‘Het is in orde en van mij mag je blijven.’ Het viel Darcy op dat Nona’s ogen een glans hadden die ze er nooit eerder in had gezien. ‘Heb je het bericht ontvangen dat Erin een van haar afspraakjes vertelde dat ze de conciërge weer in haar flat had betrapt?’
‘Ik heb Boxer vandaag gesproken.’ Vince trok een wenkbrauw op. ‘Wéér?’
‘Erin vertelde me dat hij dat vorig jaar ook presteerde, maar ze ging er altijd van uit dat hij ongevaarlijk was. Twee weken geleden veranderde ze kennelijk van gedachten.’
‘We houden hem, en anderen, in de gaten. Ik wil graag iets horen over de man van gisteravond.’
‘Hij was aardig...’
Liz kwam hun bestellingen opnemen. Ze schonk Darcy een vlugge, meelevende blik. Ze heeft altijd zo goed voor ons gezorgd, dacht Darcy. Ze had Erin verteld dat ze in Ierland was opgegroeid en als zodanig ook een roodharige was.
Dubonnet voor Darcy en Nona, bier voor Vince. Darcy en Nona besloten rode snapper te nemen, waarna Nona kordaat tegen Vince zei: ‘Je moet iets eten.’
Hij bestelde cornedbeef en kool en kwam vervolgens terug op Darcy’s laatste afspraakje. ‘Ik wil op de hoogte zijn van iedereen die je ontmoet. Je hebt er al twee gesproken die toegaven Erin te kennen. Laat mij alsjeblieft beslissen wie wel en wie niet belangrijk is.’
Ze vertelde hem over David Weld. ‘Hij komt uit Boston en heeft een leidinggevende functie bij de Holden-keten. Ik heb begrepen dat hij, door de opening van nieuwe filialen, in de laatste paar jaar heen en weer reisde naar New York.’ Ze had het gevoel alsof ze Vince’ gedachten kon lezen. Heen en weer naar New York in de laatste paar jaar. Darcy zei: ‘Het enige dat me opviel was dat hij schoeneninkoper is geweest.’
‘Schoeneninkoper! Hoe heet die knaap?’ Vince maakte een aantekening in zijn agenda. ‘David Weld, antwoordnummer 1527. Ik verzeker je dat we hem zullen natrekken. Darcy, heeft Nona je verteld over de schoenen die aan de ouders van de vrouw uit Lancaster werden gestuurd?’
‘Ja.’
Hij aarzelde, keek om zich heen en zag dat de mensen aan het naburige tafeltje verdiept waren in hun eigen gesprek. ‘We proberen dit stil te houden. Gisteren werd opnieuw een paar verschillende schoenen bezorgd. Het waren de exemplaren die hoorden bij de schoenen die Nan Sheridan droeg toen ze vijftien jaar geleden werd gevonden.’
Darcy omklemde de tafelrand. ‘Dan is Erins dood misschien geen imitatiemoord.’
‘We weten het eenvoudig niet. We zijn aan het uitzoeken of iemand die Claire Barnes kende ook Nan Sheridan heeft gekend.’
‘En Erin?’ vroeg Nona.
‘Dat zou natuurlijk definitief bewijzen dat we opnieuw te maken hebben met een Ted Bundy die jarenlang ongestraft seriemoorden kon plegen.’ Vince legde zijn vork neer. ‘Ik moet het je onomwonden zeggen. Veel mensen die op deze advertenties reageren blijken totaal anders te zijn dan ze zichzelf beschrijven. Alle jonge vrouwen die onze computer heeft opgespoord als mogelijke slachtoffers van een seriemoordenaar, behoren tot jouw leeftijdsgroep en hebben jouw soort uiterlijk en intelligentie. Met andere woorden, onze moordenaar gaat misschien wel met vijftig vrouwen uit en valt vervolgens op een van hen. Ik weet dat ik je er niet van kan weerhouden die advertenties te beantwoorden. Eerlijk gezegd heb je een aantal mensen opgeduikeld die voor ons allemachtig interessant zijn om na te trekken. Niettemin, je bent niet opgeleid om als lokaas te dienen. Je bent een bijzonder aardige, kwetsbare jonge vrouw die zich niet kan verdedigen als ze plotseling tot de ontdekking komt dat ze in een hoek is gedreven.’
‘Ik ben niet van plan me in een hoek te laten drijven.’
Nadat Vince nog vlug een kop koffie had gedronken, vertrok hij met de verklaring dat zijn zoon Hank met de trein vanuit Long Island zou komen en dat hij thuis wilde zijn wanneer hij arriveerde.
Nona’s ogen volgden hem toen hij bleef staan om de rekening te betalen. ‘Heb je zijn das gezien?’ vroeg ze. ‘Vandaag was het een blauw-zwart ruitje met een bruin tweedcolbert.’
‘Nou en? Dat kan jou vast niets schelen.’
‘Nee. Ik mag dat wel. Vince d’Ambrosio is zo vastbesloten om de moordenaar − wie dat dan ook is − van die vrouwen te vinden, dat hij volgens mij alles wat onbelangrijk is van zich af zet. Ik belde toevallig naar het huis van de Barnes’ in Lancaster vlak nadat ze dat pakje met de schoenen hadden geopend. Ik verzeker je dat het mijn hart brak toen ik ze hoorde. Vandaag belde ik de broer van Nan Sheridan om te vragen of hij in het programma wilde komen. Ik hoorde diezelfde pijn in zijn stem. O Darcy, alsjeblieft... wees in godsnaam voorzichtig!’
12
Zondag, 3 maart