Home>>read Kus free online

Kus(26)

By:Ted Dekker & Erin Healy


‘Dat lijkt mij een goed idee,’ zei ze.

De eerste keer dat Shauna Wayne kuste, toen ze nog helemaal verbijsterd was over de afwijzing van haar vader, voelde ze niets. Niets dan alleen misschien de hoop dat er iets goeds uit voort zou kunnen komen. Na verloop van tijd.

Maar deze keer, toen hun lippen elkaar vonden, kreeg Shauna een black-out.

Ze had het gevoel dat ze in koel water dreef dat haar vanuit de schaduw meevoerde naar een zwarte hemel die met meer sterren bezaaid was dan ze ooit vanuit de heuvels van Austin gezien had. De nacht was zo stil dat ze haar eigen ademhaling hoorde. Het dempte het geluid zodat ze zich moest inspannen om het te horen: het geluid van naderende dood.

Terwijl ze op haar rug lag, merkte ze dat haar duim op haar dijbeen klopte. Een nieuwe zenuwtrekking. ‘Marchall!’ Ze kromp ineen bij de gedempte schreeuw. Waarom fluisteren als je het zo luid deed? Maar toen besefte ze wat er gebeurde. Een andere droom, waarin ze niet zichzelf was. Haar geest evalueerde de truc maar kon er niet achter komen. Ze kon zich niet losmaken uit het perspectief van de sterren of uit de situatie van de persoon. Het was alsof ze geen lichaam had en toch vastgehouden werd.

‘Wat is er?’ Ze – Marchall – hield haar stem laag.

‘Wat doe je daar, man? Kom weer terug.’

‘Zo meteen.’

‘Wil je dood?’

‘Ja, eigenlijk wel.’

De stem zonder lichaam vloekte en pakte haar enkel vast. Wat gebeurde er? De kerel sleurde haar mee. Ze schopte naar hem. Ze hoorde nog meer gevloek, toen het geluid van iemand die op zijn buik naar haar toe tijgerde. Ze bleef op haar rug liggen en keek naar de sterren terwijl het silhouet van een andere soldaat zijn mond vlak bij haar oor bracht.

‘Je hebt daar mannen die op je rekenen.’

‘Er zijn nog heel veel andere mannen op wie ze naast mij kunnen rekenen.’

‘Luister, ik vind het heel erg van Johnson.’

‘Weet je hoe hij stierf?’

‘Dat weten we allemaal.’

‘Alleen omdat Nelson het overleefde om het te vertellen.’

Geen antwoord.

‘Nota bene, waterboarding. Het is niet de bedoeling dat je daarbij verdrinkt.’ Het dissonante geluid in haar eigen keel maakte Shauna bang. Het was de stem van Wayne. Wat gebeurde er? Slecht functionerende hersencellen? Een bovennatuurlijk tasten naar de verbinding met deze man?

‘Dat is een verijdeling van de bedoeling. Maar als je gaat denken dat je sterft, kan er van alles gebeuren. Een hartaanval, embolie…’

‘Ik haat het allemaal. Ieder krankzinnig moment. Elk stinkend lichaam. Iedere centimeter zand. Wat doen we hier eigenlijk?’

‘Die vraag mogen we niet stellen.’

‘Hebben ze die techniek tijdens je opleiding ook op jou toege-past?’

‘Slechts één keer.’

‘Hoe lang hield je het vol?’

‘Tien seconden.’

‘Ik elf.’

‘Nou, dan heb jij gewonnen. Ga maar weer naar binnen en doe je werk.’

Marshall gromde en keek niet langer naar de sterren. Hij rolde op zijn buik en duwde zich op zijn ellebogen overeind. ‘Ik heb meer dan genoeg van deze oorlog.’

‘Jij, en nog een paar miljoen anderen.’

‘Nee, ik bedoel: ik houd ermee op. Ik smeer hem.’

‘Heb je daar bevel voor gekregen?’

‘Dat heb ik niet nodig.’

Het silhouet werd even stil als de hemel. Toen: ‘En waar denk je naartoe te gaan? En hoe denk je hier weg te komen?’

‘Met een paar Amerikaanse dollars kun je overal komen.’

‘Je zult dood zijn voordat je de grens van het kamp bereikt hebt.’

‘Je denkt toch zeker niet dat ik hier niet eerder over nagedacht heb?’

‘Ik heb mijn hele leven nog niet zo’n gek plan gehoord.’ De hand van de schaduw sloeg tegen de zijkant van Marshalls hoofd. Het was alsof er duizend naalden in Shauna’s slaap prikten. ‘Zet je helm op. Maak deze missie af. Ga naar huis. Knijp er later tussenuit als je weer terug bent op je eigen stekkie.’

‘Of ik sterf vannacht of ik sterf morgen,’ zei hij. ‘Of overmorgen. Het bestaat niet dat ik nog eens zes maanden in deze oorlog overleef. En dat wil ik ook niet.’

De schaduw begon weer te vloeken, wees naar Marshalls borstbeen en hield zijn hand op. ‘Geef mij je identiteitsplaatje.’ Shauna ging zitten en trok het kettinkje met de identiteitsplaatjes over haar hoofd. ‘Bedankt.’

‘Niets te danken. Ik wil geen details horen. Ik vind deze later naast het lijk van een arme sloeber die geen hoofd meer heeft. Dat is alles wat je van mij te horen krijgt.’ Het eerste salvo van vijandelijk vuur trof het verlaten dorp. De sterren verdwenen achter de glinsterende lichtflits. ‘In ieder geval bedankt.’