‘Ik vind het echt heel erg,’ zei ze nogmaals, deze keer doelend op het feit dat ze er niet voor hem was geweest.
Alex haalde diep adem. ‘Ik hoop maar dat hij ongedeerd terugkomt,’ zei hij en vervolgens wierp hij een blik op Harper. ‘En jij? Vermaak jij je een beetje?’
‘O ja, best,’ zei ze niet al te overtuigend. Tot nu toe was de zomer vrij chaotisch verlopen.
‘Heb je een vriendje?’ vroeg hij.
‘Hè?’ Ze schrok zo van zijn vraag dat ze bijna over een omhoogstekende stoeptegel struikelde. ‘Hoe kom je daarbij?’
‘Gemma had het over een jongen op een boot.’
Haastig wendde Harper haar gezicht af, in de hoop dat hij haar blozende wangen niet zou zien. ‘Daniel? Nee, joh! Dat is gewoon... eh... Nee. Echt niet. Na de zomer ga ik het huis uit en met al het gedoe met Gemma heb ik helemaal geen tijd voor dat soort dingen. Nee, ik heb geen vriendje.’
‘O.’ Hij zweeg even. ‘Oké.’
Ze beet op haar onderlip. ‘En jij? Hoe zit het tussen Gemma en jou?’
‘Goed,’ zei hij. ‘Heel goed.’
‘Dat is fijn voor je.’ Ze slaakte een diepe zucht en tuurde omhoog naar de lucht, in de hoop dat er een paar wolken voor de zon zouden schuiven.
‘Eerlijk gezegd...’ Hij bleef staan en keek haar aan. ‘Eigenlijk heb ik geen idee hoe het tussen Gemma en mij gaat.’
‘Hoezo?’ vroeg ze. Ze probeerde niet al te nieuwsgierig te klinken. ‘Hoe bedoel je dat?’
‘Tja...’ Hij streek met een hand door zijn haar en begon weer te lopen. ‘Ik kan er maar beter niet met jou over praten.’
‘Natuurlijk wel. We zijn toch vrienden?’
‘Beloof je me dan dat je niets tegen Gemma zegt?’ vroeg hij.
‘Afgesproken. Dat is trouwens niet zo moeilijk, want Gemma en ik praten niet meer met elkaar.’
‘Hebben jullie ruzie?’ Zijn stem klonk oprecht geschrokken. ‘Dat wist ik helemaal niet.’
‘Niet echt ruzie, hoor. Maar Gemma...’ Harper maakte een wegwuivend gebaar. ‘Laat ook maar. Wat zei je nou daarnet? Over Gemma en jou?’
‘O dat.’
Voordat hij daar verder op in kon gaan, wees ze naar het bos aan de overkant. ‘Laten we door het bos gaan. Daar is het lekker koel.’
Het paadje liep door dicht bebost gebied, vol met cipressen en esdoorns. Het was geen officieel pad, maar een door kinderen gemaakte, kortere route naar de baai. Er waren wel veel meer insecten, maar aan de andere kant was het prettig om even uit de zon te lopen.
‘Het punt met Gemma is...’ Alex moest naar de juiste woorden zoeken. ‘Ik vind haar leuk. Heel leuk zelfs.’
‘Dat dacht ik al.’
‘En volgens mij is het wederzijds.’
‘Daar hoef je niet aan te twijfelen. Ze is gek op je.’
‘Echt?’ Hij keek op. Zijn gezicht stond opgelucht. ‘Dat is fijn om te horen.’
‘Wist je dat dan niet?’ vroeg Harper.
‘Tja, ik weet het soms niet met Gemma. Het ene moment is ze helemaal gek op me en het andere moment lijkt ze totaal afwezig.’ Hij keek haar aan. ‘Snap je wat ik bedoel? Ze is er wel, maar met haar gedachten is ze mijlenver van je vandaan.’
‘Ik weet precies wat je bedoelt.’
‘En dan nu dat gedoe met die vreemde meiden.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Ze wil me niet vertellen wat ze met ze uitspookt of waarom ze überhaupt met ze optrekt.’
‘Vertelt ze dat jou ook niet?’ vroeg Harper zonder de teleurstelling in haar stem te verbergen.
‘Nee, en jou ook niet zeker?’
‘Met mij praat ze niet eens meer.’
‘O ja, dat zei je daarnet,’ zei Alex. ‘Ik vind die meiden iets griezeligs hebben.’
‘Ja,’ stemde Harper in terwijl ze terugdacht aan hoe ze Gemma op het strand hadden achtergelaten. ‘Ze zijn door en door slecht. Ik zweer het je.’
‘Dat zou me niks verbazen. Maar Gemma is niet slecht. Echt niet. Daarom begrijp ik ook niet waar ze mee bezig is.’
‘Ik heb al heel lang het gevoel dat er iets niet klopt!’ zei Harper, blij dat ze er eindelijk met iemand over kon praten. Iemand die op de hoogte was en hen allebei goed kende. ‘Ik baal ervan dat dit juist nu allemaal moet gebeuren.’
‘Hoezo?’
‘Eind augustus ga ik het huis uit en blijven Gemma en mijn vader alleen achter. Ik moet er niet aan denken dat ze totaal ontspoort terwijl ik er niet ben om haar op het rechte pad te houden.’
Alex zei niets, waarschijnlijk omdat ze hem eraan herinnerde dat er ook aan zijn tijd met Gemma een einde zou komen.
Naarmate ze dichter bij het water kwamen, zwermden er steeds meer insecten rond hun hoofd. Harper sloeg ze voor haar gezicht weg.