Op het moment dat het journaal van tien uur begon, kwam Doug de kamer binnen. ‘Het is daar te eenzaam.’ Hij ging op het bed zitten en pakte haar hand. ‘Hoe is het met mijn vrouwtje?’
‘Goede vraag,’ zei Susan. ‘Hoe is het met haar?’
Hij probeerde het af te doen als een grapje en hief haar kin op met de woorden: ‘Niet slecht, zo te zien.’
Beiden keerden zich naar het televisiescherm, waar de omroeper het belangrijkste nieuws voorlas. ‘Erin Kelley, een bekroonde jonge sieradenontwerpster, werd gewurgd aangetroffen op de pier van West 56th Street. Straks volgen nadere bijzonderheden.’
Een reclameboodschap.
Susan gluurde naar Doug. Hij staarde met een spierwit gezicht naar het scherm, ‘Doug... wat is er?’
Hij leek haar niet te horen.
‘... de politie is op zoek naar Petey Potters, een zwerver die − zo was bekend − in deze hut woonde en wellicht heeft gezien dat het lijk op deze koude, vervuilde pier werd achtergelaten.’ Na afloop van het bulletin wendde Doug zich tot Susan en snauwde, alsof haar vraag pas op dat moment tot hem doordrong: ‘Er is niets. Niets!’ Op zijn voorhoofd verschenen zweetdruppels.
Om drie uur ’s nachts werd Susan uit haar eigen onrustige slaap gewekt door Doug, die naast haar lag te woelen. Hij mompelde iets. Een naam? ‘... nee, kan niet...’ Nogmaals die naam. Susan kwam, steunend op haar arm, overeind en luisterde scherp. Erin... Dat was het. De naam van de jonge vrouw die vermoord was aangetroffen.
Op het moment dat ze Doug wakker wilde schudden, werd hij plotseling rustig. Met toenemend afgrijzen drong het tot Susan door waarom de nieuwsuitzending hem zo had geschokt. Hij had het ongetwijfeld in verband gebracht met die afschuwelijke gebeurtenis in zijn studententijd, toen hij een van de studenten was die werd ondervraagd over het meisje dat was gewurgd.
6
Zaterdag, 23 februari
Met intense voldoening las Charley op zaterdagmorgen de New York Post. IMITATIEMOORD luidde de paginabrede kop. Het verhaal op de binnenpagina’s richtte zich vooral op de gelijkenis van de moord op Erin Kelley met die op Nan Sheridan in de aflevering van ‘Waargebeurde misdrijven’.
Iemand had een misdaadverslaggever van de Post getipt over de brief aan Nans moeder, waarin werd gewaarschuwd dat een jonge vrouw uit New York op dinsdagavond vermoord zou worden. De verslaggever, die uit onbekende bron citeerde, schreef dat de FBI een mogelijke seriemoordenaar op het spoor was. In de afgelopen twee jaar waren zeven jonge vrouwen uit Manhattan verdwenen nadat ze hadden gereageerd op contactadvertenties. Erin Kelley beantwoordde ook dergelijke advertenties.
De omstandigheden van Nan Sheridans dood werden weer breed uitgemeten.
De achtergrond van Erin Kelley, interviews met collega’s uit de juwelierswereld... Hun reacties waren identiek: Erin was een hartelijke, lieve vrouw en enorm getalenteerd. De foto in de Post was dezelfde die Erin aan Charley had gestuurd. Dat streelde hem. Het televisiestation zou de aflevering van Waargebeurde misdrijven op woensdagavond herhalen. O, wat zou het interessant zijn daarnaar te kijken. Hij had het de vorige maand natuurlijk opgenomen, maar toch... Om het nog een keer te zien, en dan te weten dat honderdduizenden mensen voor amateur-detective zouden spelen! Wie heeft het gedaan? Wie was slim genoeg om zich niet te laten pakken?
Charley fronste zijn wenkbrauwen. Imitatie... Ze dachten dus dat hij iemand anders na-aapte. Woede schoot door hem heen, een hevige, felle woede. Ze hadden niet het recht aan hem te twijfelen. Zoals Nan vijftien jaar geleden niet het recht had hem niet voor haar feestje uit te nodigen.
Hij zou in de komende dagen teruggaan naar zijn schuilplaats. Hij had er behoefte aan daar te zijn. Hij zou de video afspelen en Astaires danspassen volgen. Het zou niet Ginger zijn die hij in zijn armen hield, evenmin Leslie of Ann Miller. Zijn hart begon sneller te kloppen. Deze keer kwam zelfs Nan niet aan bod... Het zou Darcy zijn.
Hij pakte Darcy’s foto. Het zachte bruine haar, het slanke lichaam, de grote, vragende ogen... Hoeveel lieflijker zou dat lichaam zijn als hij het in zijn armen hield, stijf en koud? Imitatie.
Opnieuw fronste hij zijn wenkbrauwen. De woede klopte tegen zijn slapen en veroorzaakte het begin van weer zo’n afschuwelijke hoofdpijn. Ik ben het, Charley, alleen ik heb de macht over leven en dood van deze vrouwen. Ik, Charley, brak door de tralies van die andere ziel en zal hem naar goeddunken beheersen.
Hij zou Darcy meenemen en het leven uit haar persen zoals hij dat ook bij de anderen had gedaan. En hij zou de autoriteiten verbazen met zijn genialiteit, hij zou hun hinderlijke geesten verwarren en verbijsteren.
Imitatie.
De mensen die dat schreven, zouden de schoenendozen in het souterrain eens moeten zien. Dan zouden ze het weten. De dozen met daarin één schoen en één dansschoen van de paren die elk van de dode vrouwen; te beginnen bij Nan, aan haar voeten had.