‘Mooi,’ zei de trainer. ‘Trouwens, Gemma, je hebt vandaag echt een fantastische tijd gezwommen. Je mag trots op jezelf zijn.’
‘Bedankt. Morgen ga ik nog sneller.’
‘Pas op dat je niet overdrijft,’ zei de trainer, maar hij glimlachte naar haar.
‘Doe ik.’ Ze glimlachte terug en wees naar de kleedkamer achter haar. ‘Ik ga douchen.’
‘Ga vanavond iets leuks doen waar geen water aan te pas komt, oké? Je moet je horizon verbreden buiten de zwemsport. Dat is goed voor je.’
‘Ja, baas.’ Gemma salueerde en liep achterwaarts naar de kleedkamer. De trainer moest lachen.
Ze douchte zich snel. Eigenlijk spoelde ze alleen maar het chloor uit haar haren. Ieder ander zou van al dat zwemmen een kurkdroge huid krijgen, maar Gemma was zo verstandig om zich elke keer na het afdrogen in te smeren met babyolie. Dat was de enige manier om een krokodillenhuid te voorkomen.
Nadat ze zich had aangekleed, liep ze naar haar fiets en maakte het slot open. Het was weer gaan regenen, twee keer zo hard als eerder die dag. Gemma trok de capuchon van haar trui over haar hoofd en had spijt van haar besluit om met de fiets naar de training te gaan. Op dat moment werd er achter haar getoeterd.
‘Wil je een lift?’ riep Harper die het raampje van haar auto opendraaide.
‘En mijn fiets dan?’ vroeg Gemma.
‘Die kun je morgen ophalen.’
Gemma dacht even na en rende vervolgens naar de auto en stapte in. Nadat ze haar sporttas op de achterbank had gegooid, maakte ze de gordel vast.
‘Ik kom net van mijn werk,’ zei Harper. ‘Ik dacht, laat ik even langsrijden om te kijken of ik je een lift kan geven.’
‘Bedankt.’ Terwijl ze wegreden, zette Gemma de ventilator aan zodat de warme lucht in haar richting werd geblazen. ‘Het is best fris in de regen.’
‘Hoe ging je training?’
‘Goed,’ zei Gemma. ‘Ik heb mijn persoonlijk record verbroken.’
‘Meen je dat?’ riep Harper uit. Ze klonk oprecht blij. ‘Wat geweldig! Gefeliciteerd!’
‘Dank je.’ Ze leunde achterover in de stoel. ‘Wat staat er op het programma vanavond?’
‘Ik geloof dat papa pizza’s gaat bakken en ik ga misschien bij Marcy een film kijken. Wat ga jij doen?’
‘Weet ik nog niet. Niets. Misschien blijf ik wel thuis.’
‘Thuis? Je bedoelt dat je niet gaat zwemmen?’ vroeg Harper.
‘Nee.’
Harper was verrast en zweeg even. ‘Mooi. Dat zal papa fijn vinden.’
‘Dat denk ik ook.’
‘Ik wil ook wel thuisblijven vanavond,’ bood Harper aan. ‘Dan kunnen we samen een film kijken.’
‘Nee, dat hoeft niet.’ Gemma staarde uit het raampje. ‘Misschien vraag ik Alex om na het eten te komen gamen.’
‘O.’ Harper zuchtte, maar zei verder niets.
Ze was niet gelukkig met de vriendschap tussen Alex en Gemma, maar ze had haar mening daarover al gegeven. Bovendien had ze liever dat Gemma ’s avonds thuis met de buurjongen aan het gamen was dan dat ze door de stad zwierf.
‘Ze zijn nog maar met z’n drieën,’ zei Gemma.
Harper schrok op uit haar gedachten. ‘Wat?’ zei ze, maar toen ze opzij keek, zag ze Penn, Thea en Lexi over straat lopen.
Hoewel de regen met bakken uit de hemel kwam, liepen ze zonder jas. Met dit beestenweer zou Harper ieder ander een lift hebben aangeboden, maar nu gaf ze een extra dot gas.
‘Ze zijn nog maar met z’n drieën,’ herhaalde Gemma. ‘Waar is de vierde gebleven?’
‘Weet ik niet,’ zei Harper. ‘Misschien is ze ziek.’
‘Dat denk ik niet.’ Gemma leunde met haar hoofd tegen de rugleuning van haar stoel. ‘Hoe heette ze ook weer?’
‘Arista, dacht ik,’ zei Harper peinzend. Ze wist hun namen van Marcy, die ze weer van Pearl had gehoord. Pearl was altijd goed op de hoogte van de laatste roddels.
‘Arista,’ herhaalde Gemma. ‘Wat een stomme naam.’
‘Daar kan zij toch niets aan doen,’ wees Harper haar terecht. ‘Ik weet zeker dat heel veel mensen onze namen ook belachelijk zullen vinden.’
‘Ik bedoel er verder niets mee, hoor.’ Gemma draaide zich om. De drie meisjes waren bijna niet meer te zien. ‘Zouden ze haar hebben vermoord?’
‘Zeg niet zulke vreselijke dingen,’ zei Harper, hoewel ze daar zelf ook aan had gedacht. ‘Zo komen de geruchten de wereld in.’
Gemma rolde met haar ogen. ‘Het is geen gerucht. Ik vraag alleen wat jij ervan denkt.’
‘Natuurlijk hebben ze haar niet vermoord,’ zei Harper, hoewel ze er diep vanbinnen anders over dacht. ‘Waarschijnlijk is ze ziek geworden en naar huis gegaan of zo.’