Cutter Amberville was in 1981 na een afwezigheid van bijna vijfentwintig jaar, slechts onderbroken door een paar korte bezoeken, in Manhattan teruggekeerd. Hij was in al die jaren verrassend weinig veranderd en had, voortreffelijk sportman als hij was, zijn slanke figuur en goede conditie weten te behouden. Zijn nog altijd blonde haar was kortgeknipt, zijn ogen waren fel blauw, zijn optreden was nooit anders dan ontwapenend. Hij bezat een onweerstaanbare charme en was buitengewoon aantrekkelijk voor vrouwen. Toch lag er in zijn manier van doen iets berekenends, misschien zelfs wel iets achterbaks. Hij had weinig gevoel voor humor en bemoeide zich nooit met mensen die niet bruikbaar waren voor zijn doeleinden. Zachary Amberville had zijn hele leven veel van hem gehouden. Ondertussen bleef Cutter Maxi bestoken met het onafweerbare wapen van zijn glimlach. Zijn hand hield haar arm nog steeds vast, bijna beschermend. Ze rukte zich bruusk los, zonder zich af te vragen of dat soms onbeleefd was, en plofte naast Pavka neer. Cutter, allerminst beledigd, streek met een vluchtig maar onmiskenbaar vertrouwelijk gebaar over haar haren, een gebaar waarvan Maxi's neusvleugels trilden. Wat doet die vent hier, dacht ze verwonderd, hij had nog nooit een vergadering bijgewoond.
Ze zag haar moeder met de zwevende gang en de onverstoorbaar fiere houding van de voormalige ballerina naar het hoofd van de tafel lopen. Lily nam plaats naast de stoel die sinds de dood van Zachary Amberville onbezet was gebleven. Het was een stoel die anders was dan alle andere stoelen in het vertrek, een kale, versleten stoel, die alle aanwezigen pijnlijk herinnerde aan de afwezigheid van de opgewekte, ondernemende en levenslustige man die zo onverwacht was heengegaan. Ze moest haar tranen zien te bedwingen, hield Maxi zichzelf voor. Telkens als ze haar vaders stoel zag, werd ze zo sterk aan hem herinnerd dat ze het te kwaad kreeg. Ze had het afgelopen jaar veel gehuild om de vader van wie ze zo zielsveel had gehouden, maar alleen als er niemand bij was. De meeste mensen voelden zich opgelaten bij openlijk getoond verdriet en zulke gevoelsuitingen hoorden trouwens niet thuis in een directiekamer.
Door zich tot het uiterste in te spannen wist Maxi haar zelfbeheersing te bewaren en toen ze voelde dat ze zich weer in de hand had, zag ze dat Cutter Lily was gevolgd. Ze vroeg zich af waar hij moest zitten, er was geen stoel meer voor hem over.
Op hetzelfde moment zag ze tot haar stomme verbazing dat haar moeder, met een even duidelijk als verbazingwekkend handgebaar, Cutter de stoel wees waarin nooit iemand anders dan Maxi's vader had gezeten.
Hoe kon ze! Hoe durfde ze Cutter daarin te laten zitten, riep Maxi inwendig. Naast zich hoorde ze Pavka een kreet van ongeloof slaken en overal aan de tafel klonken onderdrukte uitroepen van schrik. De sfeer was geladen met een bijna voelbare spanning die Lily's onverwachte daad had opgeroepen. Overal werden verbijsterde blikken gewisseld. Cutter scheen echter niets van dat alles te merken en ging zitten zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken.
Zachary Amberville had zijn familievennootschap met vaste hand geleid, bijgestaan door de mensen die vandaag aanwezig waren. Na zijn dood was zijn weduwe begonnen de vergaderingen van de raad van bestuur bij te wonen, iets dat ze tijdens zijn leven nooit had gedaan. Lily was de grootste aandeelhoudster. Zij had zeventig procent van de aandelen geërfd; de andere dertig procent was verdeeld tussen Maxi, Toby en hun jongere broer Justin.
Maxi en Toby woonden de vergaderingen bij als ze in de stad waren. Maxi had haar moeder echter nooit een opmerking horen maken en ze had nooit gemerkt dat ze bij een beslissing was betrokken. Maxi zelf deed dat trouwens evenmin. De redacteuren van de verschillende tijdschriften, de uitgevers en de directeuren, met aan het hoofd Pavka Mayer, hadden het enorme concern geleid zoals ze dat ook onder Zachary hadden gedaan, met volledige overtuiging en met al hun vakbekwaamheid, zonder ooit te verslappen.
Er viel een stilte. Aangezien niemand de agenda voor de vergadering kende, wachtte iedereen tot Lily Amberville het woord zou nemen. Maar Lily bleef zwijgend en met neergeslagen ogen zitten. Maxi keek, met stomheid geslagen, helemaal perplex, toe hoe Cutter haar vaders stoel een eindje achteruitschoof, volkomen op zijn gemak achteroverleunde en de vergadering opende.
'Mevrouw Amberville heeft mij gevraagd vandaag het woord tot u te richten,' begon hij bedaard. 'Het spijt haar dat ze sommigen van u op stel en sprong naar New York moest laten komen, maar ze heeft een mededeling te doen die geen uitstel kan lijden.'
'Wat krijgen we nou?' vroeg Pavka met gedempte stem aan Maxi. Ze schudde haar hoofd, klemde haar lippen opeen en staarde Cutter woedend aan. Wat bezielde haar moeder om hem de raad van bestuur te laten toespreken? Waarom deed Lily het niet zelf, in plaats van deze bankier, deze vreemde eend in de bijt, die niet het recht had zich met de bedrijfsvoering van i Amberville Publications te bemoeien? 'Mevrouw Amberville heeft, zoals u weet,' vervolgde Cutter op afgemeten, autoritaire toon, 'na de plotselinge, tragische dood van mijn broer geen verandering in de structuur van Amberville Publications gebracht. Ze heeft echter wel de toekomstmogelijkheden van het bedrijf, zijn tien tijdschriften en de bedrijfsmiddelen nauwkeurig bestudeerd. Nu is volgens mij het moment gekomen om het feit onder ogen te zien dat, ofschoon zes van de tijdschriften absolute toppers zijn op hun gebied, er vier in moeilijkheden verkeren.' Hij zweeg om een slokje water te nemen en Maxi's hart begon nog harder te bonzen. Haar sluwe oom mat zich het air aan van een generaal. 'We weten allemaal,' hernam Cutter ontspannen, 'dat mijn broer meer plezier had in het opzetten van een tijdschrift dan in het succes ervan, meer belangstelling had voor het genezen van een ziek tijdschrift dan voor het uitbuiten van de mogelijkheden van een gezond tijdschrift. Alleen een tweede Zachary Amberville zou het doorzettingsvermogen, de bereidheid om jarenlang verlies te lijden en bovenal het vertrouwen in eigen creativiteit kunnen bezitten die nodig zijn om de winsten van onze zes succesvolle tijdschriften naar de vier zwakke te kunnen overhevelen.'