Terwijl ze sprak sloot Miguel de map en deed een stap in haar richting alsof hij hem aan haar terug wilde geven. Maar hij hield de map met een hand tegen zijn borst geklemd en kwam zo dicht voor haar staan dat hun tenen elkaar bijna raakten. Hij keek haar doordringend aan met een onuitgesproken vraag in zijn ogen die ze niet kon plaatsen.
Ze kon de gladheid van zijn huid zien en ieder haartje aan de rand van zijn baard. Over zijn rechterwenkbrauw liep een snee die bijna genezen was. Bij zijn ooghoeken zaten kleine lachrimpeltjes, hoewel hij nu niet glimlachte. Ze stelde zich voor dat hij er nu, op dit vroege moment, niet op zijn voordeligst uitzag, moe, verfomfaaid, net uit zijn bed gehaald door een gestoorde vrouw die op zijn deur bonsde. Maar toch vond ze hem aantrekkelijk.
Onwillekeurig deed ze een stap achteruit.
Maar hij deed opnieuw een stap naar voren en verkleinde de afstand. Zijn katoenen T-shirt rook naar wasmiddel. Iemand die ze kende gebruikte datzelfde spul.
Hij bleef haar doordringend aankijken maar ze begreep hem niet. Ze keek naar zijn hand die de map tegen zijn borst aandrukte. Ze hoorde hem ademhalen en haar eigen ademhaling werd sneller, wat haar in verwarring bracht. Ze hield haar adem even in, en werd daarna rustiger.
Ze voelde geen angst, maar voelde zich ook niet op haar gemak. Was hij boos omdat ze gekomen was? Voelde hij zich beledigd omdat ze zo maar over de drempel was gestapt? Wat zou hij doen?
Op hetzelfde moment wist ze het: hij zou weigeren haar te helpen.
In gedachten zag ze hem weer een pistool op haar gezicht richten en ze deed opnieuw een stap achteruit. Ze stond nu met haar rug tegen de muur.
Deze keer kwam hij niet dichterbij, maar stak hij haar de map toe.
‘Meneer Lopez…’ zei ze.
Het lachje dat bij deze formaliteit aan zijn lippen ontsnapte, was meer een geluidsuitbarsting, die zowel een lach als een kreun zou kunnen zijn. Shauna stak haar linkerhand uit om de map aan te pakken en hij pakte haar hand vast, draaide hem om en streelde met zijn duim over haar vingers, een snel gebaar dat tegelijkertijd intiem en onpersoonlijk was, en liet haar hand toen weer los.
Hij verbrak eindelijk het oogcontact. ‘Bedankt dat je het me bent komen vertellen,’ zei hij en liep toen de keuken uit alsof hij haar naar de deur wilde brengen.
Ze hield haar adem in en volgde hem toen. ‘Er is nog iets.’
Hij liep verder naar de voordeur, deed hem open en hield zijn hand op de knop.
‘Corbin hielp mij om mijn… om een aantal dingen te onderzoeken.’
Miguel bleef staan waar hij was.
‘Ik heb een ongeluk gehad, waarbij… waarbij mijn broer bijna omkwam. Ik reed.’
Miguel keek naar de betegelde vloer. Shauna liep naar hem toe, maar bleef op afstand.
‘Het verhaal dat ze me vertellen over wat er gebeurd is, klopt niet. Misschien wil ik het wel niet geloven, maar echt, dat kan ik niet. Ik kan niet gedaan hebben wat ze beweren.’
‘Hoe komt het dat je niet meer weet wat je deed?’
‘Ik kan mij er niets meer van herinneren.’
‘Kun je je er niets meer van herinneren?’
Shauna hoorde aan zijn vraag hoe onwaarschijnlijk dit klonk en slikte.
‘Ik was in coma. Mijn hoofd… Kijk me alsjeblieft aan.’
Miguel deed het niet.
‘Ik ben maanden kwijtgeraakt. Ik wil ze weer terug hebben.’
‘Ik ben journalist, geen hersenchirurg.’
‘Corbin zegt – zei – dat hij contact had met een getuige. Iemand die een heel andere versie van het verhaal geeft. Ik moet die persoon vinden. Weet jij… heeft Corbin het je ooit verteld?’
Miguel liet de deurknop los en sloeg zijn armen over elkaar. ‘Zei hij dat hij het mij verteld had?’
‘Nee.’
‘Dan heeft hij dat niet gedaan. Ik kan je niet helpen. Je moet nu echt gaan.’
Er waren twee dingen waardoor Shauna bleef staan. Het eerste was dat haar teleurstelling zo groot was dat ze niet in beweging kon komen. De teleurstelling drukte op haar schouders, wikkelde zich om haar heupen en schroefde haar benen aan de vloerbedekking vast. Miguel Lopez wist helemaal niets. Haar laatste toevlucht bleek een doodlopende weg te zijn. Alle andere vragen die ze hem gesteld zou kunnen hebben als dat niet het geval zou zijn geweest, ontvluchtten haar geest en verdwenen door de openstaande deur.
Door het tweede richtte ze haar ogen op Miguels mond, die wel de woorden Je moet nu echt gaan had uitgesproken, maar waarvan de toon in tegenspraak was met wat hij zei. De toon was meer spijtig dan eisend geweest, waardoor het klonk als: Ik hoop dat je dat niet doet.
Ze hoorde wat ze graag wilde horen en haar teleurstelling verdween. Shauna schopte haar schoenen uit om aan te geven dat ze niet van plan was om te vertrekken, liep de aangrenzende kamer binnen en ging op de bank zitten.
Ze begon te tellen, in de hoop dat de getallen ertoe zouden leiden dat ze de juiste dingen zou zeggen, om te beginnen de juiste vragen zou stellen. Ze was bij elf toen ze de voordeur zachtjes hoorde dichtgaan. Miguel kwam de woonkamer binnen.