‘Ik kan je echt niet helpen,’ zei hij. Ze dacht dat hij wilde dat hij dat wel kon.
‘Mag ik een kopje thee?’
‘Thee?’
‘Heb je thee?’
Miguel haalde een keer diep adem, keek naar het plafond alsof de thee daar aan een touwtje hing en liep weer terug naar de keuken.
Shauna bleef zitten en hoorde hoe hij een ketel met water vulde, in een kastje rommelde, een kopje op het aanrecht zette en het theezakje uit het papieren omhulsel scheurde. Terwijl hij wachtte tot het water kookte, zei hij niets en hij kwam niet uit de keuken toen de thee trok.
Negen minuten later keerde Miguel weer terug.
‘Graag een beetje melk en…’
‘Graag of niet.’ Hij hield haar het kopje voor met thee die de kleur van karamel had. Er zat al melk in. Ze snoof de stoom op. En suiker. Ze proefde het. Ruwe suiker. Precies waar ze van hield. Alsof ze de thee zelf had gezet.
Miguel keek naar haar.
Haar handen om de warme mok werden vochtig. ‘Je kent mij,’ zei ze.
‘We hebben gecorrespondeerd.’
‘Over hoe ik mijn thee drink?’
Hij ging op een stoel aan de andere kant van de salontafel zitten en vroeg: ‘Waarom ben je nog steeds hier?’
‘Omdat je me er nog niet uitgegooid hebt.’
‘Nog niet. Ik meen het. Ik kan je niet helpen.’
Misschien had ze zich zijn toon alleen maar ingebeeld. Ze nam een slokje.
‘Hoe kenden wij elkaar?’ vroeg ze.
‘Ik heb de campagne van je vader een poosje verslagen.’
‘Ik was op geen enkele manier bij die campagne betrokken.’
‘Ik ben journalist. Ik zie mensen die niet gezien willen worden.’
‘En wanneer werd je een van ons?’
‘Wie is ons?’
‘Mensen die niet gezien willen worden.’
Miguel haalde zijn schouders op. ‘Ik weet echt niet wat je bedoelt.’
‘Binnen een paar dagen na mijn ongeluk was je weg bij de Statesman.’
‘Ik neem aan dat er heel veel mensen die jij niet kent, zijn die binnen een paar dagen na jouw ongeluk allerlei dingen deden.’
Dit begon echt een krankzinnig gesprek te worden.
‘Waarom heb je je uit de politieke verslaggeving teruggetrokken?’
‘Dat heb ik niet gedaan. Ik ben alleen bij de Statesman weggegaan.’
‘Waarom?’
‘Groener gras.’
‘In Victoria?’
‘We leven in een communicatietijdperk.’ Hij maakte een gebaar naar zijn laptop die op de salontafel stond. ‘Groen gras groeit vrijwel overal.’
‘Je bent traag van begrip en vervelend.’
Hij leunde achterover in zijn stoel. ‘Je bent een gevaar voor jezelf.’
Shauna nam een slok thee en probeerde te begrijpen wat hij zei.
‘Een gevaar?’
‘Omdat je niet weet wat je aan het doen bent.’
‘Kijk, dat bedoel ik nu. Dus vertel jij me maar wat ik aan het doen ben.’
‘Daar ben ik niet de juiste persoon voor.’
‘Wie dan wel?’
Miguel vouwde zijn handen voor zijn buik. Hij knikte naar haar kop thee. ‘Heb je je thee op?’
‘Het is onbeleefd om een gast weg te sturen.’
‘Het is ook onbeleefd om misbruik te maken van gastvrijheid.’
Shauna kreeg plotseling een idee. Ze schoof naar het randje van de bank en zette haar halfvolle kopje op de salontafel. Toen stond ze op, liep om de tafel heen en ging aan de andere kant zitten, zodat ze bijna knie aan knie met Miguel zat.
Hij verschoof wat om afstand tussen hen te scheppen.
‘Je wilt niet dat ik wegga.’
‘En je bent nog zelfingenomen ook.’
Hij scheen verdrietig.
Ze boog zich naar voren en legde haar hand op zijn knie, in de hoop verbinding met hem te krijgen, een beeld, een herinnering.
Had ze enige controle over dit… over deze gave? Miguel keek naar haar hand, maar schoof niet verder van haar weg en haalde haar hand ook niet van zijn knie.
‘Waarom zou iemand Corbin willen vermoorden?’ vroeg ze.
Hij scheen haar niet gehoord te hebben.
‘Corbin scheen te denken dat ik ergens bij betrokken was. Hij deed nogal’– Shauna overwoog haar woorden – ‘geheimzinnig. Beschermend.’
Miguel scheen plotseling op te schrikken uit zijn gemijmer. Hij zag dat Shauna hem uitdagend en gespannen aankeek.
‘Wil je beschermd worden?’
‘Maar waarom en hoe loop ik dan gevaar?’
Met een snelle beweging nam hij haar kin in zijn hand, niet het gebaar van een minnaar, maar van een boze ouder die de volle aandacht van zijn kind wil hebben. Toen hij in haar kaak kneep, vertrok ze pijnlijk haar gezicht. Hij fronste zijn voorhoofd en zijn ogen werden glazig.
‘Je loopt gevaar door alles waarvan je denkt dat het niet gevaarlijk is,’ zei hij.
‘Ben jij gevaarlijk?’