Toen keerden zijn lippen terug naar haar mond en kuste hij haar nóg hartstochtelijker dan zojuist. Hij wrong zijn hand tussen hun lichamen en omvatte haar borst. Haar tepel was al hard voordat zijn duim hem vond. Hij voelde haar handen verstrakken op de spieren van zijn rug, hij voelde de kronkelende beweging van haar heupen.
Hij bromde iets onverstaanbaars, zelfs voor hemzelf, terwijl hij zijn hoofd boog en zijn mond blindelings haar borst zocht.
'Miss Gibson? Dr. Malloy?'
Dean veerde achteruit. Paris verstijfde. Daarna rukte ze zich los.
Hij zag rood. 'Die verdomde nieuweling. Ik ga hem vermoorden.'
En op dat moment had hij het gemeend. Hij zou de gang af zijn gestormd en Griggs met zijn blote handen hebben gewurgd - zoals hij wilde doen - als Paris hem niet bij de arm had gegrepen en hem had tegengehouden.
Terwijl ze haar haren en haar kleren gladstreek, liep ze door het huis en ging de zitkamer binnen.
Griggs stond op de drempel van de voordeur. 'U hebt de voordeur open laten staan,' zei hij tegen Dean, die Paris vrijwel op de voet volgde. 'Is alles goed?'
'Prima,' zei Paris. 'Dr. Malloy was zo aardig mijn huis te controleren.'
Griggs staarde haar bevreemd aan. Of hij had gezien dat ze een kleur had en dat haar lippen gezwollen waren, óf het verbaasde hem dat ze buiten adem was, óf hij was geschokt om haar zonder zonnebril te zien, óf het was een mengeling van alles.
Op dat moment was Dean niet in staat diplomatiek op te treden en hij zei botweg: 'Je kunt vertrekken.' Hij had nooit gehouden van politiemensen die op hun strepen stonden, maar deze ene keer deed hij het ook, en zonder enig schuldgevoel.
Paris was vriendelijker. 'Dr. Malloy zal dadelijk vertrekken. Wij beiden stellen je ijver en je toewijding op prijs.'
'Eh, een of andere man... Stan? Hij heeft deze voor u bezorgd.' Hij reikte een paar cassettebandjes aan.
'Fijn, dank je.'
'Leg ze daar op tafel.'
Griggs deed wat Dean beval en wierp nóg een angstige blik in zijn richting. Daarna maakte hij zich uit de voeten en trok de deur achter zich dicht.
Dean stak opnieuw zijn handen naar Paris uit, maar ze vermeed zijn aanraking. 'Dat had niet moeten gebeuren.'
'De onderbreking? Of de kus?'
Ze keek hem dreigend aan. 'Het was meer dan alleen maar een kus, Dean.'
'Dat zijn jouw woorden, niet de mijne.'
Ze kruiste haar armen voor haar borst. 'Verbind er geen conclusies aan. Het zal niet meer gebeuren.'
Hij keek haar aan en bij het zien van haar strakke gelaatsuitdrukking, haar gespannen houding zei hij kalm: 'Doe dit niet, Paris.'
'Wat? Bij mijn positieven komen?'
'Doe dat niet. Je terugtrekken, je afsluiten. Mij buitensluiten. Mij straffen. Jezelf straffen.'
'Je moet gaan. Ze wachten op je vertrek.'
'Het kan me niet schelen. Ik heb zeven jaar gewacht.'
'Waarop?' vroeg ze boos. 'Waar wachtte je op, Dean? Op Jacks dood?'
De woorden deden pijn, alsof ze dat had geweten. Ze had ze met opzet uitgesproken om hem pijn te doen en te provoceren, maar hij verdomde het zich te laten kennen. Hij onderdrukte zijn woede en zei met kalme stem: 'Ik heb gewacht op een kans om zo dicht bij je te komen.'
'En wat verwachtte je dat er dan zou gebeuren? Verwachtte je dat ik in je armen viel? Dat ik alles vergat wat er was gebeurd en...'
Toen ze abrupt zweeg, trok hij vragend een wenkbrauw op. 'En wat, Paris? En van me hield? Was je van plan dat te gaan zeggen? Is dat waar je zo verdomde bang voor bent? Dat we toen misschien van elkaar hielden en dat nog steeds doen?'
Ze had geweigerd hem antwoord te geven. In plaats daarvan was ze naar haar voordeur gelopen en had hem opengedaan.
Met waakhonden langs de stoeprand had er niets anders voor hem opgezeten dan te vertrekken.
Inmiddels was het water in zijn douche koud geworden, maar zijn lichaam brandde nog steeds van verlangen om te weten - als hij het uit haar had kunnen krijgen - wat haar antwoord op zijn vraag zou zijn geweest.Janey had haar wraakplannen opgegeven en concentreerde zich alleen nog maar op overleven.
Haar pogingen om uit de kamer te ontsnappen leken even onwezenlijk als haar jeugdherinneringen aan verjaardagsfeestjes. Ze had foto's van die partijtjes gezien, maar ze had geen binding met het meisje dat de tiara van zilverpapier droeg en de kaarsjes op een banketbakkerstaart uitblies. De herinnering aan haar pogingen om aan haar overweldiger te ontsnappen en aan het plannen maken voor zijn straf, leken eveneens de vage herinneringen van iemand anders. Nu was het beramen van dergelijke moedige plannen ondenkbaar.
Ze was zó zwak, dat ze zich ook niet kon hebben bewogen als haar armen en benen niet zouden zijn vastgebonden. De laatste twee keer dat hij hier was geweest had hij haar geen voedsel of water gegeven. Ze kon leven met de honger, maar haar keel was rauw van de dorst. Ze had hem met haar ogen gesmeekt, maar hij had haar stille smeekbeden genegeerd.
Hij was vrolijk en spraakzaam geweest, had zijn hoofd schuin gehouden en haar met hernieuwde belangstelling aangekeken. 'Ik vraag me af of je gemist wordt, Janey. Je hebt zóveel mensen slecht behandeld. Vooral mannen. Je speciale gave, ongetwijfeld je hobby, was mannen zover te krijgen dat ze je begeerden, en ze dan met een afwijzing in het openbaar te vernederen.