5
Cutter Amberville besloot aan de Stanford Universiteit in Californië te gaan studeren, om zo ver mogelijk bij zijn broer uit de buurt te zijn, weg uit dat deel van de wereld waar de mensen bij het horen van zijn naam onmiddellijk vroegen of hij soms familie van Zachary was.
Hij moest er wel harder werken dan in Andover, maar hij verstond al snel de kunst om alleen het hoognodige te doen, zodat hij ruimschoots tijd overhield voor de takken van sport waarin hij uitblonk: tennis, squash, zeilen, polo en skiën, allemaal onmiskenbaar elitesporten, rijkeluissporten. Het kostte jaren om ze goed onder de knie te krijgen en de jongeman die ze allemaal beheerste werd alom bewonderd en voor vol aangezien. Ze eisten stuk voor stuk vaardigheid, coördinatievermogen, uithoudingsvermogen en, in het bijzonder polo en skiën, een duidelijke bereidheid risico's te nemen. Cutter was zowel te paard als op ski's bereid elk risico - verantwoord risico - te nemen, omdat, redeneerde hij met de berekening die hij zo zorgvuldig verborg, durf doorgaans werd gezien als een uitvloeisel van moed. Zijn broer, zijn vijand, had nooit iets van welke sport dan ook terechtgebracht.
Een groot deel van zijn tijd en energie wijdde Cutter aan tennis en squash. Bij zijn andere geliefkoosde sporten moest hij de strijd aanbinden met een dier of met de elementen, maar bij racketsporten was zijn tegenspeler een man. Door grote inspanning kon hij winnen, maar dat zonk in het niet bij de vaardigheid en de techniek waarmee Cutter op den duur leerde een paar beslissende games te verliezen, briljant gespeelde games tegen een paar zorgvuldig gekozen vaders van vrienden, tegen mannen die uitzonderlijk goed speelden voor hun leeftijd, mannen die in het bankwezen zaten, mannen die hem in de toekomst mogelijk een functie konden bezorgen op een plaats waar goede contacten veel betekenden. Verliezen met tennissen, goedgehumeurd verliezen, overtuigend verliezen, zonder dat iemand ooit vermoedde dat hij niet zijn uiterste best deed, werd een van Cutters bijzondere pluspunten, even belangrijk als zijn goede manieren en zijn knappe uiterlijk, belangrijker zelfs dan zijn nimmer in twijfel getrokken moed.
'Ik ben gisteren met de jonge mevrouw Amberville uit winkelen geweest,' zei Zelda Powers nijdig tegen Pavka Mayer toen ze voor de lunch samen iets gingen drinken. 'O ja? Je zegt het net zo narrig als je kijkt, liefje. Maar vergeet niet dat ze erg jong en erg Engels is, en erg beschermd is opgevoed, althans volgens Zachary, omdat ze zo aan dat ballet verslingerd was. Je moet dus niet raar opkijken als ze, afgezien van tutu's, niets van kleren weet.'
'Maar nu weet de hooggeboren Lily wel iets van kleren, nu wel,' zei Zelda met een zijdelingse, woedende blik op Pavka. 'Heeft ze een slechte smaak? Of gewoon een saaie, alledaagse, provinciale smaak? Engelse vrouwen weten over het algemeen niet veel van zichzelf te maken.'
'We zijn naar Bergdorf geweest en naar Saks en naar Bonwit, kortom naar alle goeie zaken in New York, en ze bekeek de kleren van onze beste ontwerpers met een blik of ik haar had meegenomen naar een tentoonstelling van regenwormen,' zei Zelda hatelijk. 'Ze vertikte het ook om iets te passen. En ze heeft echt van alles nodig, Pavka, want doordat ze zo op stel en sprong getrouwd is, had haar moeder geen tijd om een complete uitzet voor haar te kopen en bovendien hadden zij en haar moeder geen flauw idee van wat pasgetrouwde vrouwen in New York dragen. Al haar kleren waren van pastelkleurige tweed en daarin leek ze net een kruising tussen Alice in Wonderland en een piepjong vorstinnetje op staatsbezoek in een of ander onherbergzaam gebied.'
'Maar wel een erg, erg mooi vorstinnetje,' prevelde Pavka. 'Ik ontken niet dat ze mooi is... ik wilde haar alleen helpen, zoals Zachary me had gevraagd, en je weet, voor hem doe ik alles. Enfin, ik heb haar ten einde raad mee naar Mainbocher genomen en daar fleurde ze op, toonde zowaar enig enthousiasme, en toen we weggingen had ze zevenendertig pakjes en jurken besteld, bijna de hele collectie. Volgende week moet ze komen passen.' 'Nou, dat is toch prima. Dan is je probleem toch opgelost?' 'Ik word er niet goed van. Mainbocher op haar leeftijd! De duurste maatkleding van heel de Verenigde Staten! Heel stemmige kleren, Pavka, uiterst beschaafde, perfect afgewerkte kleren, die je desnoods binnenstebuiten kunt dragen. Bij Mainbocher kopen alleen de rijkste vrouwen van New York, de meest exclusieve elite. En ik wil wedden dat niet een van hen er ooit zoveel ineens heeft besteld. Die, die tiener- ze heeft niet eens ergens de prijs van gevraagd... dat kwam gewoon niet bij haar op.'
'Nou en? Zachary kan het betalen.'
'Het gaat me niet om het geld, haar hele houding was onuitstaanbaar. Heeft hij je verteld van dat huis dat hij gaat kopen? Het enige huis in de hele stad dat de dame goed genoeg vindt.' 'Hij heeft er iets over gezegd, maar ik heb maar half geluisterd.' 'Ik moest met haar mee om het te bekijken. Pavka, jij weet ook wat voor soort man Zachary is. Doodeenvoudig, praktisch, zonder allures. Denk je dat hij zich zal thuisvoelen in een grijsmarmeren paleis, een half huizenblok groot, drie verdiepingen hoog, met een balzaal en een enorme tuin? En dat voor twee mensen? Het is bijna zo groot als het Frick Museum. Het is geen huis, het is een residentie.'