'Toby heeft zojuist alle tulpen uitgegraven. Ze hadden volgende week in bloei moeten staan. De tuinman had in de herfst vierhonderd bollen geplant.'
'Lieve help,' mompelde Sarah. Ze had zich niet gerealiseerd dat Lily al die tijd had geweten dat Toby tulpen-in-de-knop oogstte. Ze had twee uur verstard zitten toekijken, zich op de lippen gebeten en gebeden om kracht tot zwijgen. Enfin, misschien kon je in Manhattan makkelijk goede tuinlui krijgen. In Andover was dat geen probleem. Oma-zijn was toch niet zo leuk als ze had gedacht. Maar ja, wat was dat wel?
Maxime Emma Amberville was de lelijkste baby die Lily zich kon voorstellen: ze leek op een geplukte kip, was volkomen kaal, had spillebenen en kreeg de eerste dag al uitslag van de warmte. Ze had koliek, ze krijste als ze honger had en ze krijste als ze geen honger had. Ze was de lastigste baby die ze ooit op de kraamafdeling hadden gehad, zei de hoofdzuster tegen Lily. 'Je hebt toch zeker tegen dat mens gezegd dat ze kan doodvallen?' stoof Zachary op toen Lily hem de opmerking overbracht. 'Maar Zachary! Natuurlijk niet. Die arme vrouw was ten einde raad. Gelukkig kon ik haar zeggen dat we morgen naar huis gaan. Maar waar ik het meest over in zit is Juffie. Stel dat ze weggaat? Ze heeft er slag van om met Tobias om te gaan.' 'Juffie heeft te weinig te doen en krijgt te veel betaald.' 'Ik heb een uitzendbureau gebeld en een tweede kinderverzorgster aangenomen. Iemand die erg goed aangeschreven staat en zich gespecialiseerd heeft in moeilijke gevallen. Als we thuiskomen is ze er al. Gelukkig is Maximes kamer niet naast die van Toby, dus ze kan hem niet wakker huilen.' 'Jezus, Lily, het kind heeft doodgewoon buikpijn, geen lepra. Volgens mij heeft ze verdomd veel pit en ik vind haar knap. Ze lijkt op mij.'
'Lieveling, praat niet zo mal. Je weet best dat jij buitengewoon aantrekkelijk bent.'
'Je hebt mijn babyfoto's nooit gezien,' grinnikte hij. 'Wel waar,' prevelde Lily. 'En ze zal mettertijd wel opknappen. Lelijker kan ze nauwelijks worden.' Maximes koliek en uitslag verdwenen tegelijkertijd. Binnen zes maanden was ze zoveel aangekomen dat haar spillebenen mollig waren geworden. Toen haar haar eenmaal begon te groeien, was het steil en dik en bleek ze, tot Zachary's grote en trotse vreugde, een spierwitte lok te hebben op dezelfde plaats als hij. Wat haar pit betrof, binnen tweeëntwintig maanden had ze de kinderverzorgster die zich had gespecialiseerd op moeilijke gevallen tot wanhoop gebracht.
'Mevrouw,' zei mevrouw Hemmings bijna in tranen, 'ik heb zieke kinderen gehad, kinderen die zo zoet waren dat het overduidelijk was dat ze iets mankeerden; ik heb hyperactieve kinderen gehad die overal inkropen, tot in de rioolbuizen toe; ik heb kinderen gehad die voor ze een jaar oud waren in bomen klommen; ik heb kinderen gehad die op hun vierde jaar nog niet zindelijk waren, ik heb alle soorten kinderen gehad die er volgens mij zijn, maar Maxi... ik ga hier weg, mevrouw, anders ga ik eraan kapot.'
'O nee! Gaat u alstublieft niet weg, mevrouw Hemmings,' smeekte Lily.
'Ik moet wel, mevrouw. Ik hou te veel van Maxi. Ze is zo lief en tegelijk zo stout. Ik kan er niet toe komen haar te straffen, en dat is slecht voor het kind.'
'Ik dacht dat u dat soort problemen aankon,' zei Lily ijzig. Het mens was kennelijk vastbesloten om weg te gaan. 'Ik vrees dat Maxi tot in de grond verwend is. Ze wil altijd haar zin doordrijven... daar had u toch wel iets aan kunnen doen.' 'Ik heb mijn best gedaan, mevrouw, maar...' 'Maar het is u niet gelukt; zo simpel ligt dat, nietwaar?' 'Als u het zo wilt zien, ja,' zei mevrouw Hemmings op de toon van iemand die zich niet uit haar tent laat lokken. Lily begon zich steeds meer te ergeren.
'Ik stel u verantwoordelijk voor Maxi's ongehoorzaamheid, mevrouw Hemmings, en ik zal u helaas geen getuigschrift kunnen geven.'
'Dat moet u weten, mevrouw, maar ik betwijfel of Maxi's problemen opgelost kunnen worden door domweg een andere verzorgster in dienst te nemen.'
'Dat zullen we dan wel eens zien! Ik weet zeker dat iemand anders haar wel aankan,' repliceerde Lily woedend. 'Ik geef niet graag de ouders de schuld,' zei mevrouw Hemmings, gekwetst in haar beroepstrots, 'maar een kinderverzorgster kan geen ijzer met handen breken. Nu zou ik graag weggaan, mevrouw...'
'Een ogenblikje. Wat bedoelt u eigenlijk met ouders de schuld geven, mevrouw Hemmings?'
'Het probleem met Maxi is dat haar vader haar in alles toegeeft en dat u al uw vrije tijd met Toby doorbrengt. Ze stelt alles in het werk om de aandacht van haar moeder te trekken en, aangezien u mijn mening vraagt, ze gebruikt haar vader als plaatsvervanger.' Voor Lily nog iets kon zeggen verliet mevrouw Hemmings de kamer en ging naar boven om te pakken. In haar heel lange en eervolle carrière had ze nog nooit zo ronduit haar mening gezegd en al vond ze het ellendig om bij Maxi weg te gaan, ze was bepaald tevreden over zichzelf.
Toby's Engelse kinderjuffrouw, mevrouw Browne, was niet zo gevoelig als mevrouw Hemmings. Ze nam Maxi onder haar hoede en sprak altijd over haar als 'onze tweejarige', op een toon die alles verklaarde. Lily, ondanks alles toch geraakt door de woorden van mevrouw Hemmings, ging haar dochtertje elke avond wat voorlezen en liet haar ook, zondagsmorgens, een half uur met haar juwelen spelen. Maxi zat dan, schoenen uit, midden op haar moeders bed, dat met al het antieke kantwerk waarmee het was bekleed veel weg had van een bruidstaart. Niemand hoeft mij ooit te verwijten dat ik mijn kinderen verwaarloos, dacht Lily woedend, terwijl ze Maxi stierlijk verveeld een verhaaltje voorlas.