Home>>read Kurt Wallander 04 free online

Kurt Wallander 04(90)

By:Henning Mankell


Toen Åkeson en Wallander die avond voor het politiebureau stonden, om precies te zijn op 14 november, waren ze zover gekomen dat ze meenden bepaalde conclusies te kunnen gaan trekken. De eerste fase was voorbij, de klopjacht was begonnen, er was niets uitgelekt en ze begonnen het beeld te zien van een verbijsterend zakenimperium, waaraan Lars Borman en vooral Gustaf Torstensson iets moesten hebben ontdekt dat ze beter niet hadden kunnen zien.

De vraag was nu alleen wat.

Het werk was hectisch geweest, maar Wallander had zijn troepen goed georganiseerd en had niet geaarzeld zelf de vervelendste, en naar vaak bleek de minst interessante taken op zich te nemen. Ze hadden de geschiedenis van Alfred Harderberg doorgenomen, vanaf zijn geboorte onder de naam Alfred Hansson als zoon van een alcoholistische houtwarenhandelaar in Vimmerby, tot nu hij met de enorme sleutelbos in handen zat van een zakenimperium dat in binnen- en buitenland miljarden omzette. Tijdens het moeizame werk van het lezen van jaarverslagen en jaarrekeningen, aangiftes en aandelenprospectussen liet Svedberg zich een keer ontvallen: ‘Het is gewoon niet mogelijk dat een man die zoveel bezit fatsoenlijk is.’

Uiteindelijk was het echter Sven Nyberg, de norse en lichtgeraakte man van de technische recherche, die hen de informatie gaf die ze nodig hadden. Zoals zo vaak was het puur toeval dat hij over een klein scheurtje in de goed gepleisterde muren van Alfred Harderberg viel, de nauwelijks zichtbare afwijking die ze nodig hadden. En als Wallander, ondanks zijn vermoeidheid, de opmerking niet was opgevallen die Nyberg maakte toen hij op een late avond juist op weg was om Wallanders kantoor te verlaten, dan was de gelegenheid hen misschien ontglipt zonder ooit terug te keren.

Het liep maandagavond tegen middernacht Sn Wallander zat over een verslag gebogen dat Ann-Britt Höglund had gemaakt van Alfred Harderbergs aardse bezittingen, toen Nyberg op de deur bonkte. Nyberg was geen discrete man; wanneer hij zich door de gangen van het politiebureau bewoog, liep hij te stampen en wanneer hij wilde praten met een van zijn collega’s, bonkte hij op de deuren alsof hij bezig was met een aanhouding. Die avond had hij juist de voorlopige resultaten afgerond van het onderzoek dat het gerechtelijk laboratorium en hij hadden uitgevoerd naar de mijn in de tuin van mevrouw Dunér en naar Wallanders auto die de lucht in was gevlogen.

‘Ik neem aan dat je de resultaten meteen wilt weten’, zei hij, terwijl hij zich in Wallanders niet meer zo nieuwe bezoekersstoel liet ploffen.

‘Wat heb je?’ had Wallander gevraagd, terwijl hij Nyberg met rode ogen aankeek.

‘Niks’, antwoordde Nyberg.

‘Niks?’

‘Je hoort toch wat ik zeg’, zei Nyberg geïrriteerd. ‘Dat is ook een resultaat. We kunnen niet vaststellen waar de mijn geproduceerd is. We denken dat het een mijn kan zijn die in België is geproduceerd, door een onderneming die Poudres Réunie de Belgique heet, of hoe je dat ook uitspreekt. Daar duidt de springstof op. Verder hebben we geen splinters gevonden. De mijn werkte dus alleen recht omhoog. Dat wijst erop dat hij Belgisch kan zijn. Maar hij kan ook van een heel ander fabrikaat zijn. Wat je auto betreft, kunnen we er geen antwoord op geven of er iets in de benzinetank heeft gezeten. We kunnen dus met andere woorden niks met zekerheid zeggen. Het resultaat is dus niks.’

‘Ik geloof je’, zei Wallander, terwijl hij in zijn stapels paperassen zocht naar aantekeningen die hij gemaakt had van wat hij van Nyberg wilde weten.

‘Wat betreft het Italiaanse pistool, de Bernadelli, weten we ook niets méér’, vervolgde Nyberg, terwijl Wallander op zijn blocnote aantekeningen maakte. ‘Er is geen aangifte gedaan dat er een gestolen is. De mensen die als eigenaar geregistreerd staan, konden hun wapen ook allemaal laten zien. Nu moeten jij en Per Åkeson beslissen of we ze moeten ophalen om ze hier te laten proefschieten.’

‘Denk jij dat dat de moeite loont?’ vroeg Wallander.

‘Ja en nee’, antwoordde Nyberg. ‘Persoonlijk vind ik dat we een controle van gestolen Smith & Wessons moeten uitvoeren, voordat we die mensen hier laten komen. Dat kost nog een paar dagen extra.’

‘Dan doen we wat jij zegt’, zei Wallander, terwijl hij voor zichzelf een herinnering neerkrabbelde. Vervolgens liepen ze Nybergs punten langs.

‘Op het advocatenkantoor hebben we geen vingerafdrukken gevonden’, zei Nyberg. ‘Wie Sten Torstensson ook heeft doodgeschoten, hij heeft in elk geval niet zijn duim tegen het raam gedrukt. Het onderzoek naar de dreigbrieven van de hand van Lars Borman heeft ook niks opgeleverd. Behalve dan dat het zijn handschrift moet zijn. Svedberg heeft met Bormans beide kinderen gepraat.’

‘Wat zeiden ze over de formulering?’ vroeg Wallander. ‘Dat ben ik vergeten aan Svedberg te vragen.’