‘Dat heb je dan verkeerd gedacht,’ zei ze, terwijl ze haar servet neergooide en hem boos aankeek. ‘Ik voel helemaal niets voor je.’
‘Dat is niet waar, cara,’ sprak hij rustig. ‘Je voelt van alles voor me. Woede en haat bijvoorbeeld.’
‘Alleen is dat blijkbaar niet genoeg om van jou en je snode plannetjes af te komen?’ zei ze venijnig.
‘Niet tot ik ervan overtuigd ben dat er echt geen hoop meer is voor ons,’ zei hij met een onbuigzame blik. ‘En ik kan er alleen achter komen of dat zo is als we tijd met elkaar doorbrengen. Veel tijd. Om te beginnen vanavond.’
Er verscheen paniek in haar ogen. ‘Je wilt toch niet dat ik de nacht met je doorbreng? Daar ben ik nog niet klaar voor. Dat is veel te snel.’
Hij schonk haar een zelfverzekerde glimlach en reikte naar zijn telefoon. ‘Dan zal ik Frank maar even bellen om te zeggen dat de politie over een halfuur bij hem op de stoep staat om je broer te arresteren.’
Onder tafel wrong ze haar handen. ‘Nee, alsjeblieft,’ zei ze met een brok in haar keel. ‘Niet doen… Ik… Ik blijf wel bij je…’
Een gespannen moment lang liet hij zijn donkere ogen over haar gezicht glijden. ‘Ik ga mezelf niet aan je opdringen, Claire. Je denkt toch niet dat ik zo lomp ben?’
Twee tellen lang hield ze haar lippen op elkaar geperst voor ze ze weer ontspande. ‘Ik weet niet wat ik moet denken… We zijn praktisch vreemden voor elkaar.’
‘Zelfs vreemden worden soms vrienden,’ zei hij. ‘Als er niet meer in zit, zou dat dan geen mooie uitkomst zijn van deze afspraak?’
Met een behoedzame blik keek ze hem aan. ‘Ik zie ons nog geen kerstkaartjes en vrolijke e-mails aan elkaar sturen. We komen uit totaal verschillende werelden. Ik weet sowieso niet hoe ik erbij kwam om iets met jou te beginnen.’
‘Waarom vertel je me dan niet wat meer over jouw wereld?’ vroeg hij. ‘Je had het bijna nooit over je familie toen we nog samen waren. Je wilde ze zelfs niet uitnodigen voor de bruiloft, ook al had ik aangeboden om hun vlucht te betalen. Ik heb van niemand zelfs maar een foto gezien.’
Er verscheen een kleur op haar wangen. ‘Ik hou van mijn familie,’ zei ze, wetende dat ze veel te defensief klonk. ‘Ze zijn niet perfect, verre van zelfs, maar ze hebben het ook niet makkelijk gehad. Met name mijn moeder niet.’
‘Wat is je moeder voor iemand?’ vroeg hij. ‘Je hebt me zo weinig over haar verteld.’
Terwijl ze een krul achter haar linkeroor veegde, vroeg ze zich af waar ze moest beginnen. ‘Ze heeft een zwaar leven gehad,’ begon ze. ‘Ze verloor haar moeder op jonge leeftijd, was daarna een beetje de weg kwijt en raakte op haar zestiende zwanger. Na mijn geboorte heeft ze nog twee kinderen gekregen van twee verschillende mannen, maar geen van hen bleef. Als oudste en enige meisje nam ik al van jongs af aan een soort moederrol op me. Met mijn broer Callum gaat het nu wel goed, maar ik maak me vooral zorgen over Isaac. Hij kan soms nogal impulsief zijn. Hij denkt niet na voor hij iets doet.’
‘Hij is nog jong, met een beetje sturing komt dat wel goed,’ zei Antonio. ‘Frank Guthrie zal een goede mentor voor hem zijn. Het klinkt alsof je broer wel een sterk mannelijk rolmodel kan gebruiken.’
Daarop keek ze hem weer aan. ‘Waar ken je die Frank eigenlijk van?’ vroeg ze. ‘Ik kan me niet herinneren dat je het eerder over hem hebt gehad.’
‘Ik heb anderhalf jaar geleden zijn broer Jack geopereerd,’ zei hij. ‘Die was betrokken geraakt bij een frontale botsing net buiten Rome. Zijn gezicht was flink beschadigd. We moesten platen en schroeven plaatsen in zijn voorhoofd en wangen, en ook nog beide oogkassen reconstrueren. Niemand had verwacht dat hij het zou redden, zeker niet zonder flinke littekens of een verminking, maar hij is er goed uit gekomen. Frank was overgevlogen om bij zijn broer in het ziekenhuis te zijn en zo heb ik hem leren kennen.’
‘Het geeft vast veel voldoening om mensen van zoiets te zien herstellen,’ zei ze. ‘Je ouders… Ik bedoel je moeder… is vast erg trots op je.’
Voorzichtig glimlachte hij. ‘Toen ik vertelde dat ik geneeskunde wilde gaan studeren, heeft mijn vader heel duidelijk gemaakt dat hij liever had dat ik zijn bedrijf over zou nemen. En mijn moeder heeft jarenlang geklaagd over de lange dagen die ik maakte. Maar ik heb altijd chirurg willen worden, al zo lang ik me kan herinneren.’
Claire pakte haar bronwater weer op. ‘Hoe gaat het nu met je moeder?’ vroeg ze.
Toen zijn blik de hare kruiste, zag ze een schaduw over zijn gezicht trekken. ‘Naar omstandigheden goed,’ zei hij.
Nu wist ze nog zekerder dat de dood van zijn vader alles te maken had met waarom Antonio weer contact met haar had gezocht. Als oudste zoon van een rijke zakenman werden er bepaalde dingen van hem verwacht. Een erfgenaam was een vereiste. En die kon hij moeilijk leveren als hij officieel nog getrouwd was met een vrouw van wie hij vervreemd was.