'Ik stuurde het filmrolletje naar een lab buiten de stad.'
'Wat voor lab?'
'Het heeft geen naam. Alleen een postbusnummer. Dat kan ik u geven.'
'Ontwikkelen ze daar speciaal foto's voor klanten als u?'
Hij knikte beschaamd. 'Ik maak er niet vaak gebruik van, maar heb het wel gedaan.'
Armstrongs antwoorden op deze vragen strookten niet met wat Janey aan Gavin had verteld over de passie voor fotografie van haar nieuwe vriend. Óf hij sprak de waarheid óf hij wist hoe hij overtuigend moest liegen.
Curtis moest dat ook hebben gedacht, want voorlopig liet hij het onderwerp rusten en vroeg wanneer Armstrong Janey voor het laatst had gezien.
'Drie avonden geleden. Ik denk dat het de avond was waarop ze is verdwenen.'
'Waar hebt u haar gesproken?'
'Op een plek aan de oever van Lake Travis.'
'Ging u daarheen om haar te ontmoeten?'
Armstrong antwoordde bevestigend voor zijn advocaat hem kon waarschuwen dat hij zijn mond moest houden. Te laat zag Armstrong de opgestoken hand van zijn advocaat. 'Het is geen misdrijf een afspraak te maken en zich daaraan te houden,' zei Brad tegen Curtis.
De advocaat richtte zich tot Curtis. 'Ik laat mijn cliënt alleen maar in detail treden omdat hij alles ten stelligste ontkent, behalve dat hij gemeenschap had met het slachtoffer, een meerderjarige. Dit moet niet worden beschouwd als een bekentenis op een beschuldiging van ontvoering of moord.'
Curtis knikte en gebaarde Armstrong door te gaan.
'Janey zat in haar auto op me te wachten.'
'Hoe laat was het toen?' vroeg Dean. Hij herinnerde zich dat Gavin had gezegd dat hij ook in Janeys auto was geweest en dat het had geleken of ze op de komst van iemand anders zat te wachten.
'Ik kan het me niet precies herinneren,' zei Armstrong. 'Rond tien uur, misschien.'
Curtis vroeg: 'Wat deden jullie in haar auto?'
'We hadden seks.' 'Coïtus?'
'Fellatio.'
'Hebt u een condoom gebruikt?'
'Ja.'
'Wat gebeurde er daarna?'
'Ik... ik wilde nog een tijd bij haar blijven, maar ze zei dat ze nog iets te doen had. Ik denk dat ze op iemand wachtte.'
'Op wie dan?'
'Een andere man. Ze stond erop dat ik wegging, maar beloofde me de volgende avond weer te ontmoeten, zelfde plek, zelfde tijd. Toen ik vertrok zat ze in haar auto naar een cd te luisteren. Ik ben er de volgende avond opnieuw heen gegaan, maar ze was er niet. Ik wist niets van haar verdwijning tot ik het bericht las en haar foto in de krant zag staan.'
'Waarom hebt u zich toen niet bij ons gemeld?'
'Ik was bang. Zou ü dat niet zijn?'
'Dat weet ik niet. Zeg het me. Zou ik dat zijn?'
'Ik had me niet aan de regels van mijn proeftijd gehouden en een meisje met wie ik een paar keer seks had gehad was vermist.' Brad trok zijn schouders op, in een hulpeloos gebaar. 'Reken maar uit.'
Curtis grijnsde. 'Dat heb ik gedaan, dr. Armstrong. Mijn optelsom zegt dat u die avond meer van Janey wilde dan ze bereid was u te geven. Het liep uit de han,d. U hebt de neiging gewelddadig te worden als een vrouw niet geeft wat u wilt en wannéér u het wilt. Klopt dat of niet?'
'Soms word ik boos, maar dat gaat ook weer over.'
'Niet snel genoeg. Intussen maakte uw woede zich van u meester en voor u het wist was u Janey aan het wurgen. Misschien stierf ze ter plekke, misschien raakte ze slechts bewusteloos en overleed ze later.
Hoe dan ook, u raakte in paniek. U nam haar mee naar de prachtige kamer die u in dat flutmotel hebt en probeerde te bedenken wat u met haar moest doen. Ten slotte gooide u haar lijk in het meer, kroop terug in uw schuilplaats en hoopte maar dat u er ongestraft van af zou komen.'
'Nee! Ik zweer dat ik haar nergens toe heb gedwongen en ik heb haar absoluut niet vermoord!'
De advocaat wreef in zijn oogkassen alsof hij zich afvroeg hoe hij in godsnaam een verweer moest maken van de hevige ontkenningen van zijn cliënt. Curtis zag er hard en onbuigzaam uit, als een houten indianenbeeld bij de deur van een sigarenwinkel.
'Ik denk niet dat u het met opzet deed,' zei Dean kalm.
Armstrong draaide zich naar hem om met het wanhopige gezicht van een man die verdrinkt en op zoek is naar een reddingslij n.
Dean kreeg de rol van 'goeierik' omdat hij er ook zo uitzag, en Curtis moest de 'slechterik' spelen. De volgende paar minuten zou Dean Brad Armstrongs beste vriend en zijn enige bron van hoop zijn. Dean legde zijn armen op tafel en leunde erop.
'Mocht je Janey, Brad? Ik neem aan dat je het goed vindt dat ik je Brad noem?'
'Natuurlijk.'
'Mocht je haar? Als mens, bedoel ik.'
'Eerlijk gezegd niet zo erg. Begrijp me goed, ze was fantastisch.' Plotseling voorzichtig wierp hij een blik op zijn advocaat.
'Sexy en gewillig?' souffleerde Dean. 'Het soort meisje met wie we op de middelbare school allemaal uit wilden?'
'Ja, zo was ze precies. Maar ik hield niet zo van haar persoonlijkheid.'
'Waarom niet?'
'Zoals de meeste meisjes die zo knap zijn als zij was ze verwaand en egocentrisch, en ze behandelde mensen als oud vuil. Of je speelde haar spel of ze speelde helemaal niet.'