Darcy trok haar jas aan. ‘Ik kan echt niet. Bedankt.’
Parker stond op en sloeg op de bar. ‘Nou, dan betaal jij de drankjes maar. Je vindt jezelf te goed voor mij. Ik ben te goed voor jóú.’
Opgelucht zag ze hem met nijdige passen het restaurant verlaten.
Toen de barkeeper haar de rekening gaf, zei hij: ‘Maak u niet druk om die mafkees, mevrouw. Hing hij zijn lerarenverhaaltje op? Hij werkt bij de onderhoudsdienst van de universiteit van New York. Hij krijgt wel vaker gratis drankjes en maaltijden via de advertenties die hij plaatst. U bent er nog goedkoop vanaf gekomen.’
Darcy lachte. ‘Dat geloof ik ook.’ Er kwam plotseling een gedachte bij haar op. Ze zocht in haar tas naar Erins foto. ‘Heeft u hem toevallig ooit met deze vrouw gezien?’
De barkeeper, die eruitzag als een acteur, bestudeerde de foto aandachtig en knikte toen. ‘Inderdaad. Ongeveer twee weken geleden. Ze was een spetter. Ze liet hem zitten.’
Nona was verrast en blij toen ze om zes uur een telefoontje van Vince d’Ambrosio kreeg.
‘Jij bent kennelijk ook iemand die er geen regelmatige werktijden op na houdt,’ zei hij. ‘Ik wil graag met je praten over je programma. Heb je over ongeveer een uur tijd om met me uit eten te gaan?’
Dat had ze.
‘Fijn. Reserveer maar een tafel bij een goed vleesrestaurant in jouw omgeving.’
Glimlachend hing ze op. D’Ambrosio was kennelijk een liefhebber van vlees en aardappelen, maar ze durfde er haar laatste cent om te verwedden dat zijn cholesterolgehalte prima was. Ze besefte dat ze onzinnig blij was dat ze vandaag haar nieuwe jumpsuit van Donna Karan had aangetrokken. De donkerblauwe kleur stond haar goed en de goudkleurige riem met de gevouwen handen accentueerde haar slanke taille. Nona wist dat haar taille een van haar ijdelheden was. Het volgende moment werd ze overspoeld door een golf van verdriet. Erin had die riem voor haar gemaakt voor Kerstmis.
Ze schudde haar hoofd alsof ze de realiteit van Erins dood wilde ontkennen, stond op en liep om haar bureau heen. Ze draaide met haar schouders. Ze had de hele dag aan de documentaire gewerkt en nu leek het alsof haar lichaam uit een massa knopen bestond. Om drie uur had ze het samen met Gary Finch, de eindredacteur van Hudson Televisie, opnieuw bekeken. Na afloop daarvan glimlachte Finch, die bekendstond als een perfectionist, en zei: ‘Het wordt geweldig.’
‘Officiële goedkeuring van sir Hubert is zonder meer een eer.’ Nona rekte zich uit en overwoog of ze Emma Barnes in Lancaster nogmaals zou bellen. Ze had het al drie of vier keer geprobeerd. Toegegeven, het was slim van Liz om voor te stellen Emma in het programma iets te laten zeggen over haar vermiste dochter, die op contactadvertenties had gereageerd. Liz was intelligent en vindingrijk, maar − zo concludeerde Nona − ze probeerde me te bedriegen toen ze Emma Barnes ter sprake bracht bij Hamilton. Ze is op mijn baan uit. Nou, ze doet haar best maar.
Ze rekte zich nog één keer langdurig uit, ging aan haar bureau zitten en draaide het nummer in Lancaster. Ook deze keer werd er in het huis van Emma Barnes niet opgenomen.
Vince arriveerde om klokslag zeven uur. Hij was gekleed in een goed gesneden grijs streepjespak met een bruin met beige stropdas. Het is wel duidelijk dat zijn dassen niet door een vrouw worden uitgezocht, dacht Nona, zich herinnerend hoe pietluttig Matt was geweest over welke das bij welk overhemd en welk pak paste.
Het restaurant bevond zich op Broadway, een paar blokken verwijderd van Nona’s appartement.
‘Laten we de serieuze onderwerpen maar voor het dessert bewaren,’ opperde Vince.
Tijdens het eten van salades vertelden ze elkaar in het kort iets over hun privéleven.
‘Als je een contactadvertentie zou plaatsen, wat zou je dan over jezelf zeggen?’ vroeg hij.
Nona dacht even na. ‘Blanke vrouw, gescheiden, 41 jaar, televisieproducer.’
Hij nipte aan zijn whisky. ‘Ga door.’
‘Geboren en getogen in Manhattan. Vindt dat iedereen die ergens anders woont niet goed wijs is.’
Hij lachte.
Nona zag dat dit gemoedelijke rimpels bij zijn ooghoeken veroorzaakte. Ze nam een slokje van haar wijn. ‘Verrukkelijke bourgogne,’ merkte ze op. ‘Hopelijk bestel je dit ook bij het vleesgerecht.’
‘Dat was ik van plan, ja. Maak je advertentie eens af.’
‘Afgestudeerd aan Barnard. Zelfs voor mijn studie heb ik Manhattan niet verlaten. Wel heb ik een jaar in het buitenland gezeten. Ik hou ook van reizen, mits ik niet langer dan drie weken weg ben.’
‘Dat wordt een kostbare advertentie.’
‘Ik zal er een einde aan maken. Schoon, maar niet erg netjes. Je hebt mijn kantoor gezien. Heb geen groene vingers. Kan goed koken, maar heb een hekel aan snelle maaltijden. Ik hou van jazz. O ja, en ik kan goed dansen.’