‘Ga jij maar vast zwemmen,’ zei Penn tegen Lexi. ‘Dan blijf ik wel hier om met Gemma te praten.’
‘Oké,’ klonk Lexi aarzelend. Ze trok haar broekje verder uit en liep de zee in. In enkele ogenblikken verdween ze in de baai, Thea achterna.
Vanuit haar ooghoeken keek Gemma toe. Zo dicht bij het water was het lastig om niet toe te geven aan de lokroep van de zee.
Het water riep haar, wenkte haar. Ze voelde het tot in haar diepste wezen. Elke vezel van haar lichaam verlangde naar het water, maar eerst moest ze met Penn praten. En praten was nu eenmaal niet mogelijk als ze in het water lag te spartelen.
‘Waar wilde je het over hebben?’ vroeg Penn. Ze leunde tegen een grote kei.
‘Allereerst wil ik weten hoe je daarmee omgaat.’ Ze wees op de zee achter haar. ‘Ik word er helemaal gek van.’
‘Het waterlied bedoel je?’ Penn leek zich vrolijk te maken om Gemma’s dilemma.
‘Heet dat zo?’
‘De muziek die je nu hoort is inderdaad het waterlied. De zee zingt je toe. Ze roept ons terug naar huis en daarom kunnen we nooit ver van de zee vandaan zijn.’
‘Houdt het nooit op?’ Gemma draaide een haarlok om haar vinger en keek naar de golven.
‘Nee, nooit,’ bekende Penn. Het klonk een beetje verdrietig. ‘Maar het is makkelijker te negeren als je hebt gegeten.’
‘Ik heb geen honger,’ zei Gemma. ‘Ik heb vanochtend ontbeten.’
Penn haalde haar schouders op. ‘Oké, maar er zijn verschillende soorten honger.’
‘Ik wil je nog iets vragen over wat je eerder zei.’
‘Dat dacht ik al.’ Penn keek naar Thea en Lexi die een eind van de kust aan het zwemmen waren. Vervolgens keek ze Gemma aan. ‘Ben je bereid je bij ons aan te sluiten?’
Gemma schudde haar hoofd. ‘Daar wilde ik het dus ook over hebben. Nee, dus. Ik ga niet met jullie mee.’
‘Wil je dood?’ vroeg Penn koeltjes.
‘Nee, natuurlijk niet. Er moet toch een andere oplossing zijn? Kan ik niet iets anders doen?’
‘Nee, dat is onmogelijk,’ zei Penn simpelweg. ‘Als je van het drankje hebt gedronken en getransformeerd bent, is er geen weg terug. Je bent een sirene en de enige manier om eraan te ontsnappen is de dood.’
‘Dat is niet eerlijk.’ Uit pure frustratie balde Gemma haar vuisten. ‘Hoe kun je me dit aandoen? Waarom heb je me veranderd zonder me te vragen of ik dat wel wilde? Je kunt me toch niet dwingen om dit... zo’n ding te zijn?’
‘O jawel. Dat kan ik heel goed.’ Penn ging rechtop staan en zette een stap naar haar toe. ‘Het is te laat, Gemma. Je bent een sirene, of je dat nu leuk vindt of niet.’
‘Maar waarom? Ik begrijp het niet,’ zei Gemma terwijl tranen van woede in haar ogen prikten.
‘Ik wilde jou. Daarom.’ Penns stem klonk koud en hard. ‘En wat ik wil gebeurt.’
‘Dat kan toch niet,’ riep Gemma uit. ‘Je kunt me toch niet bezitten. Ik ben een mens en je kunt me niet dwingen iets anders te zijn omdat jij het wilt.’
‘Liefje,’ zei Penn glimlachend. ‘Het is al gebeurd.’
Gemma had haar een klap willen geven, maar ze hield haar armen langs haar zij. Penn was misschien veel gevaarlijker dan ze eruitzag en ze wilde haar woede niet aanwakkeren. Tenminste, nu nog niet. ‘Je doet alsof je er alles vanaf weet, maar volgens mij valt dat wel mee.’
Penn glimlachte schamper. ‘Hoe bedoel je?’
‘Je zei toch dat jongens niet echt van een sirene kunnen houden? Maar Alex geeft toevallig wel om me. Hij houdt van me om wie ik ben.’
Er schitterde iets meedogenloos in Penns ogen en de glimlach verdween van haar gezicht. ‘Daaruit blijkt wel hoe jong en onnozel je bent,’ sneerde ze. ‘Hoe oud is Alex helemaal? Zeventien? Achttien? Een jongetje nog, bij wie de hormonen door het lijf gieren. Denk je echt dat hij ook maar iets om jóú geeft?’ Ze lachte onheilspellend en schudde haar hoofd. ‘Moet je jezelf zien! Je ziet er geweldig uit, en dat is het enige wat hem interesseert.’
‘Je kent hem helemaal niet. Je kent míj niet eens echt.’ Gemma keek haar boos aan. ‘Je hebt het verkeerde meisje uitgekozen. Ik zorg zelf wel dat ik die stomme vloek ongedaan maak. Ik bevrijd mezelf wel.’
‘Wat ben jij een ondankbaar nest, zeg.’ Penn schudde haar lange haren naar achter. ‘Je noemt het een stomme vloek, maar eigenlijk heb je je er je hele leven naar verlangd. Ik heb je gezien, Gemma. Jij hoort de roep van het water al zo lang.’ Ze ging vlak voor Gemma staan. ‘Ik heb je iets gegeven waar je al je hele leven naar snakt. Je zou me dankbaar moeten zijn.’
‘Ik heb hier niet om gevraagd,’ wierp Gemma tegen. ‘Ik wil het helemaal niet.’