‘Jammer dan.’ Penn draaide zich om en liep terug naar de kei. ‘Maar je komt er nooit meer van af. Je blijft een sirene tot aan je dood. Weet je waarom? Omdat je van het toverdrankje hebt gedronken.’
‘Toverdrankje?’ herhaalde Gemma. ‘Wat zat erin dan?’
‘Het bloed van een sirene, het bloed van een sterveling en het bloed van de zee,’ somde Gemma op.
‘Het bloed van de zee?’
‘Dat is gewoon zeewater,’ antwoordde Penn. ‘Demeter had een groot gevoel voor drama, vooral als het om de regels van de vloek ging.’
‘En wat is het bloed van een sterveling?’ vroeg Gemma. ‘Zijn dat tranen of zoiets?’
Penn keek haar aan alsof ze achterlijk was. ‘Nee, bloed. Het was het bloed van Aglaope en mensenbloed.’
‘Heb ik bloed gedronken?’ Gemma’s maag trok samen en ze legde haar handen op haar buik. ‘Je hebt me bloed laten drinken zonder dat ik het wist? Wat ben jij voor akelig monster?’
‘Ik ben een sirene, weet je nog wel?’ Penn rolde met haar ogen. ‘En jij bent veel dommer dan ik had gedacht. Misschien heb ik me in je vergist. Misschien heb je gelijk en moet ik je niet tegenhouden als je zo graag dood wilt.’
‘Van wie was dat bloed?’ vroeg Gemma, die bij de gedachte alleen al bijna moest kokhalzen.
‘Van Aglaope. Dat zei ik toch al.’
‘Ik bedoel het mensenbloed.’
‘O, dat maakt toch niet uit,’ zei Penn schouderophalend. ‘Van zomaar iemand.’
‘Hoe kwam je eraan?’
‘Jee, wat een gezeur.’ Ze staarde hoofdschuddend naar de lucht. ‘Ik heb er een hekel aan om nieuwe sirenen in te wijden. Vooral als ze zo ondankbaar zijn als jij. Ik sta mijn tijd te verdoen.’
‘Als je het zo erg vindt, waarom doe je het dan?’ vroeg Gemma.
‘Ik heb geen keus. We moeten er een vierde bij hebben.’
Gemma hield het niet langer. Ze boog zich voorover en kokhalsde. Penns verhaal en het idee dat ze bloed had gedronken werden haar te veel. Bovendien had ze knallende hoofdpijn van het waterlied dat aan haar bleef trekken.
‘Jeetje,’ verzuchtte Penn. ‘Dat bloed is allang verteerd. Je bent niet voor niets in een sirene veranderd. Denk je echt dat je dat nu nog kunt uitbraken?’
‘Nee, natuurlijk niet, maar ik word misselijk van het idee dat ik nu net zo ben als jij.’ Gemma ging rechtop staan en veegde haar mond af.
Penn kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Je ziet het helemaal verkeerd.’
‘Zeg dan hoe ik hieruit kom! Wat moet ik doen om weer mezelf te worden?’
‘Dat heb ik je al gezegd,’ snauwde Penn. ‘Je kunt niet meer terug, tenzij je dood wilt. Punt uit. En als je nu niet ophoudt met je ondankbare gezeur, wil ik je daar graag een handje bij helpen.’
Tranen van woede sprongen in Gemma’s ogen. Ze streek het haar van haar voorhoofd en staarde naar de zee. Af en toe zag ze de hoofden van Thea en Lexi boven het water uit komen.
‘Vertel me dan wat ik moet doen.’ Gemma haalde diep adem en keek Penn aan. ‘Jullie hebben een vierde sirene nodig en ik wil niet dood. Wat moet ik doen?’
‘Om te beginnen zou ik me maar eens anders gedragen, als ik jou was. Vervolgens moet je je leven hier vaarwel zeggen en met ons meegaan. Wij zullen je alles leren.’
‘Waarom moet ik hier weg?’ vroeg Gemma.
‘Omdat we beter niet te lang op één plek kunnen blijven,’ zei Penn. ‘Daar komen alleen maar problemen van.’
‘En mijn familie dan? En Alex?’
‘Wij zijn nu je familie,’ zei Penn. Haar stem klonk bijna vriendelijk. ‘En Alex houdt niet van je. Dat kan hij helemaal niet.’
‘Maar...’ Een traan rolde over Gemma’s wang. Driftig veegde ze hem weg.
‘Hij kan er niets aan doen en jij ook niet. Het is gewoonweg onmogelijk, Gemma. Een sterveling kan nu eenmaal geen liefde voelen voor een sirene. Het spijt me.’ Penn slaakte een diepe zucht. ‘Maar naarmate je ouder wordt en meer van het leven begrijpt, zal je beseffen dat mannen simpelweg niet in staat zijn om van iemand te houden. Dat zal je heel wat leed besparen.’
‘Hoe kan ik je geloven?’ vroeg Gemma. ‘Je hebt me er al in geluisd met dat drankje. Hoe weet ik nu of je de waarheid spreekt?’
‘Dat kun je niet zeker weten,’ zei Penn schouderophalend. ‘Maar wie moet je dan geloven? Ken je nog iemand die weet hoe het is een sirene te zijn?’
Gemma besefte dat Penn gelijk had. Ze was nu eenmaal in deze situatie beland en had geen andere keus dan te proberen er het beste van te maken. Ook al voelde ze zich door Penn in een hoek gedreven, ze troostte zich met de gedachte dat ze zelfs als sirene nog steeds de juiste keuzes kon maken.