Home>>read Lokroep free online

Lokroep(45)

By:Amanda Hocking


Toen ze boven was, had ze prachtig uitzicht over de baai. Vlak onder hen bevond zich de ingang van de grot. Er stond een krachtige wind die de haren van de meisjes deed opzwiepen.

‘Wat gaan we nu doen?’ vroeg Gemma.

‘Ik wil je laten zien wat we zijn,’ zei Penn.

‘Wat zijn jullie dan?’

‘Hetzelfde wat jij bent.’ Penn glimlachte naar haar.

Gemma slikte. ‘En dat is?’

‘Wacht maar af,’ zei Penn, en op hetzelfde moment duwde ze Gemma over de rand de zee in.

Gemma gilde en zwaaide wild heen en weer met haar armen. Ook al zou ze in het water terechtkomen, dan nog was een val van die hoogte levensgevaarlijk. Het lukte haar dan ook niet helemaal om de rotsen te ontwijken en toen haar lichaam het water raakte, had ze het gevoel alsof ze op de grond viel. Haar rug kreeg een enorme opdonder die haar even de adem benam. Toen ze kopje-onder ging, sloeg haar arm keihard tegen een rots. Het water om haar heen kleurde rood en het zoute water prikte in de wond.

Naar adem happend kwam ze weer boven water. Om de pijn niet te voelen maakte ze krachtige zwembewegingen, maar door de val en de duisternis kon ze zich niet meer oriënteren. Ze wist niet welke kant ze op moest zwemmen. Haar keel brandde en haar longen snakten naar zuurstof.

Maar ondanks alle inspanningen voelde ze dat er iets veranderde. Het was hetzelfde gevoel als ze in de douche en in het zwembad had ervaren, alleen deze keer was het nog intenser. De huid van haar benen tintelde van de liezen tot de tenen. De pijn in haar arm trok weg en maakte plaats voor een prikkelende sensatie, vergelijkbaar met wat ze in haar benen voelde.

Ze voelde zich goed, beter dan ooit eigenlijk, en als ze niet aan het verdrinken was, zou ze ervan hebben genoten. De verandering nam haar zo in beslag dat ze weer kopje-onder ging. Ze snakte naar lucht en was bang dat haar longen zich met water zouden vullen, maar in plaats daarvan... ademde ze zuurstof in.

Ze kon onder water ademhalen.

Gemma knipperde met haar ogen. Ze kon zelfs onder water zien. Niet wazig maar scherper dan wanneer ze op het land was.

Het volgende moment hoorde ze een plons. Lexi was vlak voor haar in het water gedoken. Even was Gemma omringd door witte belletjes. Toen ze waren opgetrokken, zag ze Lexi op zich afkomen. Haar blonde haren golfden om haar hoofd. Ze glimlachte.

Ineens zag Gemma dat Lexi geen benen meer had maar een lange staart, als van een vis, bedekt met groene, doorschijnende schubben. Haar bovenlijf was onveranderd en haar borsten waren bedekt met een felgekleurd bikinitopje.

Gemma keek omlaag en zag dat ook zij een vissenstaart had. Haar korte broek was in het kruis gescheurd en de stof zat als een riem om haar middel.

Ze slaakte een ijselijke kreet, maar Lexi lachte alleen maar.





14



Onthullingen

‘Ben ik een zeemeermin?’ vroeg Gemma toen ze weer boven water kwam. De kans was groot dat ze ook onder water kon praten, maar om haar hoofd helder te maken wilde ze even frisse lucht inademen. Misschien was ze door een of ander verdovend middel aan het hallucineren geslagen. Penn en haar vriendinnen hadden haar immers al eerder iets toegediend.

‘Niet helemaal,’ zei Penn terwijl ze haar donkere haar uit haar gezicht streek. Ze was samen met Thea ook in het water gedoken, zodat ze nu met z’n vieren in de baai dreven. ‘We zijn sirenen.’

‘Wat is het verschil?’ vroeg Gemma.

‘Om te beginnen bestaan zeemeerminnen helemaal niet en wij wel,’ zei Penn met een glimlach.

Thea rolde met haar ogen en dook onder water, vermoedelijk om een eind verder te zwemmen.

‘Ik leg het je nog wel een keer uit,’ zei Penn. ‘Ga eerst maar eens zwemmen met dat nieuwe lichaam van je. We hebben daarna nog tijd genoeg om te praten.’

‘Maar...’ Gemma had willen vragen wat ze nu precies was, maar ze voelde haar staart in het water krachtig en snel heen en weer slaan. Ze moest zwemmen. Er was geen houden meer aan.

Ze wist nu tenminste een deel van de waarheid. Ze wist wat ze waren en voorlopig bleven ze hier. Zonder nog iets te zeggen dook ze onder water.

Het voelde beter dan ze zich ooit had kunnen indenken. Ze zwom sneller dan ze ooit voor mogelijk had gehouden. Ze spartelde in het rond op de bodem van de zee en zwom achter de vissen aan, gewoon omdat het kon.

Ze hoopte bijna dat ze een haai zou tegenkomen, want ze was ervan overtuigd dat hij haar niet te pakken zou kunnen krijgen.

Ze voelde zich fantastisch. Het zwemmen gaf haar een wonderbaarlijk gevoel. Haar huid straalde als nooit tevoren. Haar lichaam registreerde elke beweging, elke trilling, elke verandering in de stroming.

Ze zwom zo dicht mogelijk bij de bodem om vervolgens naar het wateroppervlak omhoog te schieten en als een dolfijn met haar staart te klappen.

‘Doe een beetje rustig,’ zei Penn. ‘We kunnen beter niet gezien worden.’ Ze zat op de rotsachtige rand van de inham. Ze had haar staart onder zich vandaan getrokken en om zich heen gedrapeerd. Gemma zag de doorschijnend groene schubben langzaam veranderen in zongebruinde mensenhuid. De staart splitste zich in twee benen en Penn stond op. Ze was vanaf haar middel spiernaakt. Haastig wendde Gemma haar blik af.