Home>>read Lokroep free online

Lokroep(77)

By:Amanda Hocking


‘Ik zal nooit een van jullie zijn.’ Gemma schudde haar hoofd. ‘Ik ga liever zelf dood dan dat ik iemand moet ombrengen.’

‘Dat wil ik met plezier voor je in orde maken.’

‘Ga je gang.’ Gemma stak haar kin uitdagend omhoog. ‘Als ik niet met jullie meega, ga ik dood. En ik wil niet met jullie mee, dus...’ Ze keek naar Penn, die haar kaken op elkaar klemde. Ineens leek er iets te bewegen onder de huid van Penns gezicht. De kleur van haar ogen veranderde van donkerbruin naar geelgroen.

Plotseling stopte het en kregen haar ogen hun normale zielloze kleur terug. Toen ze haar mond opende om iets te zeggen, zagen haar tanden er spitser en scherper uit.

‘Je laat me geen andere keuze. Ik moet je nu wel laten zien wie je bent.’ Penn keek over haar schouder naar Thea en Lexi. ‘Roep hem.’

‘Wie?’ vroeg Lexi.

‘De eerste de beste die reageert,’ antwoordde Penn.

Lexi keek eerst Gemma en vervolgens Thea onzeker aan. Thea zuchtte maar begon te zingen. Haar stem klonk schor maar mooi, maar pas toen Lexi inviel, voelde Gemma de volle kracht van hun betoverende muziek.

Ze zongen het lied dat Gemma al eerder had gehoord, het lied dat ze zelf in de douche had gezongen. Ze kende de tekst en moest zich bedwingen om niet mee te zingen.

Thea en Lexi liepen naar de deur en bleven in de deuropening hun sirenenlied staan zingen. Ze lokten iemand naar het eiland toe.





25



Arme reiziger

‘Harper!’ riep Alex.

Harper drukte haar gezicht nog dieper in het kussen. ‘Harper!’

‘Wat?’ mompelde ze verdwaasd, maar toen ze de paniek in zijn stem hoorde, was ze klaarwakker. Ze ging rechtop zitten en keek om zich heen in de donkere slaapkamer. ‘Alex?’

‘Ik ben buiten!’ riep Alex.

Toen ze uit het raam keek, zag ze hem staan. ‘Wat doe je daar?’

‘Gemma is weggelopen. Ik heb geprobeerd haar tegen te houden...’ Zijn stem stierf weg. Hij wilde liever niet uitleggen waarom hij haar had moeten laten gaan. ‘Ik denk dat ze naar de baai is, maar ik weet het niet zeker.’

‘Shit.’ Harper sprong uit bed en zocht op de tast haar kleren bij elkaar. Buiten bleef Alex maar doorpraten, maar na zijn mededeling dat Gemma was verdwenen, hoorde ze eigenlijk niet meer wat hij zei. Ze schoot in haar kleren en terwijl Alex nog steeds onder haar slaapkamerraam stond te praten, rende ze naar de voordeur.

Harper rende om het huis heen en toen ze hem zag staan, zei ze: ‘Kom mee.’ Ze maakte een gebaar dat hij mee moest komen en liep naar haar auto, die op de oprit stond. Ze stapte in en Alex volgde haar voorbeeld. ‘Weet je zeker dat ze naar de baai is?’

‘Nee,’ gaf hij toe. ‘Ze wilde niet zeggen waar ze naartoe ging. Haar kennende kan het niet anders dan dat ze is gaan zwemmen.’

Harper zette de auto in zijn achteruit en reed plankgas de oprit af. Alex zei niets, maar maakte haastig zijn veiligheidsgordel vast.

‘Heeft ze gezegd waarom ze wilde weglopen? Misschien is ze alleen maar een eind gaan zwemmen.’

‘Nee,’ antwoordde Alex. ‘Ik wilde met haar meegaan omdat ik vond dat ze ’s avonds niet alleen over straat moest gaan nu die moordenaar hier ergens rondzwerft. Maar ik mocht niet mee van haar.’ Hij hield zijn hand tegen het portier gedrukt terwijl Harper in volle vaart een bocht omvloog.

‘Verdomme.’ Harper gaf een mep op het stuur. ‘Ik vond al dat ze zo raar deed vandaag. Ik wist het, maar ik heb niets...’ Ze schudde haar hoofd toen haar te binnen schoot wat Gemma allemaal had gezegd. ‘Nu snap ik het. Ze was vandaag eigenlijk afscheid aan het nemen.’

‘Waarom?’ vroeg Alex. ‘Waarom zou ze weg willen?’

‘Ik weet het niet. Gemma is niet het type dat een confrontatie uit de weg gaat. Als ze op de vlucht slaat, moet er wel iets heel ernstigs aan de hand zijn.’

In een recordtijd reed Harper naar de haven. Vlak voor de houten aanlegsteigers remde ze abrupt af. Ze stapte uit en riep Daniel.

‘Wie is Daniel?’ vroeg Alex die ook was uitgestapt.

‘Hij heeft een boot,’ legde ze haastig uit.

De kades waren zwak verlicht, waardoor ze De Flierefluiter niet kon zien. Even sloeg de angst haar om het hart toen ze bedacht dat hij misschien was vertrokken. Daniel woonde per slot van rekening op een boot. Hij kon elk moment vertrekken.

Ineens werd er op een boot een lamp aangestoken. Harper herkende De Flierefluiter en rende ernaartoe. Toen ze niemand aan dek zag, sloeg ze met haar hand tegen de romp. ‘Daniel,’ schreeuwde ze.

‘Hé!’ zei Daniel. In zijn ogen wrijvend kwam hij de kajuit uit. ‘Eerst word ik wakker van een auto en nu ben je tegen mijn boot aan het slaan. Wat is er aan de hand?’ Kennelijk was hij net in zijn jeans geschoten, want hij had hem nog niet dichtgeknoopt.