'Ik dacht dat Jack loog,' zei hij.
'Jack liegen? Nooit!'
'Toen ik hem vroeg hoe je eruitzag, zei hij dat je me de adem zou benemen. Ik dacht dat hij overdreef.'
'Daar heeft hij wel een handje van, ja.'
'Maar deze keer heeft hij met overdreven.'
Jack stond aan de andere kant van de kamer en wierp hun een glimlach toe. 'Terwijl jullie tweetjes over mijn slechte eigenschappen praten, ga ik een drankje voor ons inschenken.'
Ze genoten van een gezellig dineetje in Jacks favoriete steakhouse. Na de maaltijd verhuisden ze naar de aangrenzende bar, waar ze bij de open haard gingen zitten en koffie dronken. De mannen trakteerden Paris op verhalen over hun studententijd. Natuurlijk voerde Jack het hoogste woord, maar Dean leek dat uitstekend te vinden. Jack was een getalenteerde, geestige verhalenverteller.
Dean kon heel goed luisteren. Hij vroeg Paris naar haar werk, en terwijl ze een normale werkdag beschreef, verbrak hij geen moment het oogcontact. Hij gaf haar de aandacht die hij aan een orakel zou geven dat de toekomst van de mensheid onthulde. Hij was één en al oor en stelde relevante vragen. Dat was Deans speciale gave - anderen het gevoel geven dat ze het middelpunt van zijn heelal waren geworden.
Jack genoot van de avond, en dat hield ook in dat hij te veel cognac dronk. Hij sliep op de achterbank toen Dean zijn auto voor Paris' herenhuis tot stilstand bracht.
'Hij heeft het opgegeven,' merkte Dean op.
Paris keek achterom naar haar verloofde, die zachtjes door zijn open mond snurkte. 'Ik denk dat je gelijk hebt. Breng je hem veilig naar huis en naar bed?'
'Als ik hem maar geen nachtzoen hoef te geven.'
Ze lachte. 'Ik had zoveel van Jack over je gehoord, dat ik je al als mijn vriend beschouwde. Beloof me dat je gauw weer een avondje met ons doorbrengt.'
'Dat beloof ik.'
'Fijn.' Ze stak een hand uit om het portier te openen.
'Wacht, ik zal je naar binnen brengen.'
Ondanks haar protesten stapte hij uit en liep met een paraplu om zijn auto heen terwijl zij uit de auto stapte. Hij bracht haar naar de voordeur, nam de sleutel van haar over, deed met zijn vrije hand de deur open en wachtte tot ze het alarmsysteem had uitgeschakeld.
'Bedankt dat je met me bent meegelopen.'
'Graag gedaan. Wat is de datum?'
'De datum?'
'Van de trouwerij. Ik moet het op mijn kalender zetten. De getuige moet erbij zijn, weet je.' 'Ik heb nog geen datum vastgesteld. Ergens in september of oktober.'
'Dan pas? Jack gaf me de indruk dat het eerder was.'
'Als hij zijn zin kreeg zou dat ook zo zijn, maar ik wil herfstkleuren gebruiken.'
'Ja, dat zou mooi zijn.'
'Kerkelijk huwelijk?'
'Presbyteriaans.'
'En de receptie?'
'Waarschijnlijk ergens buiten de stad.'
'Dan moet je een hoop regelen.'
'Inderdaad.'
'Hmm.'
Hij leek niet te merken dat de regen vanaf de paraplu op zijn schoenen spatte, en zij merkte niet dat de regen naar binnen waaide en haar vloer nat maakte. Zelfs op die eerste avond was de blik die ze deelden misschien een paar seconden te lang.
Ten slotte maakte Dean er een einde aan door met schorre stem te zeggen: 'Goedenacht, Paris.'
'Goedenacht.'
Wanneer een toekomstige echtgenote aan een oude boezemvriend wordt voorgesteld, hebben ze vaak al meteen een hekel aan elkaar, wat het lastig maakt voor degene die ertussenin zit en van hen beiden houdt. Zij had Dean vanaf het begin gemogen en had dat als een gunstig voorteken beschouwd.
Nu pakte Dean haar hand en draaide haar naar zich om. Hij keek haar even doordringend aan als op de avond van hun eerste ontmoeting, en zijn blik had dezelfde magnetische uitwerking. Ze voelde dat haar wil wegsmolt en wist dat ze verloren zou zijn als ze er niet onmiddellijk tegen vocht.
'Dean, ik smeek je, laat het met rust.'
Ze probeerde om hem heen te lopen, maar hij versperde haar de weg. 'Onze omstandigheden zijn dan wel veranderd, Paris, maar niet datgene wat telt.'
'Wat telt, is wat altijd heeft geteld: Jack.'
'Hij is door een hel gegaan, dat weet ik,' zei hij.
'Je kunt onmogelijk weten hoe afschuwelijk zijn leven na die avond is geweest.'
Hij boog zijn hoofd om zijn gezicht dichter bij het hare te brengen. 'Dat is waar, ik weet het niet. Omdat jij me duidelijk maakte dat ik hem niet moest bezoeken. Nooit.'
'Omdat hij niet zou hebben gewild dat jij - vooral jij - hem zo zou zien,' zei ze met overslaande stem. 'Maar geloof me, hij was levend dood, zeven jaar lang. Totdat zijn hart zijn dood officieel maakte en ophield met kloppen.'
'Wat hem is overkomen spijt mij evenzeer als het jou spijt,' fluisterde hij. 'Weet je dat niet? Denk je dat ik het gewoon kon vergeten? Denk je dat ik zo ongevoelig ben, Paris? Net als jij heb ik moeten leven met wat er gebeurd was.'
Hij ademde lang uit, haalde zijn vingers door zijn haar en keek even naar een plek boven haar hoofd voordat hij zijn blik weer op haar richtte. 'Maar op gevaar af dat ik jou boos maak, moet ik dit zeggen: wat Jack overkwam, was zijn schuld. Niet de jouwe, niet de mijne. De zijne.'