‘Toch vind ik het een akelig idee,’ zei Chris kortaf.
‘Ik ook. Nu we het daarover eens zijn, zal ik u zeggen hoe ik hoop dat u kunt helpen. Hoe sneller we die kerel te pakken hebben, hoe kleiner de kans dat Darcy Scott of een andere jonge vrouw iets overkomt. We vragen bij de universiteit van Brown een rooster op van iedereen die in de tijd van uw zuster lid was van het studentencorps of aan dezelfde faculteit studeerde. Die namen gaan we vergelijken met iedereen die bij ons weten met Erin omging of die Darcy bij haar afspraakjes ontmoet. Verder lijkt het me een goed idee als u − behalve de jaarboeken van de universiteit die we zelf kunnen napluizen − kiekjes, fotoalbums en dat soort dingen met vrienden en bekenden van uw zuster tevoorschijn haalt. U zult wel begrijpen dat niet iedereen die op contactadvertenties reageert, zijn eigen naam gebruikt. Ik wil dat Darcy Scott Nans foto’s bekijkt om te zien of ze een van haar afspraakjes erop herkent.’
‘We hebben natuurlijk oneindig veel foto’s van Nan,’ zei Chris langzaam. ‘Tien jaar geleden, na het overlijden van mijn vader, heb ik mijn moeder weten over te halen de meeste daarvan op te bergen en naar zolder te brengen. Moeder gaf toe dat Nans kamer op een heiligdom ging lijken.’
‘Goed gedaan,’ zei Vince. ‘U moet behoorlijk overtuigend zijn geweest.’
Chris glimlachte vluchtig. ‘Ik wees haar erop dat het een van de gezelligste kamers in het huis was en dat hij goed van pas zou komen als er ooit een kleinkind kwam logeren. Het probleem is, dat mijn moeder me er herhaaldelijk aan herinnert dat ik daar nog niet voor heb gezorgd.’ De glimlach verdween. ‘Ik kan niet eerder dan in het weekend naar Connecticut gaan. Ik zal alles zondag meenemen.’
Vince stond op. ‘Dat waardeer ik. Ik weet hoe moeilijk dit voor uw moeder is geweest, maar als we de knaap die de dood van uw zuster op zijn geweten heeft uiteindelijk te pakken krijgen, zal haar dat op de lange duur veel rust geven. Neemt u dat maar van me aan.’ Op het moment dat hij zich afwendde om te vertrekken, ging zijn pieper. ‘Mag ik mijn kantoor even bellen?’ Sheridan gaf hem de telefoon en zag dat d’Ambrosio zijn voorhoofd fronste. ‘Hoe is het met Darcy?’
Chris Sheridan werd overspoeld door een kil voorgevoel. Hoewel hij deze vrouw niet kende, voelde hij plotseling een redeloze angst om haar. Hij had nooit iemand verteld dat hij Nan had horen vertrekken toen ze op de ochtend na hun verjaarsfeest was gaan joggen. Nog nauwelijks wakker had hij aanstalten gemaakt om op te staan. Een of ander instinct zei hem dat hij haar moest volgen. Hij had het van zich afgeschud en was weer gaan slapen.
Vince hing de hoorn op de haak en wendde zich tot Chris. ‘Is het op de een of andere manier mogelijk om die foto’s nu op te halen? Dat was de politie van White Plains. De vader van Janine Wetzl, ook een vrouw die vermist wordt, heeft zojuist net zo’n pakje ontvangen als uw moeder en het echtpaar Barnes. Haar eigen schoen en een witsatijnen avondschoen met hoge hak.’ Hij sloeg met zijn hand op de tafel. ‘En terwijl een agent dat telefoontje aannam, belde Darcy Scott. Ze had net een pakje geopend dat was bezorgd met de ochtendpost... De ontbrekende helft van de schoenen die Erin droeg toen ze werd gevonden.’
Chris wist dat de gefrustreerde woede die hij op het gezicht van agent d’Ambrosio zag een weerspiegeling was van zijn eigen gelaatsuitdrukking. ‘Waarom doet hij dit in godsnaam?’ barstte Chris los. ‘Om te bewijzen dat die vrouwen dood zijn? Om te treiteren? Wat beweegt hem?’
‘Als ik dat weet, weet ik ook wie hij is,’ zei Vince rustig. ‘Mag ik nogmaals gebruikmaken van uw telefoon? Ik wil Darcy Scott bellen.’
Op het moment dat Darcy het postpakket zag, had ze het geweten. De postbode kwam toen ze op het punt stond naar kantoor te gaan. Hij had haar het pakje overhandigd, samen met de brieven en tijdschriften en reclamepost. Later herinnerde Darcy zich dat hij verbaasd had gekeken toen ze niet op zijn begroeting reageerde.
Stram als een robot was ze de trap op gelopen naar haar appartement en had het pakje op de tafel bij het raam gelegd. Terwijl ze met opzet haar handschoenen aan hield, maakte ze het open door het touw los te knopen en het plakband van de zijkanten te trekken.
De tekening van de schoen op het deksel. Verwijder het deksel. Schuif het vloeipapier opzij. Kijk naar Erins laars en naar de roze met zilveren avondschoen die ernaast lag... Het is zo’n mooie schoen, dacht ze. Hij zou beeldig hebben gestaan bij de jurk waarin Erin was begraven.
Ze hoefde het nummer van Vince d’Ambrosio niet op te zoeken. Haar hersenen produceerden het moeiteloos. Hij was er niet, maar ze beloofden hem op te sporen. ‘Kunt u op hem wachten?’