'Maar al ben je geen Meryl Streep, stomme trut,' zei ze tegen haar spiegelbeeld, 'acteren kun je wel.' Ze bond haar golvende, amberkleurige haar van achteren vast en keek vol walging naar de Bloody Mary die op tafel stond. India West dronk bijna nooit, maar gisteravond was een afschuwelijke uitzondering geweest, waarvoor maar één remedie bestond. Ze dronk het glas leeg, rilde en strompelde terug naar bed. Ze had al haar energie verbruikt met het openen van het blikje tomatensap en het zoeken naar de tabasco. Zondags was ze alleen, dan waren er geen dienstmeisjes en geen secretaressen in het grote huis, en zwegen alle telefoons, omdat de grootheden van de filmindustrie sliepen of aan de brunch zaten of voor de buis naar voetballen keken. Maar, bedacht India, als het geen zondag was, zou ze naar de dagelijkse training bij haar gymleraar, Mike Abrums, moeten. Als die man ook maar zou vermoeden dat ze een kater had, en je kon nu eenmaal niets voor hem verborgen houden, dan was ze nog niet gelukkig. Misschien zou hij zelfs al haar afspraken schrappen. In weerwil van een gerucht uit doorgaans welingelichte kringen dat hij - ergens - een gouden hart scheen te hebben, hield Mike Abrums zijn leerlingen in het gareel met de keiharde discipline die hij tijdens zijn jaren bij de mariniers, waar hij mannen had geleerd hoe ze andere mannen met hun blote handen moesten vermoorden, had geperfectioneerd. Nu hield hij uiterst zorgvuldig geselecteerde en eerbiedig gehoorzame Hollywood-lichamen in staat van perfectie en had een wachtlijst van honderden gegadigden. Mike had haar de consumptie van rood vlees, suiker, zout, vetten en alcohol, in welke hoeveelheid en vorm dan ook, verboden. Maar gisteravond had India in een vlaag van verzet alles gegeten en gedronken wat op het taboelijstje stond.
'Als ik niet zo mooi was, mocht ik elke dag een hamburger eten,' zei ze droevig tegen het plafond. 'Als ik geen grote ster was, zou ik niet volmaakt hoeven zijn. Als ik niet rijk was, kon ik me niet veroorloven zes keer per week naar die rotzak te gaan, als ik niet beroemd was, zou het niemand een fluit kunnen schelen. Ik zit tot over mijn oren in problemen waarmee iedereen spot en waarvan iedereen zegt dat hij ze best zou willen hebben, daarom hoef ik ze nog niet fijn te vinden. Je kan ze trouwens niet aan een ander overdoen. Een banale gedachte, dat geef ik toe, maar in mijn conditie kan ik niet meer opbrengen.'
Een kater beperkte haar mogelijkheden ook op elk ander gebied. Ze kon geen muziek verdragen, lezen was onbegonnen werk en, het ergst van al, er was niemand die ze zou willen opbellen. Bij die gedachte voelde ze de tranen in haar ogen springen. Ze kwam moeizaam haar bed uit, sloeg een badmantel om en ging traag op weg naar het zwembad. Alles was beter dan blijven liggen en zichzelf beklagen.
Even later sukkelde ze over het pad in haar achtertuin. Het moest een tropische tuin voorstellen en haar tuinarchitect was er voor de prijs van tweehonderdduizend dollar in geslaagd een onwezenlijk Rousseau-achtig landschap te creëren met kolossale exotische planten, die India, in de stemming waarin ze nu verkeerde, grotesk en dreigend voorkwamen en haar het onbehaaglijke gevoel gaven dat er slangen en tijgers tussen verscholen zaten. Opeens trad het ondergrondse netwerk van sproeiers, dat alleen 's nachts hoorde te spuiten, met veel gesputter in werking. Terwijl ze door tientallen waterstraaltjes werd belaagd, sprongen drie enorme Duitse herders wild blaffend uit de reusachtige varens te voorschijn en gooiden haar bijna omver.
'Af! Af, grote griezels,' gilde India met een poging tot autoriteit. Ze was doodsbang voor de grote honden, maar na overleg met de politie van Beverly Hills waren haar manager en haar agent van mening geweest dat ze die honden moest hebben. De omheining en de elektrisch beveiligde hekken, de televisiecamera aan het einde van de oprijlaan, plus alle elektrische ogen en alarmsystemen overal in huis vormden blijkbaar een minder effectieve bescherming dan een Duitse herder. Rillend en druipend vervolgde India haar weg naar het zwembad, met kletsnatte haren, in een doorweekte badjas en omringd door drie tenentrappende en - naar ze hoopte uit liefde - handenlikkende honden. O god, hadden ze eigenlijk wel eten gehad? Ze voelde zich steeds onzekerder worden over de afloop van deze zondag. Rothonden, rotsproeiers en nu ook nog rotalgen. Ze vluchtte terug naar huis en naar bed, trok de dekens over haar hoofd en verwenste de man die de onderhoudsbeurt van het zwembad had overgeslagen.
Zou ze nog een Bloody Mary nemen? Nee. Beslist niet. Eén kon je een medicijn noemen, maar twee? Nee, ze kon beter haar zegeningen gaan tellen, zoals haar moeder haar had geleerd. Ten eerste, zoals altijd, gezondheid, het enige dat er echt op aankwam. Katers telden niet als ziekte, want die waren tijdelijk. Ten tweede, haar lakens, van het fijnste, zuiverste katoen, met beeldige schulprandjes, en zeshonderd dollar per stel. Ze had er een kast vol van, ze waren haar trots en haar vreugde - kon iemand verslaafd zijn aan lakens? Nou ja, het was een nogal onschuldig genoegen, je kon ze niet eten of drinken. Of waren haar lakens een geval van overbrenging? Had ze gedurende het afgelopen jaar haar affectie voor haar psychiater, dokter Florence Florsheim, die alleen sterren in therapie nam, overgebracht op haar linnenkast? Kon je dat vooruitgang noemen? Dat moest ze eens aan dokter Florsheim vragen, maar ze betwijfelde het. Wat waren voorts haar zegeningen? Rijk, mooi, beroemd en begaafd. Al met al zes zegeningen. Minnaars? Ze had er geen op het moment, en de laatste die ze had gehad was zo'n smakeloze vergissing geweest dat ze nog bloosde bij de herinnering. Geen vriend hebben was misschien een geluk bij een ongeluk. Dan telde het voor een halve zegen, dat maakte dan zes-en-een-halve zegening, niet slecht voor iemand met een kater zo groot als een koningstijger. Jeugd? Ja, jeugd, al werd ze dan over drie jaar dertig. Enfin, nog maar niet aan denken. Lieve hemel, het was toch niet gemakkelijk om de mooiste filmster van de wereld te zijn. Het was stress op grote schaal, dat moest zelfs dokter Florsheim toegeven. India werd opnieuw overmand door zelfmedelijden. Ze wilde net uit bed gaan om zich te troosten met kussenslopen toen de telefoon ging.