‘Nee, Shauna.’
‘Luister, Sabueso. Ik zou…’
‘Ik bedoel nee. Het staat niet in die papieren.’
‘Waar is het dan wel?’
‘Shauna, houd op. We kunnen dit allemaal achter ons laten.’
‘En nooit achter de waarheid komen. En ons nooit veilig voelen. Je wilt me toch niet vertellen dat je dat niet kan schelen. Ik zou je niet geloven.’
Hij sloeg met zijn vlakke hand op het stuur.
Ze legde haar hand op zijn schouder, voorbereid om die onmiddellijk weer terug te trekken als dat nodig was. ‘Begrijp je het dan niet? Dit gaat niet over het witwassen van geld. Dat kan niet. Daar zouden ze geen moord voor willen plegen. Dit gaat om iets wat veel groter is, om een vader die probeert zijn kinderen te vermoorden, en een crimineel die in het Witte Huis zit.’
‘Dat is iets wat we onmogelijk kunnen bewijzen en dat weet je heel goed. Eigenlijk ben ik er vrij zeker van dat je dat niet eens wilt geloven, Shauna.’
‘Noem me alsjeblieft schoonheid.’
Zijn schouders zakten naar beneden en Shauna voelde zijn weerstand breken.
‘Zeg me waar ik het verborgen heb. Want als alles wat je me verteld hebt waar is, weet ik zeker dat ik je die plek heb verteld.’
29
Miguel en Shauna zaten in een warm restaurantje in het SoCo District van Austin, net om de hoek van de Statesman, koffie te drinken en te wachten op Khai die met de metro naar de stad zou komen.
Ze zaten op krukken voor het raam en Miguel tikte ongeduldig, niet in overeenstemming met de maat van de muziek, met zijn schoen op de vloer.
Hoewel Shauna Miguel er tot nu toe niet toe had kunnen overhalen om het verhaal over het witwassen van geld verder uit te werken en te publiceren, had hij Shauna er wel van kunnen overtuigen om niet terug te gaan naar het landgoed van McAllister om de papieren op te gaan halen. Terwijl ze nu op Khai zaten te wachten bedwong Shauna haar ongeduld met cafeïne. Vanmorgen dronk ze de bittere koffie die ze normaal gesproken verfoeide, in de hoop dat ze de nog steeds sluimerende effecten van haar gedwongen slaap te boven zou kunnen komen. Het was lang geleden dat ze zich zo alert had gevoeld.
Ten slotte verscheen Khai in de deuropening. Ze droeg een kleine boodschappentas met een gevlochten hengsel, die ze op de bar tussen hen in neerzette. Miguel stond op en stak zijn hand uit om haar te begroeten.
Maar in plaats van zijn hand te pakken ging Khai op haar tenen staan en gaf ze hem een hartelijke omhelzing. ‘Ik vind het zo erg van Corbin,’ zei ze toen ze een stap had terug gedaan en Miguel aankeek. ‘Hij heeft je geheim voor je bewaard.’
‘Bedankt dat jij nu het onze bewaard hebt,’ zei hij.
Khai knikte en maakte een gebaar naar de tas. ‘Dat is het toch, hè?’
Shauna stak haar hand in de tas en haalde het olifantje van cederhout eruit, dat nog net zo vrolijk trompetterde als ze zich herinnerde.
Miguel knikte. ‘Dat is het. Zal ik een drankje voor je gaan halen?’
Khai stak haar hand op. ‘Ik haal het zelf wel. Bekijken jullie dit maar even.’ Ze maakte een gebaar naar het houten olifantje.
Terwijl Khai naar de balie liep, verhuisden Miguel en Shauna van het raam naar een tafeltje in het café. Miguel wachtte tot Shauna was gaan zitten en nam toen tegenover haar plaats.
Shauna bekeek het olifantje dat ongeveer de grootte had van een meloen, maar ze zag niet dat het in feite een doosje was zoals Miguel had beweerd. ‘Je zult me moeten laten zien hoe je het openmaakt,’ zei ze terwijl ze het hem aanreikte.
Hij nam het houtsnijwerkje van haar aan. ‘Een Guatemalteeks puzzeldoosje,’ zei hij. ‘Een cadeautje van mij aan jou. Twee weken voor het ongeluk.’
‘Voor welke gelegenheid?’
‘Een of andere verjaardag.’
‘Mijn moeder kwam uit Guatemala,’ zei Shauna.
Miguel grijnsde. ‘Evenals die van mij.’ Toen hij haar gezichtsuitdrukking zag, zei hij: ‘De eerste keer waren we ook verbaasd. Let op.’
Miguel trok voorzichtig de slagtanden uit het olifantje. Ze dienden als pennetjes die de slurf en de kop met elkaar verbonden. Het had eruit gezien alsof het uit een stuk bestond, maar nu Miguel het diertje ontleed had, zag het er niet meer uit als een olifant en ook niet als een doosje. Shauna telde acht stukjes op de tafel, plus het doosje dat Miguel nog steeds vasthield. Het moest de dikke romp van de olifant geweest zijn die uit twee stukken bestond en die nu gescheiden was van de poten.
Toen hij beide helften uit elkaar trok, werd in het midden een bundeltje zichtbaar, gewikkeld in een zwarte doek die voorkwam dat de inhoud zou gaan rammelen.
Shauna haalde het bundeltje eruit en legde het op de tafel om het uit te pakken. De stof zat er niet strak omheen; misschien had ze het in grote haast ingepakt.