Home>>read Lokroep free online

Lokroep(68)

By:Amanda Hocking

Daniel keek haar even nadenkend aan. ‘Ik geloof je,’ zei hij. ‘En nu?’

Ze zuchtte. ‘Ik weet het niet, maar ik moet Gemma uit hun buurt houden. Desnoods bind ik haar vast aan haar bed.’

‘Is dat niet wat overdreven?’

‘Nood breekt wet.’

‘Waar is Gemma trouwens?’

‘Bij Alex.’ Harper gebaarde naar het huis van de buren. ‘Ze is hem aan het troosten.’

‘Is ze nu veilig en onder toezicht?’ vroeg hij. Toen ze knikte, vervolgde hij: ‘Mooi. Laten we nu dan iets doen waar jij zin in hebt.’

‘Zoals?’

‘Weet ik niet. Waar heb je zin in?’

‘Eh...’ Haar maag knorde. Van huilen kreeg ze altijd honger. ‘Zullen we gaan ontbijten?’

Daniel grijnsde. ‘Waarom ook niet? Ik ben een kei in brood roosteren.’

‘Dat komt dan goed uit.’

Samen maakten Harper en Daniel het ontbijt klaar. Toen Brian de etensgeuren rook, kwam hij de keuken binnen. Gedrieën gingen ze aan tafel. Dat had ongemakkelijk kunnen zijn, maar dat was het niet. Daniel was beleefd en grappig, en Brian leek hem graag te mogen.

Harper wist dat haar vader haar straks het hemd van het lijf zou vragen over de aard van hun relatie, maar dat was van later zorg. Nu genoot ze van het gezellige ontbijt.





21



Het eiland

Het was lang geleden dat ze een bezoek hadden gebracht aan Bernie McAllister, dus toen Brian aan Harper vroeg of ze die middag zin had om mee te gaan naar het eiland, nam ze de uitnodiging graag aan.

Op het eiland lagen vele jeugdherinneringen. Het was jammer dat Gemma, die nog steeds bij Alex was, er niet bij was, want juist zij was altijd dol op Bernie geweest. Ze had het in elk geval altijd fantastisch gevonden om op het eiland te zijn.

Brian had een boot van een vriend geleend. Hij maakte hem vast aan de steiger, die tussen de hoge cipressen aan de waterkant verscholen lag. Een smal pad leidde naar het boothuis, maar voor de rest was het eiland begroeid met cipressen en dennenbomen, die in veel gevallen langer waren dan het eiland breed was.

‘Schip ahoi!’ hoorden ze Bernie roepen.

Harper schermde haar ogen af tegen het felle zonlicht dat door het bladerdek scheen, maar ze kon Bernie niet zien.

‘Bernie?’ riep Brian. Hij ging als eerste van de boot en hielp vervolgens zijn dochter op de steiger.

‘Ik dacht al dat jullie het waren,’ zei Bernie.

Pas toen zag Harper hem zwaaiend het pad af komen.

‘Wat een verrassing dat jullie er zijn,’ riep hij. ‘Ik verwachtte vandaag eigenlijk geen bezoek.’

‘Ik heb je geprobeerd te bellen,’ zei Brian, ‘maar ik kreeg geen verbinding. Heb je nog wel telefoon?’

‘Nee, die heb ik weggegooid. Met die stormen hier werkt zo’n ding niet.’

‘Komen we wel gelegen?’ vroeg Harper terwijl ze met haar vader naar hem toe liep. ‘We willen je uiteraard niet storen.’

‘Storen? Ha,’ zei Bernie met zijn Britse accent. ‘Een mooi meisje zoals jij stoort me niet zo gauw.’ Hij knipoogde, waarop Harper in de lach schoot. ‘En je vader trouwens ook niet.’

‘Hoe gaat het met je, Bernie?’ vroeg Brian.

‘Ik mag niet mopperen, toch?’ Even gebaarde Bernie naar de bomen om zich heen en begon voor hen uit de steiger af te lopen. ‘Kom, dan zal ik jullie het eiland laten zien. Er is veel veranderd sinds jullie hier voor het laatst waren.’

Harper liep achter hem aan over het pad naar zijn huis. Terwijl ze om zich heen keek, had ze niet het idee dat er veel veranderd was op het eiland. Net zoals vroeger rook het er nog steeds naar dennennaalden en hondsdraf. Terwijl Bernie en Brian bespraken wat ze het afgelopen jaar hadden gedaan, liep Harper wat langzamer achter hen aan, genietend van de plek waaraan ze zoveel mooie herinneringen had.

Van haar negende tot haar twaalfde was het eiland haar tweede thuis geweest. Daarna durfde haar vader haar steeds vaker met Gemma alleen thuis te laten en gingen ze steeds minder vaak naar Bernie.

Ze was er zeker van dat de hut er nog stond, die ze samen met Gemma achter zijn huis had gebouwd van takken en oude planken. Ze hadden hem met spijkers in elkaar getimmerd en Bernie had beloofd hem nooit te zullen afbreken.

De blokhut waarin Bernie woonde was oud en vervallen. De zijkanten waren begroeid met klimop, die hij alleen rondom de ramen wegknipte. Pas toen ze om het huis heen waren gelopen, zagen ze wat er veranderd was. Bernie had een moestuin aangelegd. In het midden stond een reusachtige rozenstruik met lila bloemen, die zijn vrouw vlak voordat ze overleed had geplant en die door Bernie zorgvuldig was opgekweekt.

‘Wauw!’ zei Brian. Vol bewondering keek hij naar de tomaten, groene paprika’s, komkommers, worteltjes, radijsjes en sla die Bernie had geteeld. De moestuin was ongeveer even groot als de woonoppervlakte van de blokhut.