Natuurlijk! Er was een manier om te bewijzen dat hij geen na-aper was. Zijn lichaam schudde van stil, vreugdeloos gelach. O ja, er was een manier...
7
Zaterdag, 23 februari tot en met dinsdag, 26 februari
Darcy leefde de daaropvolgende week als een robot die was geprogrammeerd om specifieke taken uit te voeren.
Op zaterdag ging ze naar Erins flat, vergezeld door Vince d’Ambrosio en een rechercheur van het lokale politiebureau. Er waren nog drie telefoongesprekken opgenomen nadat ze op vrijdagmorgen in de flat was geweest. Darcy spoelde de band van het antwoordapparaat terug.
Een van de telefoontjes was afkomstig van de bedrijfsleider bij Bertolini. ‘Mevrouw Kelley, we hebben uw cheque overhandigd aan uw manager, Jay Stratton. We kunnen u niet genoeg zeggen hoe verrukt we met het halssnoer zijn.’
Darcy trok haar wenkbrauwen op. ‘Ik heb Erin nooit horen zeggen dat Stratton haar manager was.’
Het tweede gesprek was van iemand die zich meldde als antwoordnummer 2695. ‘Erin, dit is Milton. We zijn vorige maand uit geweest. Ik ben weggeweest en wil je graag terugzien. Mijn telefoonnummer is: 555-3681. En luister, het spijt me als ik de laatste keer wat al te opdringerig was.’
Het derde telefoontje was van Michael Nash. ‘Hij heeft gisteravond een boodschap ingesproken,’ zei Darcy.
Vince noteerde de namen en nummers. ‘We zullen het apparaat nog een paar dagen aan laten staan.’
Vince had Darcy verteld dat er weldra strafrechtelijke experts van de New Yorkse politie zouden komen om Erins flat te onderzoeken op eventueel bewijsmateriaal. Ze had Vince gevraagd of ze met hem mocht meegaan om Erins persoonlijke papieren op te halen. ‘Op haar bankrekening en verzekeringspapieren staat mijn naam vermeld als gevolmachtigde van haar vader. Ze heeft me gezegd dat de papieren onder zijn naam in haar archief te vinden zijn.’
Erins instructies waren eenvoudig en duidelijk. Als Erin iets zou overkomen, zou Darcy − zo was afgesproken − haar verzekeringsgeld gebruiken om het verpleeghuis te betalen. Met een begrafenisondernemer had ze contractueel geregeld dat hij een en ander voor haar vader zou verzorgen als de tijd daar was. Alles in haar flat, al haar persoonlijke sieraden en haar kleding, werd nagelaten aan Darcy Scott.
Er was een kort briefje voor Darcy: ‘Dit is ongetwijfeld alleen uit voorzorg, maar ik weet dat je je belofte zult nakomen om voor papa te zorgen als ik er niet meer ben. Mocht dat toch ooit gebeuren, dan dank ik je voor de fantastische tijd die we samen hebben gehad enne... maak plezier voor ons beiden.’ Darcy staarde met droge ogen naar de vertrouwde handtekening.
‘Ik hoop dat je haar advies opvolgt,’ zei Vince rustig.
‘Eens zal ik dat doen,’ antwoordde Darcy, ‘maar nu nog niet. Wil je een kopie voor me maken van het dossier met contactadvertenties dat ik je heb gegeven?’
‘Natuurlijk,’ zei Vince, ‘maar waarom? Wij bezoeken de mensen die de door haar omcirkelde advertenties hebben geplaatst.’
‘Jullie maken geen afspraakjes met hen. Ze beantwoordde een aantal advertenties namens ons beiden. Misschien word ik gebeld door mensen met wie ze uit is geweest.’
Darcy vertrok toen de gerechtelijke ploeg arriveerde. Ze ging regelrecht naar huis en begon telefoontjes af te werken. De begrafenisondernemer in Wellesley. Meelevend, vervolgens praktisch. Hij zou een lijkwagen naar het mortuarium sturen als Erins lichaam werd vrijgegeven. En de kleding? Een open kist? Darcy dacht aan de kneuzingen in Erins hals. Er zouden ongetwijfeld persmensen in de rouwkamer aanwezig zijn. ‘Een gesloten kist. Ik zal kleren voor haar brengen.’ Rouwbezoek op maandag, rouwdienst op dinsdag in de St. Pauluskerk.
De St. Paulus... Als ze vroeger bij Erin en Billy logeerde, bezocht ze die kerk samen met hen.
Ze ging terug naar Erins flat. Vince d’Ambrosio was daar nog. Hij vergezelde haar naar de slaapkamer en keek toe terwijl zij de kastdeur opende.
‘Erin had zoveel stijl,’ zei Darcy met onvaste stem. Ze zocht naar de jurk die ze in gedachten had. ‘Ze zei altijd tegen me dat ze zich zo truttig voelde toen ik die eerste dag op de universiteit met mijn ouwelui de kamer binnenkwam. Ik droeg een couturepakje en Italiaanse laarzen die mijn moeder me had opgedrongen. Ik vond dat ze er geweldig uitzag in haar kaki broek en haar trui, met schitterende sieraden, die ze toen al voor zichzelf ontwierp.’
Vince kon goed luisteren. Afwezig constateerde Darcy dat ze blij was dat hij haar liet praten. ‘Niemand krijgt haar te zien,’ zei ze, ‘behalve ik misschien, heel even maar. Toch wil ik het gevoel hebben dat ze tevreden zou zijn met wat ik voor haar uitkies. Erin spoorde me aan om me gewaagder te kleden. Ik leerde haar te vertrouwen op haar eigen intuïtie. Ze had een feilloze smaak.’