Carol Harkness zag er op haar achtendertigste uit als een van die directrices in de reclamespots van AT & T. Haar goedzittende zwarte mantelpak werd slechts opgefleurd door een gouden reversspeld. Haar asblonde haren hingen tot op haar schouders. Haar lichtbruine ogen hadden een koele, onpersoonlijke uitdrukking. Als dochter van een New Yorkse rechercheur zat de liefde voor politiewerk haar in het bloed.
‘Bleef hij daar of ging hij uit?’ vroeg ze.
‘Uit. Rond zeven uur. Je had het verschil eens moeten zien. Krullenkapsel, coltrui, spijkerbroek, leren jack. Niet ordinair, begrijp me goed. Een beetje zoals welgestelde kunstzinnige types zich kleden. Hij ontmoette een of ander grietje in een bar in SoHo. Aantrekkelijk, een jaar of dertig, chic. Ik zat aan het tafeltje achter hen. Ze namen een paar drankjes en toen zei ze dat ze ervandoor moest.’
‘Had ze genoeg van hem?’ vroeg Carol vlug.
‘O nee. Ze had veel belangstelling voor hem. Hij is een knappe vent en kan zijn charmes laten werken. Ze hebben een afspraak voor vrijdagavond. Ze gaan dansen in een of andere nachtclub in de stad.’
Vince d’Ambrosio bestudeerde, met een in concentratie gefronst voorhoofd, het autopsierapport over Erin Kelley. Het vermeldde dat ze ongeveer een uur voor haar dood had gegeten. Haar lichaam vertoonde geen sporen van ontbinding. Haar kleren waren doorweekt geweest. Deze feiten werden aanvankelijk toegeschreven aan de kou en de natte sneeuw op de dag dat ze was gevonden. De autopsie onthulde dat haar organen gedeeltelijk waren ontdooid. De lijkschouwer concludeerde dat haar lichaam onmiddellijk na haar dood was ingevroren. Ingevroren! Waarom? Omdat het voor de moordenaar te riskant was zich meteen van het lijk te ontdoen? Waar was ze zolang bewaard? Was ze op dinsdagavond gestorven? Of was het mogelijk dat ze ergens gevangen was gehouden en pas op donderdag om het leven was gebracht?
Was ze van plan geweest het zakje met diamanten naar het safeloket te brengen? Volgens alle verklaringen was Erin Kelley een evenwichtige jonge vrouw. Ze leek beslist niet het type dat aan een onbekende zou vertellen dat ze een fortuin aan juwelen in haar tas had... Of wel?
Ze hadden de identiteit achterhaald van de mensen die enkele van de advertenties hadden geplaatst waarop Erin − zo meenden ze − had gereageerd. Tot dusver waren het allemaal lieden als die advocaat, North, geweest. Met een waterdicht alibi voor de dinsdagavond. Sommigen van hen haalden hun eigen post af bij de tijdschriften of dagbladen waarin ze de advertenties hadden geplaatst. Drie van de andere adressen bleken postbussen te zijn. Vermoedelijk getrouwde mannen die geen enkel risico wilden lopen dat hun echtgenotes de post zouden openen. Het was bijna vijf uur toen Vince een telefoontje kreeg van Darcy Scott. ‘Ik heb de hele dag al met je willen praten,’ verklaarde ze, ‘maar ik kon niet op kantoor zijn vanwege mijn opdrachten.’
Beter voor haar, dacht Vince. Hij mocht Darcy Scott wel. Nadat Erin Kelleys lichaam was ontdekt, had hij bij Nona Roberts geïnformeerd naar Darcy’s familie en had tot zijn verbazing vernomen dat ze de dochter van twee supersterren was. Die vrouw had absoluut geen Hollywood-neigingen. Eerlijk. Verbazingwekkend dat ze nog niet door een man aan de haak was geslagen. Hij vroeg hoe het met haar ging.
‘Goed,’ antwoordde Darcy.
Vince probeerde te analyseren wat hij in haar stem hoorde. Bij hun eerste ontmoeting in Nona’s kantoor wees haar lage, gespannen toon op een hevige ongerustheid. In het mortuarium had ze, voordat ze was ingestort, gesproken met de emotieloze monotone stem van iemand in een shocktoestand. Nu klonk er een zekere kordaatheid. Vastberadenheid. Vince wist ogenblikkelijk dat Darcy Scott er nog steeds van overtuigd was dat Erins dood voortkwam uit het beantwoorden van contactadvertenties.
Hij stond op het punt daarover te beginnen, toen ze vroeg: ‘Vince, er zat me iets dwars. De schoen die Erin droeg, met die hoge hak, paste die? Ik bedoel, was het haar maat?’
‘Het was dezelfde maat als van haar laars, maat veertig.’
‘Hoe kon degene die hem haar aantrok, wie dat dan ook was, een schoen hebben met precies haar maat?’
Pientere vrouw, dacht Vince. Hij koos zijn woorden zorgvuldig. ‘Dat zijn we op het ogenblik aan het uitzoeken, Darcy. We proberen die schoen via de fabrikant op te sporen om erachter te komen waar hij werd gekocht. Hij is niet goedkoop. Om precies te zijn, het paar kost vermoedelijk meer dan een paar honderd dollar. Dat beperkt het aantal mogelijke verkooppunten in New York en omgeving aanzienlijk. Ik beloof dat ik je op de hoogte zal houden van de ontwikkelingen.’ Na een aarzeling voegde hij eraan toe: ‘Ik hoop dat je afstand hebt gedaan van het idee om contactadvertenties die Erin namens jou beantwoordde na te trekken.’