Dokter Harding vouwde haar handen op haar schoot. ‘Vertel eens wat over hem?’
‘Ik heb niet veel te vertellen.’
‘Dan moet je misschien daar beginnen.’
Misschien. Misschien? Was dat alles wat deze mensen haar te bieden hadden, de ene mogelijkheid na de andere aandragen zonder dat ze enige zekerheid konden bieden? Wanneer kreeg ze de antwoorden die ze nodig had? De echte antwoorden, geen speculaties?
Ze had nu lang genoeg geduld gehad. Er moest nu maar eens een eind aan komen en ze zou beginnen met de meest dringende vraag van allemaal.
‘Wanneer kan ik Rudy zien?’
Dokter Siders legde zijn papieren naast zich neer en boog zich naar haar toe. ‘Zodra we weten…’
‘Wat is er zo moeilijk aan de vragen over mijn broer? Ik wil alleen maar weten…’
‘Shauna, als je er klaar voor bent om…’
‘Ik ben er nu klaar voor. Ik wil hem nu zien.’
Ze voelde zich zo gefrustreerd dat ze in tranen uitbarstte. Was Rudy maar hier om haar te kalmeren. Zonder hem, zonder dat ze zich die verschrikkelijke avond kon herinneren, was ze verloren.
‘Wat heb ik gedaan? Wat voor verschrikkelijks is er gebeurd dat niemand er met mij over wil praten? Ik moet weten wat er gebeurd is!’
Ze greep met beide handen haar haren vast en trok eraan. In de dagen sinds ze uit haar coma ontwaakt was, was Rudy haar niet komen opzoeken. Dat feit was al genoeg om haar ervan te doordringen hoe afschuwelijk de situatie was.
Ze keek op en zag hen door een waas van tranen. De kamer kantelde. Dokter Harding schudde haar hoofd en zei iets, maar Shauna hoorde alleen haar eigen schuldgevoel tegen haar schreeuwen. Ze sloot haar ogen en zag alleen maar Rudy.
Toen ze naar lucht hapte, hoorde ze dokter Siders zeggen: ‘We moeten haar sederen.’
Ze schudde haar hoofd en kreunde. Rudy. Rudy.
Toen er een naald in haar bovenarm gestoken werd, verwelkomde Shauna de pijn. De pijn verdoofde haar verdriet.
Op hetzelfde moment dat het kalmerend middel haar brein bereikte, drong de schorre stem van dokter Harding tot haar door. ‘Jullie zijn allemaal dwazen.’
Millie Harding draafde in de gang achter Will Carver aan; voor elke pas van de farmacoloog moest zij drie stappen doen.
‘Wat was jullie bedoeling eigenlijk?’ vroeg Millie.
Carver bleef staan, draaide zich om en toen hij zag wie ze was, liep hij weer verder zonder een woord te zeggen. Ze haalde hem met vier passen weer in.
‘Waren jij en Siders van plan haar alles te vertellen?’
‘Ik dacht juist dat jij dat deed.’
Millie ging voor Carver staan en zette haar handen in haar zij. ‘Waar heb je het over?’
‘Ben je van plan haar haar geheugen weer terug te geven op een presenteerblaadje?’
‘Ik probeerde haar juist om de tuin te leiden. En ik heb haar geen idee aan de hand gedaan waardoor ze in staat is zich weer te herinneren wat er werkelijk gebeurd is.’
‘Ik ben degene die dat beslist.’
‘Nee, dat ben je niet. Ik hoef alleen maar te beslissen of ik aan het eind van de dag betaald word.’
‘We worden allemaal betaald. Mits we ons professioneel gedragen.’
Millie pakte Carvers arm vast en hield hem tegen. ‘Jullie zijn leugenaars van niks.’
Carver rukte zich los. ‘De enige leugens die geloofd worden, zijn leugens die op de waarheid lijken.’ Hij liep weg. ‘En twijfel niet nog eens aan mij.’
3
Door een lichte aanraking op haar voorhoofd hield het gebons in Shauna’s hoofd op. Toen ze haar ogen opendeed, zag ze de ziekenhuiskamer die vaag verlicht was.
Wayne boog zich over haar heen. ‘Shauna?’
Ze was te moe om te gaan zitten.
‘Ze hebben me verteld wat er is gebeurd.’ Ze concentreerde zich op het gezicht van de man die tot dusver haar enige bondgenoot was geweest. Als ze haar best deed zich zijn hoge voorhoofd, zijn smalle wangen en zijn vierkante kin te herinneren, zou ze misschien weer weten wie hij was. Misschien zou ze dan haar weg terug naar de waarheid kunnen vinden.
Weer al die misschiens.
‘Weet je, je oom Trent had je dit allemaal uit moeten leggen.’
‘Wat allemaal?’
‘Alles over Rudy. Alles wat ik niet weet en wat de dokters je niet willen vertellen.’
‘Waarom heeft hij dat niet gedaan?’
Wayne haalde zijn schouders op. ‘Ik denk dat hij niet wil dat je in één keer met al die problemen wordt opgezadeld.’
‘Dus iedereen denkt dat het beter is om van het ergste uit te gaan dan om de realiteit onder ogen te zien?’
Wayne trok zijn wenkbrauwen op alsof hij wilde zeggen: Het is vreemd, ik weet het.
‘We zijn een rare familie.’
‘Dat is elke familie op zijn eigen manier.’
‘Trent Wilde is niet eens een echte oom. Wist je dat? Hij is Landons beste vriend.’