Home>>read Kus free online

Kus(85)

By:Ted Dekker & Erin Healy


De stem zei weer iets. Meer gefluister.

Ze hoorde zichzelf mompelen: ‘Ik weet het niet. Ik weet het niet…’

Hij legde haar weer zachtjes neer en liet haar alleen. Toen kwam hij terug en plensde koud water in haar gezicht en hals. Ze hijgde en deed haar ogen open, maar ze zag niets in de donkere kamer.

‘Je moet wakker worden.’ Zacht, nauwelijks hoorbaar.

Shauna kon niet in beweging komen. Ze huilde weer, maar wist niet waarom.

Iemand hield een hand voor haar mond.

‘Ssst. Je zult hem wakker maken.’

Wie? Wie zou er wakker worden?

‘Sta op.’

Door het bevel veranderde haar angst in woede. Ze was boos, gedesoriënteerd. Ze was nat en had het koud.

‘Nee,’ slaagde ze erin te zeggen. Het leek wel of ze dronken was.

Hij liet haar opnieuw alleen – seconden of minuten, ze wist het niet – en ze vroeg zich af of hij weer water in haar gezicht zou plenzen. Het kon haar niet schelen.

Hij kwam weer terug, greep de voorkant van haar bloes vast en trok haar aan de kraag overeind. Toen ze zat, gooide hij een emmer ijswater tegen de voorkant van haar bloes.

Ze hapte naar adem en verstijfde. Het ijswater verzamelde zich in haar schoot en doordrenkte haar broek. Ze schreeuwde protesterend. Hij legde zijn hand weer op haar mond tot ze stil werd.

De emmer viel van haar been op de vloerbedekking. Ze voelde hoe zachte handen haar polsen vastgrepen. De man trok aan haar armen tot ze uit de kom dreigden te raken en haar lichaam kwam los van de grond.

‘Sta op of ik zal je bij een arm hier weg moeten slepen, schoonheid.’ De woorden drongen deze keer helder tot Shauna’s bewustzijn door en ze begon te geloven dat hij haar geen kwaad wilde doen. Schoonheid? Ze probeerde zich te herinneren wat dat woord betekende. Ze concentreerde zich op haar knieën. Buigen. Optillen. Strekken.

Ze wankelde.

Ze leunde tegen een stevig lichaam en zakte tegen hem aan. ‘Wayne?’ zei ze weer. Ze wist dat hij het niet was, maar ze kon geen andere namen bedenken.

‘Van zijn leven niet,’ zei hij.

‘Ik heb meer water nodig,’ mompelde ze.

Samen deden ze een paar onzekere stappen naar de wastafel, dacht ze, en ze hoorde water stromen. Toen hij het deze keer in haar gezicht gooide, was ze er zeker van dat hij ook zelf nat werd.

Ze vond dat om de een of andere reden erg grappig.

En ook, ondanks haar gegiechel dat ze probeerde te onderdrukken, verhelderend.

Shauna haalde een keer diep adem en probeerde iets te zien. Maar het was nog steeds te donker om hem te kunnen herkennen.

‘En wat nu?’ vroeg ze.

‘Vertrekken.’

‘Wegrennen.’

‘Als dat zou kunnen.’

‘Ik ben erg snel.’

‘Nu moet je je mond houden.’

Ze knikte maar bedacht toen dat hij haar niet kon zien en daarom zei ze: ‘Oké,’ en hield een arm om zijn middel geslagen terwijl hij haar half leidde en half meesleepte.

Hij deed hem open, maar ook dit vertrek was donker. Door het gepiep van de scharnieren wist ze zich de details van het vertrek weer te herinneren. Kandelaars. Whisky. Mes. Ze vroeg zich af waar meneer FBI was gebleven.

‘Waar zijn…?’Weer de hand op haar mond. Zo vervelend.

Het duurde lang voor ze weer helemaal bij haar positieven was. Op dat moment wilde ze eigenlijk niets anders dan weer gaan slapen.

Water drupte van haar haren op haar schouders.

Haar lichaam bewoog zich naar de deur toen ze met haar dijbeen tegen een scherp voorwerp stootte. Hard genoeg om een blauwe plek te krijgen.

‘Au!’ Het was niet haar bedoeling geweest om te schreeuwen, maar ze deed het.

Haar metgezel gromde en liet zijn eigen pogingen om stil te zijn varen. Hij schoof haar tegen de muur aan waartegen ze zich overeind kon houden, en zocht naar de deurknop.

‘Je hoeft niet zo…’ begon Shauna.

Hij gooide de deur open en trok haar zo haastig de gang in dat haar elleboog kraakte. Ze sloeg met haar pols tegen de deurpost terwijl haar benen, nog steeds niet helemaal verbonden met haar brein, haar door de deur droegen.

Ze voelde een hevige pijn en constateerde meteen daarop nog drie dingen die haar als hagelstenen troffen, waardoor ze nu weer helemaal helder werd.

Het eerste was een blonde bewaker die net buiten de deur voor pampus in de gang lag.

Het tweede was het gezicht van haar metgezel, een dreigend kijkende Miguel Lopez.

En het derde was het geluid van een opengaande deur achter haar, vergezeld door een schreeuw.

‘Laat nu maar eens zien hoe hard je kunt rennen,’ zei Miguel, terwijl hij haar meesleurde van de lift naar een bordje met ‘Nooduitgang’ erop.

De trap af rennen?

Haar benen wisten op de een of andere manier nog hoe dat moest, hoewel Miguel haar pols niet los zou laten en haar hoe dan ook meegetrokken zou hebben.