Toen hij ten slotte weer naar bed ging, was het al over vieren. Buiten was het gaan waaien en de temperatuur was gedaald. Hij rilde toen hij onder zijn dekbed kroop. Hij dacht niet dat hij verder gekomen was. Het was hem ook niet gelukt zichzelf ervan te overtuigen dat hij geduld moest hebben. Ook dit keer slaagde hij er niet in zelf te voldoen aan wat hij van zijn collega’s verlangde.
Toen Wallander even voor achten op het politiebureau arriveerde, was de wind tot stormkracht aangewakkerd. Bij de receptie hoorde hij dat er in de ochtend gevaar voor windstoten met orkaankracht was. Terwijl hij naar zijn kamer liep, vroeg hij zich af of het dak van zijn vaders huis in Löderup wel tegen de wind bestand zou zijn. Hij had al lang een slecht geweten, omdat hij niet de tijd nam daar wat aan te doen. Het risico was groot dat het kapot zou waaien als de storm aanwakkerde. Hij ging in zijn stoel zitten en bedacht dat hij zijn vader in ieder geval kon bellen. Hij had hem niet meer gesproken sinds de vechtpartij bij de Staatsslijterij. Net toen hij de hoorn wilde pakken, ging de telefoon.
‘Ik heb een gesprek voor je’, zei Ebba. ‘Heb je gemerkt hoe het waait?’
‘Ik kan je ermee troosten dat het nog erger wordt’, antwoordde Wallander. ‘Wie is het?’
‘Kasteel Farnholm.’
Wallander ging rechtop zitten.
‘Ik neem hem’, zei hij.
‘Het is een mevrouw met een heel bijzondere naam’, zei Ebba. ‘Ze stelt zich voor als Jenny Lind.’
‘Dat klinkt mij als een heel gewone naam in de oren.’
‘Ik zei ook niet dat het een gekke naam was. Ik zei dat het een bijzondere naam was. Je hebt toch wel gehoord van de grote zangeres Jenny Lind?’
‘Verbind haar maar door’, zei Wallander.
De stem die hem bereikte was die van een jonge vrouw. Weer een van de vele secretaresses, dacht Wallander.
‘Hoofdinspecteur Wallander?’
‘Dat ben ik.’
‘U hebt bij een bezoek gevraagd om een onderhoud met doctor Harderberg.’
‘Ik ga niet op audiëntie’, zei Wallander die merkte dat hij geïrriteerd raakte. ‘Ik moet met hem praten vanwege een moordonderzoek.’
‘Dat heb ik begrepen. Vanochtend is er een telex binnengekomen waarin doctor Harderberg meedeelt dat hij vanmiddag thuiskomt en u morgen kan ontvangen.’
‘Waar komt die telex vandaan?’ vroeg Wallander.
‘Is dat van belang?’
‘Anders zou ik het niet gevraagd hebben’, loog Wallander.
‘Doctor Harderberg bevindt zich op dit moment in Barcelona.’
‘Ik wil niet wachten tot morgen’, zei Wallander. ‘Ik moet zo snel mogelijk met hem praten. Als hij vanmiddag terugkeert in Zweden zou hij mij vanavond moeten kunnen ontvangen.’
‘Voor vanavond staat er niets in zijn agenda’, zei Jenny Lind. ‘Maar ik moet eerst contact met hem opnemen in Barcelona voordat ik u een antwoord kan geven.’
‘Dat kunt u rustig doen’, zei Wallander. ‘Geeft u maar aan hem door dat hij vanavond om zeven uur bezoek krijgt van de politie uit Ystad.’
‘Daar kan ik het niet mee eens zijn. Doctor Harderberg bepaalt altijd zelf zijn bezoektijden.’
‘In dit geval niet’, zei Wallander. ‘We komen om zeven uur.’
‘U neemt iemand mee, hoofdinspecteur Wallander?’
‘Ja.’
‘Zou ik de naam van die persoon mogen vragen?’
‘Die kunt u vragen, maar die krijgt u niet. Maar het zal ook iemand van de recherche uit Ystad zijn.’
‘Ik zal contact opnemen met doctor Harderberg’, zei Jenny Lind. ‘U moet wel weten dat hij soms heel kort van tevoren zijn plannen verandert. Misschien moet hij eerst nog ergens anders naartoe reizen voordat hij thuiskomt.’
‘Dat kan ik niet toestaan’, zei Wallander, terwijl hij bedacht dat hij met een dergelijke uitlating waarschijnlijk al zijn bevoegdheden overschreed.
‘Ik moet zeggen dat u mij verbaast’, zei Jenny Lind. ‘Kan een politieman werkelijk bepalen wat doctor Harderberg onderneemt?’
Wallander bleef zijn bevoegdheden overschrijden.
‘Als ik met een officier van justitie praat, kan hij eisen aan hem stellen’, zei Wallander.
Op hetzelfde moment drong zijn vergissing tot hem door. Ze hadden afgesproken voorzichtig te werk te gaan. Alfred Harderberg moest op vragen antwoord geven, maar net zo belangrijk was dat hij ervan overtuigd raakte dat hun interesse voor hem pure routine was. Hij probeerde wat hij gezegd had meteen weer glad te strijken.
‘Doctor Harderberg wordt natuurlijk niet van iets onwettigs verdacht’, zei hij. ‘Het is alleen zo dat we vanwege het onderzoek zo snel mogelijk met hem willen praten. Ik ben ervan overtuigd dat een vooraanstaand iemand als doctor Harderberg de politie graag wil helpen bij het oplossen van een zwaar misdrijf.’