Toen ze beiden tegen de deur van de nooduitgang aan vielen, wierp Wayne Spade de deur van zijn hotelkamer open en zag hen aan het eind van de gang staan. Hij richtte een pistool op hen maar schoot niet voordat ze de deur door waren.
‘Dwaas,’ zei Miguel terwijl hij Shauna voor zich uit de trap af duwde. ‘Weet hij niet dat hij zijn waardevolle bezittingen niet in een hotelkamer moet achterlaten?’
Shauna zag kans om twee trappen af te rennen voor de hak van haar schoen op een van de treden bleef haken. Ze viel voorover en de mist van haar slaperigheid overviel haar weer toen ze de zeven traptreden af tuimelde en de trapleuning voorbij zag flitsen.
Wayne stond met een pistool over Frank Danson heen gebogen en draaide een geluidsdemper op de loop. De man zat ineengedoken op een stoel en kwam net weer bij van de stroomstoot die hem was toegediend.
‘Je weet waarom ik je vroeg hierheen te komen,’ zei Wayne. Het was geen vraag. ‘Ik dacht zo dat het tijd werd voor een klein onderonsje over die mobiele telefoon die je in mijn truck hebt achtergelaten.’
Frank kon niet meer dan alleen zijn ogen bewegen. Hij kreunde.
‘En met onderonsje bedoel ik geen gesprekje.’
Zonder met zijn ogen te knipperen, schoot hij een aantal kogels in Franks borst. De man viel met stoel en al achterover. Daarna verliet Wayne het hotel.
Deze keer liet hij iemand anders de troep opruimen.
‘Wat een ramp, een complete ramp,’ mompelde Miguel tegen haar. Hij hield haar hand vast en streelde met zijn duim over de knokkels terwijl ze in een kleine onderzoekskamer van een medische kliniek weer bijkwam. Vreemd genoeg was ze nu, na haar val, veel helderder van geest dan toen hij haar probeerde bij te brengen.
‘Zie ik er zo slecht uit?’
Miguel glimlachte voor het eerst sinds ze hem ontmoet had. Een volle glimlach die zijn gezicht deed oplichten en de rimpeltjes bij zijn ogen verdiepte. Prachtig.
‘Dat zou onmogelijk zijn,’ zei hij. ‘En ik had het helemaal niet over jou, schoonheid.’ De liefkozende woorden namen de kilte uit het vertrek weg.
‘Maar toch zitten we op dit moment in de grootste ellende van mijn hele leven.’
Zou kunnen.
‘Ik voel me een beetje opgezwollen.’ Ze raakte het ijspakketje aan dat de rechterkant van haar gezicht bedekte.
‘Een haarscheurtje in je jukbeen.’ Miguel wees op zijn eigen gezicht aan waar het scheurtje zat. ‘Het had veel erger kunnen zijn.’
‘Mijn neus bijvoorbeeld.’
Hij lachte met de opluchting van een man die uit een brandend huis ontsnapt was. ‘Zoiets ja. Maar waarschijnlijk krijg je wel een blauw oog.’
‘Om die reden noemden ze mij schoonheid. Moeten we al weg?’ Haar gezicht bonkte, maar verder voelde ze zich redelijk goed. Ze dacht – hoopte – dat het middel vrijwel uitgewerkt was.
‘Ze willen je ter observatie houden. Je was een poosje buiten westen.’
‘Hoe lang?’
‘Alles bij elkaar een paar minuten. Onderweg hiernaartoe was je soms weer even bij.’
‘Het zal ongetwijfeld het middel zijn.’
‘Dat hoop ik, ja. Weet je wat ze je gegeven hebben?’
Ze schudde haar hoofd.
Hij keek op zijn horloge. ‘Ik weet niet hoeveel tijd we nog hebben, maar jij bent op dit moment de hoogste prioriteit. Je hebt tijd nodig.’
‘Ik voel me goed. Laten we maar gaan.’
Ze probeerde te gaan zitten, maar Miguel drukte zachtjes haar schouders weer naar beneden. De spieren onder haar schouderbladen zonden een waarschuwing naar haar rug en onder haar armen. Het zakje met ijs gleed van haar gezicht af.
‘Blijf nog maar even liggen.’
Ze legde het zakje met ijs weer tegen haar gezicht. ‘Vertel me eens wat er gebeurde nadat ik viel.’
‘Heel veel adrenaline. Dat is het enige hoe ik het verklaren kan. Ik raapte je op zonder er ook maar een moment aan te denken dat je je nek wel eens…’
Zijn blik ging naar het jack dat over de rugleuning van zijn stoel hing. ‘Ik denk dat ik je niet altijd even goed heb ingeschat.’
‘Ik beloof je dat ik het niet tegen je zal gebruiken. Weet Wayne waar we zijn? Waar zijn we eigenlijk?’
Hij wreef met zijn hand over zijn korte baard. De rest van zijn gezicht moest nodig geschoren worden.
‘In een medisch centrum voor noodgevallen. Ik neem aan dat hij eerst de eerste-hulpposten zal gaan nalopen, dus we hebben wat meer tijd.’
‘Maar mijn naam staat hier dus op de patiëntenlijst?’
‘Ik heb je laten inschrijven onder de naam Jane Doe. Ik heb gezegd dat ik je onderaan een trap heb gevonden.’
‘Trapten ze daar in?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Het is een probleem dat ik je zelf hierheen gebracht heb in plaats van het alarmnummer te bellen. Ik weet niet wat ze denken.’