Jij speelt ook met de gevoelens van mensen. Je denkt dat je heel wat bent. Malloy en zelfs Curtis smachten naar je, ze smeken om een klein beetje van je aandacht.'
Plotseling keek hij op zijn horloge. 'Over Malloy gesproken, ik kan maar beter terzake komen. Jij bent al vijf minuten uit de lucht.'
Vijf minuten? Het leek wel een eeuwigheid.
'De mensen krijgen het in de gaten, en ik weet zeker dat je vriend de psycholoog hier zal komen binnenstormen en...'
Aan de voorkant van het gebouw hoorden ze iets wat klonk als een explosie van brekend glas, gevolgd door schreeuwende stemmen en rennende voetstappen.
Paris schopte zo hard mogelijk tegen Rondeaus knieschijf.
Zijn been sloeg dubbel. Hij schreeuwde het uit van de pijn.
Paris krabbelde overeind en rende naar de deur.
Ze hoorde het schot pas toen de kogel haar trof.
Krachtiger dan ze zich ooit kon hebben voorgesteld. De brandende pijn die volgde deed haar naar adem snakken. Ze raakte bijna bewusteloos, maar door de adrenaline bleef ze overeind. Ze rende door de deuropening buiten zijn gezichtsveld en zakte daar in elkaar.
Ze probeerde te schreeuwen om de politie te laten weten waar ze was, maar ze kon slechts zachtjes kreunen. Het werd steeds donkerder om haar heen, tot de halfduistere gang langer en smaller werd, als de tunnel van een nachtmerrie.
Dean zou de aanval leiden. Zelfs Rondeau had dat gezegd. Ze moest hem waarschuwen. Ze probeerde overeind te komen, maar haar ledematen leken wel van rubber en ze was kotsmisselijk. Ze deed haar mond open om te roepen, maar haar goedgetrainde, met zorg gekoesterde stem liet haar volledig in de steek.
Rondeau kwam steeds dichter bij de deur. Ze kon hem horen kreunen van de pijn terwijl hij over de betonnen vloer van de opslagruimte hinkte. Het zou niet lang meer duren of hij zou de gang bereiken, en hij zou iemand die de hoek om kwam eerder zien dan andersom.
'Dean,' kraste ze met schorre stem, en opnieuw probeerde ze te gaan staan. Het lukte haar om half overeind te komen, maar ze wankelde en viel hard tegen de muur. De pijn was als een brandijzer dat door haar vlees brandde, helemaal tot op het bot. Ze liet een bloedspoor op de muur achter toen ze op de grond zakte, met haar rug naar de muur.
Hoewel haar oren tuitten, wist ze dat de schreeuwende stemmen dichterbij kwamen. Bewegende lichtbundels van zaklampen waren zichtbaar op de muren aan het eind van de gang.
Ze hoorde nog een ander geluid, en ze draaide zich om op het moment dat Rondeau in de deuropening van de opslagruimte verscheen. Grommend van pijn zette hij zich schrap tegen de deurpost. Ze zag tot haar voldoening dat zijn rechterbeen bungelde. Zijn gezicht baadde in het zweet en was vertrokken tot een afschuwelijk masker van woede toen hij dreigend op haar neerkeek.
'Je bent net als zij,' zei hij. 'Ik moet je doden.'
'Geen beweging!' De schreeuw weerkaatste op de muren, zoals de lichtbundels van de zaklantaarns.
Maar Rondeau sloeg geen acht op de waarschuwing en richtte zijn pistool op haar.
Het spervuur was oorverdovend en vulde de gang met rook.
Terwijl ze vooroverviel vroeg Paris zich vaag af of ze alleen haar bewustzijn verloor of dat ze doodging.'Wie heeft hem eigenlijk neergeschoten?'
'Noem het maar een gezamenlijke actie. Rondeau gaf ons geen keus. Een aantal van ons heeft hem geraakt.'
Paris leunde achterover in het kussen van haar ziekenhuisbed, opgelucht door Curtis' antwoord op haar vraag. Ze zou niet hebben gewild dat Dean zich verantwoordelijk voelde voor het doden van John Rondeau. Later hoorde ze dat hij als eerste in de gang was geweest, zoals ze al had vermoed. Maar Curtis en een paar BBE-agenten waren daar ook. Elke kogel die op Rondeau was afgevuurd kon de fatale zijn geweest. Die morgen zag Curtis er nog eleganter uit dan anders, alsof hij zich had opgedoft om haar een bezoek te brengen. Hij droeg een grijs, slank gesneden pak, en zijn laarzen waren extra glanzend gepoetst. Ze rook eau de cologne en hij had een doos Godiva-bonbons voor haar meegenomen.
Toch was zijn houding heel zakelijk. 'Rondeau wist voldoende van computers om te leren hoe hij telefoontjes langs een andere route moest leiden,' zei Curtis tegen Paris. 'Onze jongens kwamen er uiteindelijk achter dat het laatste telefoontje van een mobieltje afkomstig was. Maar ook daarmee had Rondeau rekening gehouden. De telefoon was niet geregistreerd. Een wegwerpding. Dat deel van het verhaal leverde hem geen problemen op.'
'Hij kon ook zijn stem naar willekeur veranderen. Het was eng,' zei Paris.
Soms gingen er minuten voorbij zonder dat ze dacht aan Rondeau en de buitengewoon angstige minuten met hem in de opslagruimte. Dan kwam er zonder waarschuwing een herinnering bij haar op en was ze gedwongen de angstaanjagende momenten weer te beleven.Toen ze dit verschijnsel aan Dean beschreef, verzekerde hij haar dat de herinneringen elke dag minder zouden worden en ze steeds meer zouden vervagen. Hoewel ze de ervaring nooit helemaal zou vergeten, zou die in haar onderbewustzijn wegzakken. Zijn advies had één kanttekening: hij zou erop toezien dat ze in het heden leefde, en voor de toekomst, en niet in het verleden bleef hangen.