‘Die dingen gebeuren nu eenmaal.’
Ze gingen naar het Italiaanse eethuis aan West 58th Street. ‘Ik kom hier vaak als ik alleen ben,’ vertelde ze hem. ‘Wacht maar eens tot je de spaghetti hebt geproefd. Iedereen met een rotbui zou er op slag van opknappen.’
Een glas rode wijn. De salade. Warm brood.
‘Het is de connectie,’ hoorde Vince zichzelf zeggen. ‘Er moet een connectie zijn tussen één man en al die vrouwen.’
‘Ik dacht dat je ervan overtuigd was dat, met uitzondering van Nan Sheridan, de contactadvertenties de connectie vormden.’
‘Dat is ook zo. Maar zie je het dan niet? Het kan gewoon geen toeval zijn dat hij voor ieder van hen schoenen met de juiste maat had. Toegegeven, hij had de schoenen kunnen kopen nadat hij de vrouwen had vermoord, maar het exemplaar dat Nan droeg had hij beslist bij zich toen hij haar aanviel. Dit soort moordenaars handelt meestal volgens een patroon.’
‘Je doelt dus op iemand die deze vrouwen ontmoette, op de een of andere manier achter hun schoenmaat wist te komen zonder hun argwaan op te wekken en er vervolgens in slaagde hen in een situatie te lokken waar ze zonder een spoor verdwenen.’
‘Precies.’ Bij een schotel linguini met mosselsaus vertelde hij haar over zijn plan tot het analyseren van contactadvertenties die in het district New York waren geplaatst gedurende drie maanden vóór de verdwijning van elk van deze vrouwen en dan te kijken of daarin één en dezelfde voorkwam. ‘Natuurlijk zou ook dat een dood spoor kunnen zijn,’ gaf hij toe. ‘Voor zover we weten, plaatst dezelfde knaap een dozijn verschillende advertenties.’
Ze bestelden beiden cafeïnevrije cappuccino.
Nona begon over de documentaire te praten. ‘Ik heb nog niet over een psychiater nagedacht,’ zei ze. ‘Ik wil beslist niet zo’n professionele amusementsdeskundige die je te pas en te onpas op het scherm ziet.’
Vince vertelde haar over Michael Nash. ‘Een bijzonder welbespraakt type. Schrijft een boek over contactadvertenties. Hij heeft Erin ontmoet.’
‘Darcy heeft me over hem verteld. Een uitstekend idee, agent d’Ambrosio.’
Vince bracht Nona in een taxi naar huis en liet de chauffeur wachten terwijl hij haar begeleidde tot in het gebouw.
‘Ik heb zo’n gevoel dat we allebei nogal moe zijn,’ zei hij in antwoord op haar voorstel om nog een slaapmutsje te drinken. ‘Ik houd het graag van je te goed.’
‘Afgesproken.’ Nona grinnikte. ‘Ik ben inderdaad moe. Bovendien is mijn werkster sinds vrijdag niet meer geweest. Ik denk niet dat je geconfronteerd wilt worden met mijn ware aard.’
Het herinnerde Vince er eens te meer aan dat hij in functie was. Dat weerhield hem er niet van zich af te vragen hoe het zou zijn om Nona Roberts in zijn armen te houden.
Toen hij terugkeerde in zijn appartement, stond er een bericht op zijn antwoordapparaat. Van Ernie, zijn assistent: ‘Geen spoedgeval, maar ik dacht dat dit je wel zou interesseren, Vince. We hebben het studentenrooster van de universiteit van Brown, uit de periode dat Nan Sheridan daar was. Raad eens wie er als student was teruggekeerd en een aantal van dezelfde colleges volgde als zij? Niemand minder dan onze vriend de juwelier, Jay Stratton.’
Om halfzes had Darcy een afspraak met antwoordnummer 4307, Cal Griffin, in de bar van de Tavern aan de Green. Hij was geen begin dertig, was haar eerste indruk. Griffin liep eerder tegen de vijftig. Een gezette man, die zijn haar dwars over zijn schedel kamde om zijn kaalheid te verdoezelen. Hij droeg dure, conservatieve kleding. Hij was afkomstig uit Milwaukee, maar verklaarde dat hij geregeld in New York kwam.
Er volgde een veelbetekenende knipoog. Ze moest hem niet verkeerd begrijpen. Hij was gelukkig getrouwd, maar tijdens zijn zakenreisjes was een goede vriendin nooit weg. Weer een knipoog. Geloof maar dat hij wist hoe hij een vrouw moest behandelen. Welke show heb je nog niet gezien? Ik kan privévoorstellingen regelen. Wat is je favoriete restaurant? Lutèce? Duur, maar beslist de moeite waard.
Het lukte Darcy hem te vragen wanneer hij voor het laatst in New York was geweest.
Te lang geleden. Vorige maand was hij met vrouw en kinderen − geweldige tieners, maar je weet hoe tieners zijn − gaan skiën in Vail. Ze hadden daar een huis. Ze lieten een groter huis bouwen. Geld was geen probleem. Hoe dan ook, de kinderen namen hun vrienden mee en het was een heksenketel. Dat rock-’n-rollgedoe. Zou je gek van worden, nietwaar? Ze hadden een fantastische stereo-installatie in het huis.
Darcy had een Perrier besteld. Ze had de helft op toen ze nadrukkelijk op haar horloge keek. ‘Mijn baas was woedend dat ik wegging,’ zei ze. ‘Ik zal het kort moeten houden.’