat maar.’
Zijn hand woelde door haar haar. ‘Wat? Zeg het maar. Voor de dag ermee!’
Ze keek hem recht aan en concentreerde zich op de vriendelijkheid in zijn ogen. ‘Michael, ik heb het gevoel dat jij begrijpt hoe vernietigend die opmerking voor me was, maar dat je denkt dat ik − hoe moet ik het zeggen? − al die jaren onbewust mijn ouders de schuld heb gegeven.’
Michael floot. ‘Hé, je maakt me nog werkeloos! De meeste mensen hebben een jaar therapie nodig om tot een dergelijke conclusie te komen.’