Nee. Ze stopte de herinneringen nog verder weg. Dat was de eerste keer geweest dat hij haar pijn had gedaan, maar niet de laatste. En aan de laatste keer wilde ze al helemaal niet denken.
‘Ik vind het moeilijk te geloven dat je vijf jaar lang met niemand iets gehad of gedaan hebt,’ sprak ze.
‘Geloof wat je wilt,’ zei hij. ‘Ik heb nog altijd geen controle over de ondoorgrondelijke manier waarop jouw hersenen werken.’
Ze knarste met haar tanden. ‘Je mag wel iets charmanter doen als je me terug in je bed wilt lokken, Antonio.’
Hij schonk haar een dwingende glimlach. ‘Vind je?’
Met gebalde vuisten deed ze een stap achteruit. ‘Wat vinden je ouders en je broer eigenlijk van je geniepige plannetjes?’
Even betrok zijn gezicht, zo vluchtig dat ze het net zo goed had kunnen missen. ‘Mijn vader is helaas een paar maanden geleden overleden,’ zei hij, met iets van emotie in zijn stem. ‘Hij kreeg een zware hartaanval. Te veel sigaretten, te veel stress en te weinig geluisterd naar de adviezen van zijn artsen en familie dat hij het rustiger aan moest doen.’ Even bleef het stil en hij keek haar verontrustend doordringend aan. ‘Ik had verwacht dat je dat wel ergens gelezen zou hebben.’
‘Dat… Dat heb ik gemist,’ zei ze op een wat mildere toon en ze keek naar de grond. ‘Het spijt me. Je moeder mist hem vast verschrikkelijk. Jullie allemaal…’
‘Mijn moeder houdt zich goed, naar omstandigheden,’ zei hij, na nog een korte stilte. ‘En mijn broer Mario heeft mijn vaders bedrijf overgenomen.’
Verrast keek ze hem weer aan. ‘Wat? Bedoel je dat je vader jou niets heeft nagelaten?’
Dat bracht een ondefinieerbare uitdrukking op zijn gezicht. ‘Mario en ik zijn allebei partners in de zaak, maar gezien mijn verplichtingen elders moet ik de zakelijke kant voornamelijk aan hem overlaten.’
‘Ik neem aan dat je broer geschokt was toen hij hoorde dat je van plan was om mij op te zoeken,’ verklaarde ze met een spottende blik.
Zijn blik bleef ondoorgrondelijk. ‘Hij reageerde nogal bot en verklaarde me voor gek dat ik een tweede inning met jou zelfs maar wilde overwegen. Maar hij heeft altijd gevonden dat je na één slag uit bent. Ik ben iets… hoe zal ik het zeggen… makkelijker.’
Ze kon zich goed voorstellen hoe zijn jongere playboy-broertje haar had zwartgemaakt tegenover Antonio. Zijn ouders waren al net zo negatief geweest. Niet dat Antonio er ooit naar geluisterd had. Die laatste vernederende scène met zijn moeder had Claire verdrongen. Wekenlang had ze de verkreukelde cheque in haar handtas bewaard. Zo had zij zich ook gevoeld, gehavend, elke keer als ze dacht aan hoe ze afgedankt was, als een bediende die niet had voldaan aan de onmogelijke verwachtingen van haar werkgever. Maar uiteindelijk had ze hem geïnd, zonder ook maar een greintje schuldgevoel. Wat haar betrof, was het geld goed besteed.
‘Hoe weet je eigenlijk dat mijn broer je auto heeft gestolen?’ vroeg ze, terwijl ze hem vermoeid aankeek. ‘Je hebt nog nooit iemand van mijn familie ontmoet.’ Godzijdank, dacht ze erachteraan. Ze had geen idee wat hij van haar lieve, eenvoudige moeder zou vinden, maar haar broers… Hoeveel ze ook van ze hield, ze pasten totaal niet in de snobistische kringen waarin Antonio zich begaf.
‘Toen de politie hem opgepakt had, heeft hij zich geïdentificeerd. Hij heeft niet eens geprobeerd om te verbergen dat hij mijn jonge zwager is.’
Haar maag trok samen.
‘Waar is hij?’ vroeg ze. ‘Waar is mijn broer nu?’
‘Ik heb geregeld dat hij een paar dagen bij een vriend van me kan blijven,’ zei hij. ‘Die runt een centrum voor probleemjongeren aan de zuidkust.’
Haar handen balden zich tot vuisten. ‘Ik wil hem zien. Ik wil zien of het goed met hem gaat.’
‘Ik zal zorgen dat je hem aan de telefoon krijgt,’ zei hij, en meteen pakte hij zijn mobieltje.
Ze beet op haar onderlip en hoorde hem met zijn vriend praten voor hij de telefoon aan haar gaf. Bevend nam ze hem aan en hield hem tegen haar oor, waarbij ze zich omdraaide, zodat hij haar gepijnigde blik niet zou zien en niet zou horen wat haar broer zou zeggen.
‘Isaac? Ik ben het, Claire.’
‘Ha, zus. Hoe gaat het?’
‘Ik denk dat je wel ongeveer weet hoe het gaat,’ zei ze. Ze liep nog verder weg van Antonio en praatte zachtjes. ‘Waarom heb je het gedaan, Isaac? Waarom heb je in hemelsnaam de auto van Antonio Marcolini gestolen?’
Haar broer vloekte. ‘Ik vind dat hij je schandalig heeft behandeld. Ik dacht dat het zou helpen. Waarom rijdt hij rond in zo’n flitsende auto, terwijl de jouwe een roestbak is? Die rijke zak. Hoe dan ook, ik dacht dat je van hem ging scheiden?’