Vince keerde zich naar hem toe. ‘Dit is belangrijk. Weet je zeker dat de avondschoen die je zuster droeg toen ze werd gevonden, niet van haarzelf was?’
‘Absoluut. Nan had een hekel aan naaldhakken. Ze zou die schoen nooit hebben gekocht. En in haar kast was natuurlijk geen spoor van de andere schoen te bekennen.’
Tijdens de terugreis naar New York bleef Vince nadenken over de overeenkomsten en verschillen tussen Nan Sheridan en Erin Kelley. Het moet een imitatiemoord zijn, hield hij zichzelf voor. Danseres. Dat was wat hem dwarszat. De brief die Greta Sheridan had ontvangen. Nan Sheridan had iedere dans gedanst. Was dat in het programma Waargebeurde misdrijven naar voren gekomen? Erin Kelley had Nona Roberts ontmoet tijdens een danscursus. Was het toeval?
Op dinsdagmiddag werd Charles North voor de tweede keer ondervraagd door Vincent d’Ambrosio. Hij was maandagavond op Kennedy Airport opgewacht en zijn verbazing om door twee FBI-agenten te worden verwelkomd had al gauw plaatsgemaakt voor woede. ‘Ik heb nooit van Erin Kelley gehoord. Ik heb nooit op contactadvertenties gereageerd. Ik vind die dingen bespottelijk. Ik heb geen idee wie mijn naam zou gebruiken.’
Het was een simpele kwestie om vast te stellen dat North in een bestuursvergadering had gezeten op de voorgaande dinsdagavond, zeven uur, het tijdstip waarop Erin Kelley hem vermoedelijk zou ontmoeten.
Deze keer vond de ondervraging plaats in het hoofdkwartier van de FBI aan Federal Plaza. North was van een gemiddelde lengte en had een gedrongen postuur. Een enigszins blozend gezicht duidde op een stevige martinidrinker. Desondanks, concludeerde Vince, straalde hij onmiskenbaar een gezag en wereldwijsheid uit waartoe vrouwen zich vermoedelijk aangetrokken voelden. Hij was vijftig jaar oud en twaalf jaar getrouwd geweest voordat hij onlangs ging scheiden. Hij liet geen enkele twijfel bestaan over zijn intense weerzin om voor een tweede ondervraging naar Vince’ kantoor te komen.
‘U moet goed beseffen dat ik onlangs vennoot van een vooraanstaande advocatenfirma ben geworden. Het zal hoogst gênant zijn als ik op een of andere manier in verband word gebracht met de dood van die jonge vrouw. Gênant voor mij persoonlijk en zeker ook voor mijn firma.’
‘Het spijt me als ik u in verlegenheid breng, meneer North,’ zei Vince onaangedaan. ‘Ik verzeker u dat u op dit moment niet wordt verdacht van de moord op Erin Kelley. Niettemin... Erin Kelley is dood, slachtoffer van een brute moord. De mogelijkheid bestaat dat ze tot het aantal jonge vrouwen behoort dat heeft gereageerd op contactadvertenties en wordt vermist. Iemand plaatste onder uw naam zo’n advertentie. Iemand die heel slim is en wist dat u uw firma in Philadelphia zou hebben verlaten tegen de tijd dat hij die afspraak met Erin Kelley maakte.’
‘Wilt u me alstublieft vertellen waarom dat ook maar iemand iets zou kunnen schelen?’ snauwde North.
‘Sommige vrouwen die contactadvertenties beantwoorden, zijn pienter genoeg om vooraf te informeren naar de man met wie ze een afspraak willen maken. Stel dat de moordenaar van Erin Kelley dacht dat ze zo voorzichtig zou zijn. Welke naam kon hij dan beter gebruiken dan van iemand die zojuist zijn advocatenkantoor in Philadelphia had verlaten om zich in New York opnieuw te vestigen. Stel dat Erin u had opgezocht in het advocatenregister van Pennsylvania en opbelde naar uw voormalige kantoor. Ze zou dan te horen hebben gekregen dat u kort geleden ontslag had genomen en zich in New York opnieuw zou vestigen. Ze had zich er misschien zelfs van kunnen overtuigen dat u gescheiden bent. Nu is ze niet bang om Charles North te ontmoeten.’
Vince boog zich over zijn bureau naar voren. ‘Leuk of niet, meneer North, u vormt een schakel naar de dood van Erin Kelley. Iemand die op de hoogte is van uw bezigheden heeft uw naam gebruikt. We zullen een heleboel aanknopingspunten onderzoeken. We zullen contact opnemen met de mensen op wier advertenties Erin Kelley mogelijk heeft gereageerd. We zullen in de herinneringen van haar vrienden peuteren om te zien of ze ons onbekende namen heeft genoemd. En we zullen hoe dan ook met u praten om erachter te komen of die persoon op de een of andere manier met u in verband staat.’
North stond op. ‘Ik begrijp dat ik gecommandeerd word, niet verzocht. Nog één ding: is mijn naam doorgegeven aan de pers?’
‘Nee.’
‘Zorg dan dat dat zo blijft. En als u mijn kantoor belt, zeg dan niet dat u van de FBI bent. Zegt u maar,’ hij glimlachte vreugdeloos, ‘zegt u maar dat het om een persoonlijke zaak gaat. Géén advertentiezaak, natuurlijk.’
Na North’ vertrek leunde Vince achterover in zijn stoel. Ik houd niet van wijsneuzen, dacht hij. Hij drukte op de knop van de intercom. ‘Betsy, ik wil een compleet onderzoek naar de achtergrond van Charles North. Ik wil álles van hem weten. En van nog iemand: Gus Boxer, de conciërge van Christopher Street 101. Dat is het flatgebouw waar Erin Kelley woonde. Zijn gezicht achtervolgt me al sinds zaterdag. Ik weet zeker dat we een dossier over hem hebben.’ Vince knipte met zijn vingers. ‘Wacht eens even... Zo heet hij niet! Ik weet het weer... het is Hoffman. Tien jaar geleden was hij conciërge in het gebouw waar een twintigjarige vrouw werd vermoord.’