Home>>read Kurt Wallander 04 free online

Kurt Wallander 04(78)

By:Henning Mankell


‘Ik moet werken’, antwoordde Wallander.

Hij reed door het donkere herfstlandschap terug naar Ystad. Hij probeerde erachter te komen wat het was in zijn vaders manier van doen dat maakte dat hij zichzelf herkende.

Maar hij vond het antwoord niet. Althans dat dacht hij.

Op vrijdagochtend 5 november arriveerde Wallander even na zevenen op het politiebureau. Hij voelde zich uitgeslapen en vol arbeidslust. Hij haalde een kop koffie op en gebruikte het daaropvolgende uur om het overleg van het rechercheteam voor te bereiden dat om acht uur zou beginnen. Hij maakte een schematisch en chronologisch overzicht van alle feiten die ze hadden en probeerde te bedenken hoe ze nu verder zouden kunnen gaan. Tegelijkertijd hield hij er rekening mee dat zijn collega’s gisteren resultaten hadden bereikt die verder zouden verduidelijken hoe de stand van zaken rond het onderzoek in feite was.

Het gevoel dat er haast bij iets was, had hem niet verlaten. Tegelijkertijd groeiden de schaduwen achter de dode advocaten en ze werden steeds angstwekkender. Het vermoeden dat ze nog steeds alleen maar aan de buitenkant krabden, was heel sterk.

Hij legde zijn pen weg, leunde achterover in zijn stoel en sloot zijn ogen.

Meteen bevond hij zich weer op Skagen. Het strand lag voor hem, gehuld in mist. Ergens bevond zich ook Sten Torstensson. Wallander probeerde achter hem te kijken, te ontdekken wie Sten Torstensson in het geheim moesten zijn gevolgd naar zijn ontmoeting met de politieman die in de ziektewet liep. Ze moesten heel dichtbij zijn geweest, maar onzichtbaar, wakend, ergens tussen de duinen.

Hij herinnerde zich de vrouw die haar hond had uitgelaten. Kon zij het zijn geweest? Of het meisje dat bij het Kunstmuseum in de bediening had gewerkt? Maar het antwoord moest er anders uitzien. Er was iemand geweest daar in de mist die ze geen van beiden hadden ontdekt.

Hij keek op de klok. De vergadering van het rechercheteam ging beginnen. Hij pakte zijn papieren bijeen, stond op en verliet zijn kamer.

Die ochtend, nadat ze hun overleg dat meer dan vier uur had geduurd hadden beëindigd, besefte Wallander dat ze een doorbraak hadden gemaakt en nu eindelijk een patroon meenden te ontwaren, ook al was alles nog steeds heel vaag en konden ze hun verdenkingen nog geen bepaalde richting laten uitgaan. Toch hadden ze, op een manier die definitief leek, samen kunnen constateren dat het geheel nauwelijks een toevallige reeks gebeurtenissen kon zijn, maar dat er ondanks alles een verband bestond, ook al zagen ze nog steeds niet hoe het allemaal samenhing. Wallander was degene die, toen iedereen moe was, het in de vergaderzaal benauwd begon te worden en Svedberg over hoofdpijn begon te klagen, er in zijn poging een samenvatting te geven in slaagde te formuleren wat ze eigenlijk allemaal voelden.

‘Nu moeten we gaan peuteren en graven’, had hij gezegd. ‘Het is mogelijk en waarschijnlijk dat dit onderzoek lang gaat duren. Maar vroeg of laat krijgen we het voor elkaar dat de details in elkaar passen. En dan lossen we dit op. Nu moeten we er gewoon voor zorgen dat we niet slordig worden. We zijn al op een begraven mijn gestuit. Er kunnen er nog meer liggen, bij wijze van spreken.’

Vier uur lang hadden ze dus hun materiaal doorgenomen, gediscussieerd, geëvalueerd en waren ze verdergegaan. Ze hadden verschillende details van alle kanten bekeken, verschillende interpretaties geprobeerd, en waren het ten slotte eens geworden over een denkbare manier van aanpak. Dat was een beslissend moment in het onderzoek, een van de meest kritieke ogenblikken, waarin er zoveel mis kon gaan indien het rechercheteam de verkeerde opties liet vallen. Alles wat tegenstrijdig was, moest worden benaderd als een constructief uitgangspunt; dat moest niet aanzetten tot simplificaties en slecht onderbouwde oordelen. Dit is de tijd van de proefbouwsels, dacht Wallander. We zetten een x-aantal modellen in elkaar en moeten goed oppassen dat we ze niet te snel uit elkaar halen.

De modellen die ze op proef gebouwd hadden, hadden allemaal dezelfde basis.

Het was al bijna een maand geleden dat Gustaf Torstensson op een late avond op een kleiakker in de buurt van Brösarps Backar was omgekomen. Het was elf dagen geleden dat Sten Torstensson op Skagen was geweest en een paar dagen daarna op zijn kantoor werd vermoord. Tot die uitgangspunten keerden ze steeds weer terug.

De eerste die die ochtend rapport uitbracht was Martinson, gesteund door Nyberg.

‘We hebben bericht gekregen van het gerechtelijk laboratorium over het wapen en de munitie waarmee Sten Torstensson om het leven werd gebracht’, zei Martinson, terwijl hij zwaaide met het rapport. ‘Hier staat op zijn minst één ding in dat misschien opmerkelijk is.’

Sven Nyberg vervolgde: ‘Sten Torstensson is getroffen door drie 9-mm-kogels. De munitie is van een standaardtype. Wat daarentegen interessant is, is dat de wapenexperts denken dat het gebruikte wapen een Italiaans pistool is dat Bernadelli Practical heet. Waarom ze dat denken hoef ik niet nader uit te leggen, dat zijn technische details. Het kan ook een Smith & Wesson zijn met de aanvullende aanduiding 3914 of 5904. Maar het meest waarschijnlijk is dus dat het een Bernadelli is. En dat is een wapen dat in ons land relatief weinig voorkomt. Er zijn niet meer dan zo’n vijftig geregistreerde exemplaren. Hoeveel illegaal geïmporteerde er rondzwerven weet natuurlijk geen mens. Maar we kunnen aannemen dat dat er zo’n dertig zijn.’