'We hebben meer dan genoeg jongste bedienden en we hebben ook nog een wachtlijst,' herhaalde ze geduldig. 'Maar ik heb jaren krantenervaring. Ik heb een krant geleid. En ik wil helemaal onderaan beginnen, ik vraag niet om de functie van stadsredacteur.'
'Weet u, meneer Amberville, de Times heeft zijn jongste bedienden die in militaire dienst gingen allemaal beloofd dat hun baan weer beschikbaar zou zijn als ze terugkwamen. Ze zijn helaas niet allemaal teruggekomen, maar degenen die dat geluk wel hadden, zijn meteen weer aangenomen. Toen kwamen de gedemobiliseerden aan de beurt die een journalistieke opleiding hadden genoten. We hebben hier zelfs jongste bedienden die aan de School voor Journalistiek les hebben gegeven. Het is jammer dat u niet bent afgestudeerd. Daarna kregen we natuurlijk de andere oud-officieren...' 'Ook kolonels van de mariniers?'
'We hebben een voormalige generaal, meneer Amberville, één, maar hij is generaal geweest.' 'Van de luchtmacht?' 'Hoe weet u dat?'
'Zomaar. Die klootzakken. Sorry, mevrouw!' 'Zal ik u op de wachtlijst zetten?' vroeg ze, een lachje onderdrukkend.
'Ik heb geen tijd om te wachten. Maar evengoed bedankt.' Terwijl Zachary het gebouw van de Times verliet, kwam hij langs een groep enthousiaste schoolkinderen die juist aan de rondleiding zouden beginnen. Op straat gekomen kocht hij voor het eerst van zijn leven een exemplaar van de Daily News, die hij opensloeg op de pagina 'Personeel gevraagd'.
Het was de Five Star Button Company tijdens de oorlog bijzonder voor de wind gegaan, want al waren metaal en stof en leer gerantsoeneerd, knopen kon je ook van bijna alle niet voor de oorlogsindustrie belangrijke materialen maken. 'Nieuwe knopen, nieuw uiterlijk', luidde de slagzin en men verkocht miljoenen knopen gemaakt van veren, pompons en lovertjes. Ze vervaardigden een voortreffelijke knoop, legde de heer Nathan Landauer aan Zachary uit, een knoop waar men van op aan kon, een knoop die men met trots kon dragen. 'Dat geloof ik graag, meneer,' antwoordde Zachary, terwijl hij naar de muren van het kantoor keek die vol hingen met kaarten waarop honderden verschillende modellen knopen gehecht waren.
'Alleen is die baan een beetje, tja, niet precies wat u zoekt, denk ik,' vervolgde Landauer met een blik op het kolonelsuniform, de vier rijen onderscheidingen, het militaire stekeltjeshaar.
'Het gaat toch om een krant, nietwaar?' 'Ja... als u een firmablaadje van een knopenfabriek een "krant" wilt noemen. Ik heb het eerlijk gezegd nooit als zodanig gezien... alleen als een extra service voor onze klanten en om onze werknemers het gevoel te geven dat ze deel uitmaken van een grote familie.'
'Maar het komt iedere maand uit, het wordt bij een bij de vakbond aangesloten drukkerij gedrukt, u stelt een kantoor en een part-time secretaresse beschikbaar en het salaris is vijfenzestig dollar per week?' 'Inderdaad.'
'Dan wil ik die baan graag hebben. Heel graag.' 'U hebt hem, kolonel.'
'Zegt u maar Zack. Ik ben over een half uur terug. Alleen even iets makkelij kers aantrekken. Nieuwe knopen, nieuwe vooruitzichten.' Nathan Landauer keek hem droefgeestig na. Op dat uniform zaten de mooiste knopen die hij sinds lange tijd had gezien. Nathan junior, trots als hij op hem was, had drie jaar als matroos bij de marine gediend, en als hij al ooit een fatsoenlijke knoop aan zijn uniform had gehad, dan had zijn vader die nooit gezien.
'Nat,' zei Zachary tegen Nathan Landauer jr. tussen twee happen tarwebrood met pastrami in, 'wil je niet eens iets meer met je leven doen dan alleen maar knopen maken, ook al verdien je er goed je kost mee? Heel goed zelfs?' 'Wat kan ik anders doen? Het is een familiebedrijf en pa verwacht dat ik het van hem overneem als hij zich over vijfjaar uit de zaken terugtrekt. Ik ben zijn enige zoon en hij heeft die zaak vanaf de grond opgebouwd. Het is de grootste knopenfirma op Seventh Avenue. Ik ben aan handen en voeten gebonden, Zack. Ik wil hem geen verdriet doen. Hij is zo'n fijne vent.' 'Hij is een reuze vent. Maar je zit niet aan handen en voeten gebonden. Je kunt dit bedrijf leiden met je ene hand vastgebonden op je rug, en met je andere...' 'Met de andere?'
'Kun je deelgenoot worden in een tijdschrift.'
'Ik heb geen verstand van tijdschriften.'
'Heb je dan wel verstand van ceintuurs? En van lint? En van band? En van haken en ogen en van corsages en drukknopen en boordsel en...'
'In ons vak krijg je vanzelf verstand van fournituren, Zack, die horen gewoon bij Seventh Avenue... De confectie heeft trouwens meer nodig dan alleen knopen, al zal pa dat nooit toegeven. Ja, daar weet ik wel wat van. Nou, en?' 'Maandblad voor de fourniturenhandel. Een nieuw tijdschrift.' 'Ik sta met mijn oren te klapperen. Je bent nogal wat van plan.' 'Het zou in een behoefte kunnen voorzien. Er zijn in dit land duizenden confectioneurs die duizenden soorten kleding vervaardigen en ze weten geen van allen wat nieuw is, wat er omgaat, wat er aan fournituren voorhanden is.' 'Het lijkt wel of ze maar een eind weg modderen, zonder ooit echt bij de tijd te zijn.'