Terwijl ze op haar tenen over de betonnen vloer naar de kast liep, luisterde ze ingespannen of ze een geluid, hoe gering ook, hoorde dat aangaf dat er hulp was gearriveerd. Waren scherpschutters op dit moment hun posities aan het innemen? Waren speciale mobiele brigades de buitenmuren aan het beklimmen om op het dak te komen? Of had ze te veel actiefilms gezien?
Toen ze vlak bij de gedeeltelijk geopende kastdeur was, bleef ze staan. 'Stan?' Ze strekte haar arm en duwde de deur helemaal open.
Er klonken geen schoten in de stilte, maar zijn ademhaling was nu nóg luider. Ze dacht aan wat hij met Janey had gedaan. Nu hij wist dat hij ontdekt was, zou hij wanhopig zijn, gewetenloos en tot alles in staat. De situatie vereiste een ervaring die ze niet had. Dean wel.
Dean! Vol angst en verlangen riep haar hart in stilte zijn naam terwijl ze de laatste stap naar de kast zette.
Toen ze Stan zag, staarde ze hem verbijsterd aan.
Hij ademde zwaar door zijn neusgaten omdat zijn mond was dichtgeplakt met tape, waarmee ook zijn enkels en polsen waren vastgebonden. Zijn benen waren gebogen, met zijn knieën tot onder zijn kin. Hij was letterlijk in de enorme, roestvrijstalen gootsteen gepropt.
'Stan! Wat...' Ze stak haar hand uit om de tape van zijn mond te trekken toen zijn ogen, groot van angst, achter haar keken en nóg groter werden.
Ze draaide zich razendsnel om.
'Verrassing!' zei John Rondeau.
Maar het was de stem van Valentino.'Verdomme, verdomme,' herhaalde Dean terwijl hij de met rubber beklede cijfers van zijn mobieltje intoetste.
Met zijn ene hand bestuurde hij zijn auto en de andere hand gebruikte hij voor zijn mobiele telefoon. Hij had een paar keer het speciale telefoonnummer ingetoetst dat Paris hem had gegeven, maar ze had niet opgenomen. Hij had herhaaldelijk het nummer gedraaid waarop verzoeknummers konden worden aangevraagd, maar hij had steeds het bandje gekregen met het bericht dat Paris zo gauw mogelijk aan de lijn zou komen. Hij belde naar haar mobieltje, maar kreeg haar voicemail.
'Waarom heb je me niet over Rondeau ingelicht?' Curtis, die voorin zat, was eveneens met zijn mobieltje aan het bellen. Hij was in de wacht gezet, in afwachting van meer informatie over John Rondeau.
'Jij hoorde het toen ik het hoorde.'
De rechercheur had naast hem gestaan toen Gavin onthulde wat hij van Rondeau wist. Het was moeilijk te zeggen wie het eerst in actie was gekomen. Dean herinnerde zich dat hij Curtis opzij duwde en naar de uitgang begon te rennen.
Hij liep voorop toen Curtis schreeuwde dat er eenheden naar het radiostation moesten worden gestuurd. 'Bijzondere Bijstandseenheid ook. Schiet op!'
Dean had er niet over gepeinsd om te wachten en te kijken of de orders van de brigadier werden uitgevoerd. Blijkbaar had Curtis zijn mening dat er haast was geboden gedeeld. Ze waren door de dubbele deuren gestormd en met twee treden tegelijk de trap afgerend, tot ze de parkeergarage bereikten. Deans auto had het meest dichtbij gestaan. Zo hard als hij nu reed, zouden ze het winnen van de patrouilleauto's die op weg waren naar het radiostation.
'Je hebt nagelaten me te vertellen dat Rondeau je zoon in de toiletruimte had lastiggevallen.'
'Het was persoonlijk. Ik dacht dat hij alleen maar een hufter was.'
'Een hufter met...' Curtis zweeg abrupt en luisterde. 'Ja, ja,' zei hij in de telefoon, 'wat heb je?'
Terwijl Curtis de primeur over John Rondeau kreeg, draaide Dean opnieuw de telefoonnummers van Paris. Toen bleek dat er nog niets was veranderd, begon hij luidkeels te vloeken en drukte het gaspedaal nóg verder in.
Of het iets met het intrappen van het gaspedaal te maken had of niet, op dat moment hield de autoradio ermee op. Hij was er zo op gespitst Paris' stem te horen, dat het plotselinge, statische gesis net zo'n pijn deed aan zijn oren als een bloedstollende gil.
Hij begon als een gek op de knoppen van zijn radio te drukken. Alle andere zenders kwamen luid en duidelijk over. Er was niets mis met de radio. 101.3 was gestopt met uitzenden.
'Het station is zojuist uit de ether gegaan.'
Curtis, die druk in gesprek was, draaide zijn hoofd om. 'Hè?'
'Het station zendt niet meer uit.'
'Jemig.' Toen zei Curtis in zijn mobieltje: 'Dat was het voorlopig,' en verbrak de verbinding.
'Wat? Vertel op,' zei Dean, terwijl hij vrijwel op twee wielen een bocht nam.
'Geen vader in het gezin Rondeau. Ze gaan na of hij tijdens Johns vroege jeugd is gestorven, of er ooit een Mr. Rondeau is geweest. Geen mannelijk rolmodel, zoals een oom, een hopman...'
'Ik snap het, ga door.'
'Moeder werkte om in het levensonderhoud van John en zijn een jaar oudere zus te voorzien.'
'Wat zeiden zijn moeder en zus over John?'
'Niets. Ze zijn alle twee overleden.'
Dean wierp Curtis een zijdelingse blik toe. 'Toen hij het over hen had, sprak hij in de tegenwoordige tijd.'
'Ze werden in hun huis vermoord toen John veertien was. Hij ontdekte de lijken. Zijn zus was in de badkuip verdronken, bij zijn moeder was een ijspriem door het ruggenmerg gestoken terwijl ze sliep.'