Zo hij al hiaten in de achtergrond ontdekte, dan liet hij daar niets van merken. De salades werden opgediend op het moment dat een bevriende producer van haar ouders bij hun tafeltje bleef staan. ‘Darcy!’ Een hartelijke zoen, een omhelzing. Hij stelde zichzelf voor aan Michael Nash. ‘Harry Curtis.’ Daarna wendde hij zich weer tot Darcy. ‘Je wordt met de dag mooier. Ik hoorde dat je ouders op tournee zijn in Australië. Hoe loopt het daar?’
‘Ze zijn er nog maar net.’
‘Nou, doe ze de groeten van mij.’ Nog een omhelzing en Curtis verdween naar zijn eigen tafel.
Nash’ ogen verrieden geen nieuwsgierigheid. Zo gaat dat bij zielenknijpers, dacht Darcy. Ze wachten tot jij hun iets vertelt. Ze gaf hem geen verklaring van wat Curtis had gezegd.
Het was een prettig diner. Nash bekende twee passies: paardrijden en tennissen. ‘Die twee dingen houden me in Bridgewater.’
Tijdens de espresso kwam hij terug op Erins dood. ‘Darcy, het is niet mijn gewoonte om mensen advies te geven, zelfs geen gratis advies, maar ik wou dat je ophield met het beantwoorden van die advertenties. Die FBI-man leek me zonder meer bekwaam en als ik hem goed inschat, zal hij niet rusten voordat Erins moordenaar zijn verdiende loon heeft gekregen.’
‘Zoiets zei hij ook tegen mij. Ik veronderstel dat we allemaal doen wat we moeten doen.’ Ze forceerde een glimlach. ‘Erin vertelde me tijdens ons laatste gesprek dat ze een aardige man had ontmoet die, en dat zou je altijd zien, haar niet meer had gebeld. Ik durf er mijn laatste cent om te verwedden dat jij die man was.’
Hij bracht haar in een taxi naar huis, verzocht de chauffeur te wachten en begeleidde haar naar de deur. Er stond een venijnige wind en hij ging zo staan, dat hij de volle vlagen voor haar opving terwijl zij de sleutel omdraaide. ‘Mag ik je nog eens bellen?’
‘Dat zou fijn zijn.’ Ze dacht even dat hij een zoen op haar wang zou geven, maar hij drukte haar slechts de hand en liep terug naar de wachtende taxi.
De wind blies tegen de deur, waardoor hij langzaam dicht ging. Toen het slot klikte, maakte het geluid van voetstappen dat ze zich omdraaide. Door het glas zag ze de gedaante van een man die het bordes op rende. Iets eerder en hij zou bij haar in de hal zijn geweest. Terwijl ze hem aanstaarde, haar mond te droog om te schreeuwen, sloeg en schopte Len Parker tegen de deur, draaide zich vervolgens om en rende weg langs het gebouw.
10
Vrijdag, 1 maart
Greta Sheridan overwoog of ze zou opstaan of zou proberen nog een uurtje te slapen. De ruiten rammelden onder het geweld van een stormachtige maartse wind. Ze herinnerde zich dat Chris haar erop had gewezen dat die ramen vervangen moesten worden.
Het vroege morgenlicht schemerde door de gesloten gordijnen. Ze vond het prettig om in een koude kamer te slapen. De sprei en de dekens waren warm en het blauwwitte zijden baldakijn gaf het bed een behaaglijk besloten gevoel.
Ze had over Nan gedroomd. Over twee weken, op 13 maart, was het de gedenkdag van haar overlijden. Op de dag voor haar dood was Nan negentien geworden. Dit jaar zou ze haar vierendertigste verjaardag hebben gevierd. Zou...
Ongeduldig wierp Greta de dekens van zich af, pakte haar fluwelen ochtendjas en stond op. Nadat ze haar slippers had aangetrokken, ging ze naar de gang en liep de wenteltrap af naar de woonverdieping. Ze begreep waarom Chris zich zorgen maakte. Het was een groot huis en het was algemeen bekend dat ze alleen woonde. ‘Je weet niet hoe eenvoudig het voor een beroeps is om het alarmsysteem uit te schakelen,’ had hij diverse keren gewaarschuwd.
‘Ik hou van dit huis.’ Iedere kamer bevatte zoveel gelukkige herinneringen. Op de een of andere manier had Greta het gevoel dat ze die zou verliezen als ze dit huis zou verlaten. En, dacht ze met een onbewuste glimlach, als Chris zich één dezer dagen definitief zou settelen en me een paar kleinkinderen schenken, zou het voor hen een heerlijke plek zijn om naar toe te gaan.
De Times lag bij de zijdeur. Terwijl de koffie pruttelde, begon Greta te lezen. Op een binnenpagina stond een kort bericht over de vrouw die vorige week dood was aangetroffen in New York. Imitatiemoord. Wat een afschuwelijk idee. Hoe konden er twee van zulke duivelse mensen bestaan − de persoon die een einde aan Nans leven had gemaakt en degene die Erin Kelley had vermoord? Zou Erin Kelley nog leven als dat programma niet was uitgezonden?
En wat was het dat ze zich probeerde te herinneren toen ze er per se naar wilde kijken? Nan. Nan, dacht ze. Je hebt me iets verteld waarvan ik had moeten beseffen dat het belangrijk was. Nan, babbelend over school, haar lessen, haar vrienden, haar afspraakjes. Nan, die zich verheugde op het zomerprogramma in Frankrijk. Nan, die dol was op dansen. ‘I Could Have Danced All Night’... Dat lied had voor haar geschreven kunnen zijn.